Twinky in het klooster

Hadewych (Twinky)
Ja, je leest het goed. Afgelopen weekend was ik anderhalve dag in een klooster! Een hele ervaring, en ik kan het niet laten er iets over te vertellen.
Om te slagen voor je VWO moet je een zogeheten profielwerkstuk maken. Hier moet minstens tachtig uur per persoon inzitten, en je doet dit met z’n tweeën. Aangezien ik op het Augustinianum zat hebben mijn vriendin en ik besloten als onderwerp sint Augustinus te kiezen. Nou is de bedoeling dat je een gedeelte van de uren iets praktisch doet. Voor ons was het best logisch dat we dan zouden gaan kijken bij Augustinessen, volgelingen van Augustinus. Die wilden ons alleen niet hebben en ze hadden niet genoeg tijd enzovoort.

Toen ontdekten we een klooster in Brugge. Het waren geen Augustinessen maar Kanunikessen, die leefden volgens de regel van Augustinus. De regel van Augustinus is best een mooi iets. Toevallig ben ik er nu net mee bezig om het helemaal te analyseren, want er zitten erg veel dieperliggende gedachten achter. Hij heeft de regel in 397 geschreven omdat hij andere gelovigen spiritueel wilde helpen. Augustinus heeft het zelf heel moeilijk gevonden om de stap naar het monastieke leven te nemen, vooral omdat hij moeite had met het celibataire leven. In het Praeceptum, het Latijnse woord voor de regel, vertelt hij globaal hoe je volgens hem het beste kunt samenleven. De regel is geschreven voor een kloostergemeenschap maar is ook goed toe te passen bij elke andere vorm van samen leven, zelfs niet-christelijk. Augustinus’ uitgangspunt is vooral éénheid tussen en met de rest van de mensen. Deze eenheid wordt geuit in heel veel liefde en alles wat je hebt delen en verdelen. Opvallend is bij hem dat niet iedereen precies evenveel moet krijgen, maar krijgt wat hij nodig heeft. Je moet sober leven, maar als je een zacht bed gewend bent, mag je best een overgangsperiode in een tussenbed in plaats van meteen in het normale harde bed te liggen.


st. Augustinus

Ook wil hij graag dat je als samenlevenden één van ziel en één van hart bent. Vroeger werd één van ziel en één van hart beschreven als reinheid (je richten op God en niet op de wereld) binnen één mens, maar Augustinus ziet dit bij het schrijven als het één zijn binnen een groep. Dit houdt in het kort in dat je niet meer individueel één iemand bent, maar met z’n allen. Toch is dit één zijn nog niet het doel van de gemeenschap. Het doel is namelijk het op weg zijn naar God. Augustinus vindt dat je God nooit kunt vinden, of kunt claimen dat je hem hebt gevonden en in een gemeenschap met Hem leeft. Je bent je hele leven lang bezig om Hem te zoeken, wat een heel goed is om je leven mee te vullen. Het doel van Augustinus’ gemeenschap is dus: “eensgezind tezamen wonen, één van ziel en één van hart op weg naar God.” (Praeceptum, 1.2)
En zo gaat het nog een tijdje door. Opvallend aan de regel is, dat Augustinus heel oppervlakkig en ruim blijft. Je kunt de regel op je eigen manier toepassen, zoals het gaat in de tijd waarin je leeft.

Kannuniken volgen òf de regel van Benedictus òf die van Augustinus. De zusters waar wij waren deden die van Augustinus. Het gigantische voordeel daaraan is dus dat je het allemaal zelf kan invullen. Augustinus zegt ' houd u aan uw gebedstijden' en niet 'bid om vier uur'. Verder hebben Kannuniken drie belangrijke pijlers, namelijk gemeenschap, gebed en gastvrijheid. Gemeenschap past natuurlijk helemaal in de visie van Augustinus. Het gebed vertel ik later over, en de gastvrijheid was handig van ons. Ze zijn dus noch contemplatief (binnen de kloostermuren blijven, stilte, bidden voor wat er buiten gebeurt), noch actief (de wereld in trekken om armen, zieken en anderen te helpen), maar iets ertussenin.

Nu over wat wij hebben meegemaakt. Zondag gingen we om drie uur weg, en het was bijna twee uur rijden met de auto. We hebben even geshopt en later Chinees gegeten in Brugge, en toen gingen we op weg naar de abdij van de Kanunikessen. We waren daar om ongeveer half acht, en zuster Elisah wees ons meteen waar de kerk, onze kamer en de eetzaal was. Met de mededeling dat we wel even rond mochten kijken werden we alleen gelaten, en het was nog geen acht uur! Als eerste pasten we het kleine kamertje even aan zodat we er ons wat meer thuis voelden.


De kamer. Het tweede bed was links opgeklapt tegen de muur. Ik sliep rechts.

