Bezoekers

Hadewych (Twinky)
Het was koud buiten. Heel erg koud. En binnen eigenlijk ook wel. Af en toe huiverde ik, maar toch dommelde ik in. Als ik mijn ogen even opendeed zag ik de sterrenhemel buiten. Het waren er zo ontzettend veel! Opeens schrok ik op van het krakende geluid van de deur die openging. Een man, eigenlijk nog een jongen, kwam als eerste binnen. Aan zijn ene hand had hij een meisje, ze liep heel erg moeilijk, en haar buik was dik. In zijn andere hand had hij een touw, vastgemaakt aan een hoofdstel van een ezel. De man zette het meisje neer op een strobaal. Bijna meteen ging ze liggen, en ze kreunde. Vlug zette hij de ezel naast me neer. Hij besnuffelde me en even wilde ik dat we konden praten, zodat hij me uit kon leggen wat er gebeurde.

Hij rende terug naar het meisje, streek haar haren uit haar gezichtje en pakte haar hand vast. Even leek het of hij de rust zelve was, maar zijn hand trilde, en hij kon niet stil blijven zitten. Het meisje haalde steeds sneller adem, greep naar haar buik en opeens schreeuwde ze het uit. De ezel naast me begon met zijn hoeven te schrapen, en ook ik voelde mezelf onrustig worden. De man rende om het meisje heen, aaide haar, keek tussen haar benen, pakte haar hand, rende met zijn handen voor zijn gezicht naar een hoekje, spurtte weer terug en hield haar hand weer vast. Het meisje schreeuwde en kreunde. Het rook naar iets wat ik alleen had geroken toen mijn buurvrouw zich had opengehaald aan een houten schot. Bloed.

Toen, met een laatste gil, was het gedaan. Voor het meisje lag op de strobaal, een nieuw mensje. Nog een beetje op een hoopje, maar het was een mens. De man boog zich over hem heen. Hij rommelde wat met stro en een mes, tilde het kindje op en gaf het aan het meisje. Hij kuste haar op haar voorhoofd, en rende naar de ezel naast mij. Uit de zadeltas haalde hij een oude deken.. In mijn lege voerbak propte hij wat stro. Hij pakte het kindje aan van het meisje, wikkelde het in de deken en legde het liefdevol in de voerbak. Hij liep terug naar het meisje, en hielp haar overeind zodat ze naast elkaar op de strobaal zaten. Dicht tegen elkaar aan, en ze leunde tegen zijn schouder.

Daar, op die koude winteravond in die oude stal, keek ik naar dat kleine mensje. Het lag daar in mijn voerbak, en een warm gevoel verspreidde zich door mijn lijf. Tegelijk met dat gevoel stroomde er licht de stal binnen, van een grote ster buiten. De ezel snoof, ik zuchtte. Het kindje sliep. Het leek net of het licht van de ster precies op de voerbak scheen. Die avond was de mooiste avond van mijn leven.