FOK!filmblik: Ray Harryhausen

dekatophetspek

Afgelopen dinsdag overleed de Amerikaanse stop-motionpionier Ray Harryhausen. Als kenners het over special effects in films spreken was er maar één man die er echt toe deed en dat was Ray Harryhausen. Je had Harryhausen, dan een hele tijd niks en dan kwam de rest er pas achter aan. Harryhausen zorgde voor magie in de films op een manier zoals geen ander dat kon.

Raymond Frederick Harryhausen wordt op 29 juni 1920 in Los Angeles geboren. Nadat de 13-jarige Harryhausen de film King Kong heeft gezien is hij vooral onder de indruk van de voor velen nog onbekende stop-motion van pionier Willis O'Brien. O'Brien raadde Harryhausen aan om een grafische opleiding te gaan volgen. Harryhausen raakte ondertussen ook bevriend met de jonge schrijver Ray Bradbury en vormde samen, met hem en sciencefiction-fan Forrest J Ackerman, de Los Angeles Science Fantasy Society.

Harryhausen's eerste baantje is bij George Pal's Puppetoons, korte poppenfilms waar Harryhausen zijn eerste stop-motionexperimenten mag uitproberen. Ook werkt hij aan een korte film getiteld Evolution, waarin een tweetal dinosaurussen elkaar te lijf gingen. Nadat Harryhausen in dienst moet, leert hij veel vaardigheden die hij in zijn latere animatiefilms zou gaan benutten. Gedurende de oorlog werkt Harryhausen onder commando van Kolonel Frank Capra en weet het tot persoonlijke assistent te schoppen. Het is diezelfde tijd dat hij ook voor het eerst met componist Dimitri Tiomkin en Ted 'Dr. Seuss' Geisel werkt. Na de Tweede Wereldoorlog krijgt Harryhausen een lading ongebruikte film mee van het Amerikaanse leger, waarmee hij zijn eigen filmexperimenten kan uitvoeren. De Mother Goose-films, Puppetoon-achtige korte films, zorgden er in elk geval voor dat Harryhausen, samen met Willis H. O'Brien en Marcel Delgado, aan de avonturenfilm Mighty Joe Young (1949) mocht gaan werken. O'Brien had het echter zo druk met de technische problemen rondom de filmproductie, dat Harryhausen alle animatie in zijn eentje mocht opknappen. Dankzij het harde werk van Harryhausen zou O'Brien wel de Oscar winnen voor Beste Special Effects.

Mighty Joe Young
Mighty Joe Young

In 1952 verschijnt King Kong opnieuw in de bioscopen en zorgt voor een opmars van monsterfilms. Ray Bradbury had een kort verhaal geschreven getiteld The Monster From Under the Sea, waarin een ontwaakte dinosaurus wordt aangelokt door het geluid van een afgezonderde vuurtoren. Warner Brothers Pictures kocht de rechten voor het verhaal en hernoemde het The Beast From 20,000 Fathoms. The Beast From 20,000 Fathoms zou de eerste solo-productie van Harryhausen worden en was één van de succesvollere films van 1952. Toen Columbia Pictures producer Charles H. Schneer de film had gezien wist hij dat Harryhausen de man was die een film kon maken van het idee waar hij al een tijdje mee rondliep. In het verhaal van Schneer draaide het om een gigantische octopus die de aanval op San Francisco had ingezet. Harryhausen wilde eigenlijk geen monsterfilms meer maken maar ging uiteindelijk toch overstag. Vooral het idee, dat hij in miniatuur de Golden Gate Bridge mocht slopen, leek Harryhausen wel wat. In 1955 verscheen It Came From Beneath the Sea. Het maken van de film was niet zonder slag of stoot gegaan. Zo wilde de stadsraad van San Francisco niet aan de film meewerken, omdat men bang was dat de bevolking de beroemde brug niet meer zou vertrouwen. Schneer gaf echter niet op en kocht een oude bakkerswagen, waarin hij gaten boorde om zo stiekem filmopnames op de brug te kunnen maken. Ook werden er opnames door een cameraman te voet gemaakt. Gelukkig kwam er geen protest toen It Came From Beneath the Sea in de bioscopen verscheen en werd de film zelfs in diverse theaters in San Francisco vertoond. Het meest opvallende aan It Came From Beneath the Sea was de zespotige octopus.

