FOK!filmblik: De Geschiedenis van de Toho Studio (Deel 3)

dekatophetspek

Toho 1961

Aan het begin van de zestiger jaren besloot Toho dat het tijd was voor verandering. De Japanse studio wilde zich naast monsterfilms ook gaan richten op andere filmgenres. Zo verschijnt in april 1960 de fantasy-thriller Gasu Ningen dai Ichigo (The Human Vapor). Mizuno (Yoshio Tsuchiya) een bibliothecaris wordt onderworpen aan een wetenschappelijk experiment dat niet helemaal goed afloopt. De man ontdekt dat hij zichzelf kan veranderen in een menselijke gaswolk en gebruikt de gave om banken te overvallen. Met het geld wil hij zorgen voor een comeback van zijn in nachtclubs dansende vriendin Fujichiyo Kasuga (Kaoru Yachigusa). Ondertussen zit politie-inspecteur Kenji Okamoto (Tatsuya Mihashi) hem op de hielen.

The Human Vapor

The Human Vapor was, na The H-Man, het tweede deel uit de Mutant-trilogie. De film werd gevolgd door het afsluitende deel van het drieluik. In Denso Ningen (The Secret of the Telegian) van regisseur Jun Fukuda draait het om Sudo (Tadao Nakamaru), een misvormde man die jaren geleden door zijn collega-soldaten voor dood op het slagveld werd achtergelaten. Sudo noemt zich vanaf dat moment Goro Nakamoto, heeft zich bewapend met de bajonet die hem bijna zijn leven benam en gebruikt de Clariotron, een apparaat waarmee hij zich naar elke gewenste plek kan teleporteren. Met behulp van de Clariotron speurt de man naar zijn voormalige collega's om bloedig wraak te kunnen nemen. Verslaggever Kirioka (Koji Tsuruta) en detectives Onosaki (Yoshio Tsuchiya) en Kobayashi (Akihiko Hirata) zitten hem echter op de hielen.

The Secret of the Telegian

The Secret of the Telegian wordt door fans van Toho wel omschreven als één van de meeste enge sciencefictionfilms uit de jaren zestig. Een zeer aangename rolprent met sterke rollen voor Toho-veteraanacteurs Akihiko Hirata, Yoshio Tsuchiya en Yumi Shirakawa. De film verscheen in zowel kleur (het Japanse origineel) als zwart-wit (de Amerikaanse uitgave).

Storm Over the Pacific

De laatste knaller van 1960 was de allereerste oorlogsfilm van Toho in kleur! Hawai Middouei daikaikusen: Taiheiyo no arashi (Storm Over the Pacific). In de film van Shue Matsubayashi zien we de belevenissen van de jonge luitenant Koji Kitami (Yosuke Natsuki) aan boord van het Japanse vliegdekschip Hiryu ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Storm Over the Pacific opent met de aanval op Pearl Harbour. Kitami keert daarna terug naar Japan waar hij als een held wordt ontvangen. Gedurende de volgende jaren claimt Japan de ene overwinning na de andere, totdat we aankomen bij de slag van Midway, een keerpunt in de oorlog. Storm Over the Pacific blinkt uit door de prachtige special effects van Eiji Tsuburaya. Voor de wateropnames liet Toho een gigantisch zwembad bouwen. Deze Toho Big Pool zou nog jaren dienen voor allerlei spektakelfilms. Storm Over the Pacific zou in 1961 in Amerika worden uitgebracht onder de titel I Bombed Pearl Harbor.

Mothra poster

1961 was ook een topjaar voor Toho met een indrukwekkende monsterfilm, een weergaloze samurai-klassieker en een explosieve oorlogsfilm. In juli 1961 mochten de Japanse bioscoopgangers kennismaken met de uit de kluiten gewassen nachtvlinder Mothra. Mosura (Mothra) was gebaseerd op de novelle The Luminous Fairies and Mothra van Shinichi Sekizawa.

