WRR en Wilders
Gisteren presenteerde de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) een opvallend rapport. Genaamd "Dynamiek in islamitisch activisme".Het rapport stelt een verregaande samenwerking voor met Islamitische organisaties. Ook als deze zich aan de kant van de tirannieke Islam bevinden. Voorst dient Nederland zich, volgens de raad, hard te maken voor de oprichting van islamitisch geïnspireerde politieke partijen. Bovendien dient de eigen samenleving, waar veel onwetendheid heerst over de Islam, beter te worden geïnformeerd. Tot slot vindt de WRR dat positieve ontwikkelingen van Islamitische organisaties stelselmatig worden genegeerd.
De conclusie van het rapport luidt dan ook: "Een klimaat van confrontatie en sjabloondenken schept geen bestendige voorwaarden voor veiligheid, democratisering en toenemend respect voor mensenrechten. Het enig wenselijke alternatief is in te spelen op aanknopingspunten voor democratie en mensenrechten in het islamitisch activisme zelf. De in dit rapport gepresenteerde analyses laten zien dat die aanknopingspunten er wel degelijk zijn."
Om kort te gaan, confrontatie vermijden en de samenwerking vergroten. Dit klinkt als een zinnige benadering. Kennelijk was de EU al bezig om deze benadering toe te passen. Er circuleert daar sinds kort een lijst met gevoelige termen die bij voorkeur vermeden dienen te worden. Zo zou de term "islamitische terroristen" vervangen moeten worden door "terroristen die de islam misbruiken". En ook met de term "jihad" moeten de politici voorzichtiger omgaan.
Geert Wilders vindt dit allemaal maar Europese zotheid.
En waarschijnlijk vindt hij het rapport maar WRR zotheid.