We hebben daarna het hele kasteel rondgesnuffeld, behalve de deuren die op slot zaten. We kwamen een heleboel tegen, schilderijen en beelden enzo, maar eigenlijk niks echt heel erg cools, en we waren een beetje bang dat elk moment een zuster ons naar bed ging sturen, want het was stil en donker. Na een tijdje kwamen we boven in de kerk uit, en precies toen we daar fijn aan het ‘woeeee’-en waren omdat het pikkedonker was en galmde, kwamen de zusters binnen voor de completen, het avondgebed. We keken van bovenaf hoe zij de psalmen zongen uit de boekjes.

Die avond hebben we verder flink gecrabbeld, met woorden als 'wijnbaders' en 'bijzerkrand'. Uit verveling zijn we toen maar om half elf gaan slapen in onze gepimpte slaapkamer. De bedden waren natuurlijk oud, en het beschrijvende woord was verre van zacht, maar we sliepen. Zo diep, dat er de volgende ochtend maar liefst drie wekkers nodig waren om wakker te worden. Die wekkers gingen af vanaf kwart over zes, want om zeven uur was het ochtendgebed. Na even overleggen besloten we dat we er toch wel echt heen moesten, want we wilden alles volgen wat mogelijk was. Toen we dus precies op tijd de kerk binnenkwamen werden we meteen naar voor meegesleurd en moesten we bij de zusters in de koorbanken gaan zitten. We kregen vier boekjes in de handen gedrukt, en meteen een boel uitleg erbij. De gebeden staan namelijk in de hele wereld voor elke dag van het jaar vast. We waren nu op maandag in de adventsperiode, en daarvoor moesten dan bij het ochtendgebed bepaalde psalmen met regels die ervoor en erna moesten (antifonen). Daar tussendoor moesten weer andere liedjes en het was heel ingewikkeld. Gelukkig hadden ze boekenleggers met nummers erop, die het dus om zeven uur ’s ochtends wat simpeler maakten. En wij maar een beetje meezingen met de melodietjes die wel heel simpel waren, op één toon en dan op het einde een klein beetje anders.


De zusters in de koorbanken aan de overkant

Na het ochtendgebed, de Lauden heet dat in het Latijn, was de eucharistieviering. Dat is hetzelfde als waar katholieken op zondag naartoe gaan, met lezingen uit de Bijbel en hosties enzo, maar dan met een paar kleine verschillen. Het begon dus al acht uur te worden en we hadden nog niks gegeten, waardoor onze buiken nogal begonnen te grommen. De zusters keken ons al raar aan en we konden niet wachten tot het ontbijt van kwart over acht. We waren bij het ochtendgebed en de eucharistieviering trouwens de enige niet-zusters. Het was sowieso erg rustig in de abdij, want normaal gesproken waren er veel mensen die gebruik maakten van de gastvrijheid. Het ontbijt was niet zo lekker, dus we vulden het aan met meegebrachte mandarijntjes en koekjes. Nadat we toen een paar mooie foto’s hadden gemaakt van het gebouw en de omgeving in de mist, hadden we een afspraak met zuster Kristina.


Abdij Male

Zij vertelde ons een heleboel over Augustinus. We wisten natuurlijk al erg veel, maar ze kon sommige dingen nog wat verduidelijken. Ook liet ze ons een film en een cd-rom zien over de abdij waar we waren en de zusters die daar woonden. Ze vertelde bijvoorbeeld dat ze een paar jaar geleden van kleding waren veranderd, van hele strenge pijen met sluier naar lossere, normalere kleding en de sluier was veel kleiner en hoefden ze alleen in de kerk nog maar verplicht op te hebben. In het gebouw moesten ze wel de jurk aan, en mochten ze zelf kiezen of ze de sluier opdeden.
Na het erg interessante gesprek was er middaggebed, om twaalf uur. Dat was alweer bijna vier uur nadat we gegeten hadden, en dus gingen de buikjes weer brommelen. Tijdens het gebed viel ons al op dat we gewend raakten aan de zusters en aan het zingen! Na het gebed was het middagmaal, warm eten.


Twinky aan het toetje

En na het eten gingen we praten met zuster Elisah. Zij is bijna dertig en woont tussen een heleboel zusters van minstens zestig en veel zelfs over de zeventig jaar. Ze vertelde ons veel over hoe het leven daar ging en waarom zij ervoor had gekozen zuster te worden. Het viel mij op dat ze het helemaal niet erg vond om tussen de oudjes te leven, en dat ze ook erg veel werkzaamheden buiten het klooster had.


Zuster Elisah aan het klokkenluiden

Toen hebben we nog even gezellig gekletst en onze kamer opgeruimd, want om zes uur was alweer het avondgebed (met buikgegrom) en daarna gingen we via de mcDonalds weer naar huis.

Al met al was het een geweldige ervaring. De zusters waren superlief en we hebben erg veel geleerd over hun leven en wat Augustinus daar nou in doet. Achteraf hebben we zelfs bedacht om misschien met de examens er weer naartoe te gaan, want het was er zo rustig dat je wel móet gaan leren. Maar of we dat doen, zien we tegen die tijd wel.


Ik in de koorbanken, met vier dikke truien aan.