Earth vs the Flying Saucers

Vanaf het midden van de vijftiger jaren kwamen er steeds vaker verhalen over ufo's in het nieuws en het leek Harryhausen een goed idee om daar op in te springen met een spectaculaire film. Het resultaat was Earth Vs the Flying Saucers. De film was geregisseerd door Fred F. Sears en had Hugh Marlowe, Joan Taylor en Donald Curtis in de belangrijkste rollen. Harryhausen was niet te spreken over de film en noemde het zelfs zijn minst geslaagde werk. Vooral de kostuums van de ruimtewezens waren Harryhausen een doorn in het oog, ondanks dat hij die zelf had ontworpen. Het daaropvolgende jaar verscheen 20 Million Miles to Earth, de laatste zwart-witfilm van Harryhausen. Harryhausen wilde graag eens naar Italië en veranderde daarom de lokatie van zijn verhaal The Cyclops van Chicago naar Rome. Een ruimteschip - een combinatie van de beruchte V2 raket en vroege ontwerpen van NASA - dat terugkeert van de eerste bemande vlucht van Venus, crasht in zee en bevrijdt een klein monster dat toevallig aan boord was gekropen. Het monster blijkt echter een gevaarlijke Ymir te zijn, en als het beest volwassen is geworden, dreigt het Rome aan te vallen. Het fragment waarbij het ei van de Ymir uitkomt, wordt door velen nog steeds als één van de hoogtepunten uit Harryhausens oeuvre gezien. Ook het gevecht tussen de Ymir en een olifant is adembenemend en zeker voor die tijd zeer indrukwekkend te noemen. De film was duidelijk een eerbetoon aan O'Brien en diens creatie King Kong.

In 1958 verscheen voor het eerst een film waarin Harryhausen zijn nieuwe Dynamotion-techniek gebruikte. The 7th Voyage of Sinbad was de eerste kleurenfilm waar Harryhausen aan meewerkte en dit bezorgde hem de nodige kopzorgen. De fantasyfilm was een groot succes en zou zelfs twee vervolgen krijgen met The Golden Voyage of Sinbad en Sinbad and the Eye of the Tiger, alhoewel deze verhalen niks met het oorspronkelijke verhaal van Sinbad the Sailor te maken hadden. Wat The 7th Voyage of Sinbad ook tot een succes maakte was de prachtige filmmuziek van Bernard Herrmann, een componist die later ook naam zou maken met soundtracks voor onder meer Marnie, Vertigo, North By Northwest en Taxi Driver. Van de gebruikte modellen in de film zou alleen het figuur van een skelet blijven bestaan. Harryhausen zou deze later ook gebruiken in Jason and the Argonauts, al wist hij niet meer precies, welke van de zeven het was. Harryhausens handen waren ondertussen verzekert voor het bedrag van 1 miljoen dollar. In 1960 kreeg Harryhausen de kans om het werk van een andere favoriete schrijver te verfilmen. Mysterious Island was gebaseerd op de zeemonsters uit Jules Verne's 20,000 Leagues Under the Sea. Zo zien we monsterachtige krabben, bijen en zelfs een prehistorische vogel. De film was duidelijk een voorstudie voor het meesterwerk dat in 1963 zou gaan verschijnen. Toen Harryhausen bezig was met de live-actionopnames voor Mysterious Island, werd hij geinspireerd om weer bezig te gaan met een idee, waar hij in de vroege jaren vijftig ook al eens bezig was geweest. Harryhausen wilde een film maken waarin verhalen uit de Griekse mythologie een rol souden spelen.

