ABN AMRO: Visserijsector zal komende jaren flink krimpen

Het aantal Nederlandse kotters zal de komende jaren met tien tot vijftien procent afnemen. Dat verwacht ABN AMRO op basis van eigen onderzoek, dat dinsdag gepubliceerd is. De bank verwacht dat overheidssteun voor een deel van de vissers te laat zal komen. Een derde van de kottereigenaren denkt sowieso met financiële problemen te maken te krijgen, aldus ABN AMRO.

Op dit moment zit de sector al een tijd in grote problemen. Het afgelopen jaar met name door de toegenomen brandstofprijzen. Daardoor kan ook een groot deel van de Urker kottervloot niet uitvaren. De opbrengsten van het vissen wegen voor veel vissers niet op tegen de kosten. "Iedereen kijkt er naar, iedereen weet dat de vloot verdrinkt en niemand helpt ons", zei visser Jan de Boer in mei van dit jaar.

Algehele malaise
Het zijn niet alleen de brandstofprijzen die vissers tot wanhoop drijven. Brexit, windparken op zee, kritiek op vangstmethoden, alles draagt bij aan het algehele gevoel van malaise in de sector. Ook de vraag naar vis uit de Noordzee staat onder druk, zegt ABN AMRO. De koopkracht aan het einde van dit jaar zal de vraag naar vis negatief beïnvloeden. Mensen hebben dan mogelijk minder geld om uit te geven in bijvoorbeeld restaurants. Op de lange termijn neemt de vraag in Nederland en andere EU-landen naar verwachting wel weer toe. Maar toch zal die de krimp van de vissersvloot niet tegenhouden, denkt de bank.

Hoewel komende maand de inschrijving geopend wordt voor een saneringsregeling van 155 miljoen, is het de vraag hoeveel vissers hiervan gebruik gaan maken. Er klinken namelijk enorm veel kritische geluiden over de voorwaarden in de regeling.

Zo krijgen kottereigenaren alleen een vergoeding voor de sloop van hun vaartuig, aan de hand van het gewicht van de kotter. Maar de zorgvuldig opgebouwde vangstrechten worden niet vergoed. En het zijn juist die rechten waar vissers soms miljoenen in hebben geïnvesteerd. De sector wil daarom nog deze maand opnieuw om tafel met minister Staghouwer. Meer hierover bij Omroep Flevoland op YouTube.