Canon: De watersnood

Elspeth (Silmarwen)
Lage landen bij de zee
Dat Nederland veel heeft te maken met water is onderhand wel duidelijk. Regelmatig blijken dijken niet sterk genoeg of regent het zo hard dat dorpjes en steden natte voeten krijgen. Onze kroonprins is een watermanager en men zegt zelfs dat we ons “poldermodel” te danken hebben aan het gevecht met water (wat een fabeltje is, dit was al zo ten tijden van de ontginning in de elfde eeuw, maar dat terzijde). Nederland is dus een waterrijk land. Het ligt aan de zee, het is grotendeels ontgonnen en ingepolderd, het ligt onder de zeespiegel en het is constant in gevecht met water. Reden genoeg dus om de canon met dit thema te laten beginnen, en binnen dit thema komen twee hoofdonderwerpen aan de orde; de Beemster en de watersnood. Vandaag behandelen we de watersnood.

De watersnood (1953)
De watersnood is een van de ergste rampen in de historie van Nederland en heeft uiteraard alles te maken met water en dijken. In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 braken in Zeeland de dijken door. 200.000 hectaren land kwamen blank te staan, 1835 mensen stierven en 72.000 mensen raakten dakloos. Deze ramp was aanleiding tot het daadwerkelijk bouwen van de Deltawerken, zodat een ramp als deze nooit meer zou gebeuren. Er was hier al eerder sprake van, maar Nederland kwam net uit de Tweede Wereldoorlog en geld was er simpelweg niet.
Men besloot alle zeegaten met dammen af te sluiten, alle zee- en rivierdijken te versterken en een stormvloedkering te bouwen. Later werd besloten om niet alles dicht te gooien, zodat de natuur gespaard bleef. De stormvloedkering wordt nu alleen gebruikt wanneer het nodig is, in plaats van het permanent dicht te gooien. De dammen en bruggen zorgden niet alleen voor een veiliger Zeeland, maar ook voor een beter bereikbaar Zeeland, wat ook economische voordelen had.


Ondanks alle maatregelen blijft het water een groot probleem in Nederland. Veel mensen kijken met angst de verhoging van de zeespiegel tegemoet. Als deze nog veel hoger wordt, bestaat de kans dat Zeeland, Zuid- en Noord-Holland, Flevoland en delen van Utrecht en Brabant helemaal onder water komen te staan. Innovatie op dit gebied staat dan ook hoog in het vaandel zodat wij voorlopig nog droge voetjes houden. Vrees je het water alsnog, dan is verhuizen naar de noordelijke en oostelijke provincies nog een goede optie!

Vorige blog: De beemster