Jason and the Argonauts

Jason and the Argonauts is de film die Harryhausen eeuwige roem op zouden leveren. De epische fantasyfilm wordt door velen als het allerbeste werk van Harryhausen gezien. Vooral het gevecht van Jason en zijn vrienden met de zeven skeletten was een enorme opgave voor de stop-motionpionier. Het duurde dik vier maanden om de scène van 4 minuten en 37 seconden op te nemen en men heeft later berekend dat de skeletten in die opname 184800 bewegingen maakten. Ondanks dat de film in eerste instantie flopte werd er later toch de essentie van ingezien en wordt Jason and the Argonauts heden ten dage zeer terecht als één van de belangrijkste klassieke fantasyfilms gezien. In 1964 kreeg Harryhausen eindelijk de kans om een verhaal van H.G. Wells te verfilmen. First Men in the Moon was een Britse sciencefictionfilm van Nathan H. Juran, waarin vooral de rupsachtige maankoeien van Harryhausen de show stalen. Mocht je deze klassieker eens te zien krijgen, let dan ook even goed op de ruimtepakken in de film. Dezelfde ruimtepakken zouden jaren later ook opduiken in de eerste Star Wars-trilogie. 1966 was het jaar waarin Harryhausen voor het eerst sinds 1955 een film zonder Schneer zou gaan maken. Voor One Million Years BC werkte de effectenspecialist met de Britse Hammer Films-studio. De film was een remake van de film One Million BC uit 1940, waarin de holbewoner Tumac de strijd aan moet gaan met diverse prehistorische monsters. Bij de film maakte Harryhausen voor de  eerste en enige keer gebruik van levende modellen voor zijn stop-motionwerk. Zo zien we baby krokodillen en hagedissen met extra opgeplakte vinnen en zelfs een man in een monsterpak. Het resultaat was een heerlijke cultfilm waarin vooral een schaarsgeklede Raquel Welch een spraakmakende rol had.

The Valley of Gwangi poster

In 1969 verschijnt een verrassende combinatie van de populaire genres sciencefcition en western in de film The Valley of Gwangi. In de film draait het om de roekeloze cowboy Tuck Kirby. Hij hoort van een vreemde figuur dat er ergens in de Forbidden Valley een Tyrannosaurus Rex moet leven. Tuck is vastbesloten om het dier te vangen en wil het naderhand aan een Mexicaans circus verkopen. Helaas is de dinosaurus, ook wel Gwangi genaamd, niet erg dol op vreemd volk. De film was gebaseerd op een idee van Willis O’Brien, die in 1941 onsuccesvol met het project bezig was geweest. Harryhausen was tot zijn dood van mening dat de film eigenlijk The Valley Where Time Stood Still had moeten heten. Het resultaat was een heerlijk stuk vermaak, een soort van King Kong in het wilde westen, waarin een paarse dinosaurus - nee geen paarse krokodil!!! - korte metten maakt met prehistorische soortgenoten, een handvol cowboys, een olifant en een kerk. Ondanks het toch best wel originele verhaal flopte de film jammerlijk in de bioscopen en besloot Harryhausen om zich te gaan richten op de vervolgfilms voor The 7th Voyage of Sinbad uit 1958. De filmcritici waren echter niet meer onder de indruk van de in hun ogen toch wel verouderde Dynamation-techniek.

The Valley of Gwangi

In 1981 zouden Harryhausen en Schneer hun laatste film maken. Clash of the Titans, geregisseerd door Desmond Davis, was gebaseerd op het verhaal van de mythologische figuur Perseus. In de aan alle kanten rammelende film, moet Perseus Andromeda zien te redden, voor ze trouwt met een monster. Zeus heeft echter eerst een paar klusjes voorbereid voor Peseus: zo moet hij Medusa verslaan en ook een manier zien te vinden om Kraken te doden. Naast het belabberde acteerwerk van Harry Hamlin, Judy Bowker en Laurence Olivier, zijn het slechts de fenomenale stop-motioneffecten van Harryhausen die de film weten te redden. Al moeten we wel stellen dat de remake zo mogelijk nog slechter was dan deze rolprent. Na Clash of the Titans zou Harryhausen nog bezig gaan met projecten als Sinbad and the 7 Wonders of the World (1981), Sinbad on Mars (1982), People of the Mist (1983) en Force of the Trojans (1984) maar geen van deze filmplannen werden ooit gerealiseerd.

Uit de Leeuwarder Courant van 19 februari 1982
Uit de Leeuwarder Courant van 19 februari 1982

Het werk van Harryhausen zou de blauwdruk gaan vormen voor het werk van filmmakers als Steven Spielberg, James Cameron, Peter Jackson, George Lucas en John Landis en werd door Peter Lord van Aardman Animations (Wallace & Gromit) als één van de belangrijkste en baanbrekende mensen in de moderne filmwereld genoemd. Zo erkende Lucas dat zonder het werk van Harryhausen de Star Wars-films waarschijnlijk nooit gemaakt zouden zijn. Afgelopen week overleed de stop-motionpionier op 92-jarige leeftijd en verloor de wereld een filmmaker, wiens werk een onvergetelijke plaats in de geschiedenis van Hollywood heeft gekregen.