De Toren van Oneindige Hoogte - Deel 3

“Je ziet er weer fris uit, Strever,” zei Erissy vrolijk toen de beheerder stoffig en met wallen onder zijn ogen binnen kwam wandelen.
“Er zijn wat kleine probleempjes, dus bedankt voor je onvoorwaardelijke steun, dat was net wat ik nodig had.” Strever was al hard bezig met bedenken wat hij tegen Roth-End, zijn baas, kon gaan vertellen, zonder Unteto zover in de problemen te brengen dat hij direct op kon stappen.
“Ik plaag je maar,” zei Erissy met een knipoog, “kan ik je ergens mee helpen?” Het spontane meisje stond bekend om haar behulpzaamheid. Het was dan ook haar baan. Ze was de secretaresse van Roth-End, om al de beheerders die onder Roth-End stonden op te vangen als ze hem wilden spreken. Strever had het gevoel dat ze graag met hem omging, meer dan alleen beroepsmatige interesse. Hij kreeg dan vaak ook veel bij haar gedaan.
“De wagen van Unteto is geëxplodeerd en het lijkt erop dat Unteto op exact hetzelfde moment is uitgelogd, ik heb de boom gelaten voor wat hij is en ben direct teruggekeerd.”
Erissy keek bedenkelijk. “Die boom lijkt nu anders al meer dan vijftig meter hoog te zijn geworden.”
“Dat is niet uitzonderlijk.”
“Het is een bonsaiboompje!”
“Een mágisch bonsaiboompje,” verbeterde Strever haar, “wat het heel aannemelijk maakt dat hij wat meer groeit dan gebruikelijk.”
Erissy gaf de computer de opdracht een andere beheerder er naar toe te sturen, terwijl ze nadacht over het eigenaardige handelen van Unteto. Ze had er een slecht voorgevoel over. Haar altijd vrouwvriendelijke mannelijke collega’s hadden het waarschijnlijk ‘vrouwelijk wantrouwen’ genoemd. Ze zou het nodige gaan natrekken, hoewel ze niet kon voorkomen dat er melding van gemaakt zou worden. Dat was een belangrijke eigenschap van Het Spel. Alles werd geregistreerd, dus alles kon nagetrokken worden, als je maar de juiste bevoegdheid had. En aangezien het plotselinge vertrek verboden was, zat Unteto in de problemen.
“Hij zit in zijn kantoor, je weet de weg,” zei ze uiteindelijk.
Strever draaide zich naar links en stapte een vijf meter verder een lift in. De delen van De Toren waarin gewerkt werd waren bijzonder kaal en efficiënt ingericht. Erissy klaagde er regelmatig over, maar hij vond het een prettige afwisseling met de in feite primitieve steden die in Het Spel lagen. Soms had hij het met haar te doen, dat ze zo weinig buiten kon werken, ook hij zou dan het kille interieur liever zien verdwijnen.
De lift gaf zijn typerende ‘ping’ geluidje en de deuren gleden open. Het kantoor lag voor hem. Hij stapte naar binnen en liep rustig richting het bureau. De ruimte was even warm en behaaglijk ingericht als de ruimte waar Erissy mocht werken. Er stonden enkele kasten tegen de muren, meer voor de sier dan met een daadwerkelijk doel, want de titels van de boeken waren vanaf deze afstand niet te lezen, laat staan dat te controleren viel of er echte boeken in stonden. Waarschijnlijk was alleen de kaft geprogrammeerd, een soort dummy’s, die je ook vaak in meubelzaken aantreft. Er waren ook twee grote ramen, die uitzicht gaven op de stad Sierward-Ages. Nu kon hij dat niet zien, maar een tijd geleden had hij een lange tijd in dit kantoor gewacht. Hij heeft al die tijd naar buiten gekeken, gefascineerd door het immense uitzicht op de zo vertrouwde stad. Ook toen had hij de boeken niet bekeken. Hij zou daar nog wel de kans voor krijgen, ooit. Nu was het tijd voor andere zaken. Hij stond nu voor het bureau. Roth-End keek op en gebaarde hem te gaan zitten.
“Een goedendag, Seifeld,” zei Roth-End, de echte naam van Strever gebruikend, “ik begreep dat je me wilde spreken.”
“Inderdaad, meneer Roth-End.” Strever kende de echte naam van zijn superieur niet, zoals gebruikelijk was binnen de wereld van beheerders. Hij ademde nog een laatste keer diep in, alvorens te beginnen.========
En het eerste deel gaat verder. Wederom over Strever. Reacties als altijd welkom. Voortaan mijn eigen categorie, dus je kunt daar gewoon op klikken, als je voorgaande deeltjes wilt zien.