Mothra

Het begint allemaal als een aantal scheepslui door een tyfoon in problemen komen en aanspoelen op het eiland Beiru, een eiland dat voorheen gebruikt werd voor het testen van atoomwapens. Ondanks de nog aanwezige straling mankeren de mannen echter niets. Een expeditie onder leiding van de miljonair Clark Nelson (Jerry Ito) gaat op onderzoek uit en ontdekt dat het eiland wordt bewoond door een elfachtig volkje genaamd de Shobijin, oftewel kleine schoonheden. Nelson ruikt inkomsten en ontvoert een aantal van de inboorlingen en brengt deze naar Tokio. Van ellende beginnen de Shobijin te zingen, wat er vervolgens voor zorgt dat de Shobijin-god Mothra ontwaakt. Deze is uiteraard niet blij dat er een aantal aanbidders missen en de pisnijdige rups vertrekt ook naar Japan om daar eens flink mot te trappen. Op zoek naar de missende inboorlingen wordt half Tokio gesloopt. Het meest opvallende aan Mothra is dat dit de eerste monsterfilm van Toho was waarbij het monster de film overleeft.

Yojimbo 1

De grootste klapper was de terugkeer van Akira Kurosawa met zijn intens geliefde samurai-film Yojimbo. In de jidaigeki-film (historisch drama) zien we het epische verhaal van Kuwabatake Sanjuro, een ronin (een samurai zonder baas) die aankomt in een dorpje dat wordt geterroriseerd door een tweetal bendes. Zowel Seibei als Ushitora willen de ronin inhuren als hun persoonlijke lijfwacht (Yojimbo is Japans voor lijfwacht). Op meesterlijke wijze weet Sanjuro de twee tegen elkaar uit te spelen om zo de beide misdaadfamilies compleet uit te roeien. Over de inspiratiebronnen voor deze meesterlijke film van Kurosawa bestaan nogal wat meningsverschillen. Zo doen de personages in deze film - een norse eenling en een dorpje dat op zoek is naar iemand die hen kan beschermen - nogal denken aan de setting in de Amerikaanse westerns uit diezelfde periode. Ook de cameratechnieken, die door cameraman Kazuo Miyagawa in Yojimbo veelvuldig worden gebruikt, doen vaak denken aan de majestueuze films van vakbroeder John Ford. Kurosawa claimt de film noir The Glass Key (1942) als de grote inspiratiebron voor zijn film. Ook de roman Red Harvest van schrijver Dashiell Hammett wordt als één van de inspiratiebronnen voor Yojimbo genoemd. Hammett was ook de schrijver van de roman The Glass Key.

Yojimbo 2

Yojimbo zou zelf ook als inspiratiebron dienen voor vele films. Zo maakte Sergio Leone er in 1964 weer een westernverhaal van in A Fistfull of Dollars. Ook Last Man Standing uit 1996, met onder meer Bruce Willis, Christopher Walken en Bruce Dern is een officiële remake. Maar ook films als Incident at Blood Pass (1969), Zatoichi Meets Yojimbo (1970), The Warrior and the Sorceress (1984), Kill Bill (2003), Sukiyaki Western Django (2007) en Lucky Number Slevin (2006) hebben duidelijke connecties met het cinematografische juweeltje van Kurosawa. Seven Samurai (1954) mag dan Kurosawa's bekendste film zijn, Yojimbo is zonder enige twijfel de man's meest populaire titel.

The Last War

Met Sekai Daisenso (The Last War) sloot Toho het succesvolle jaar 1961 af. In de film van Shue Matsubayashi zien we een situatie die zelfs 52 jaar later nog actueel blijkt te zijn. Nadat er in 2015 spanningen zijn ontstaan tussen de federatie en de alliantie (lees: de NATO en het Sovjet pact) breekt er een oorlog uit in Korea die zal leiden tot een wereldwijde strijd. Terwijl Japan verwoed probeert te bemiddelen tussen de twee aggressors regent het nucleaire rakketten aan beide kanten met een allesvernietigend gevolg. The Last War was een prachtig vormgegeven aanklacht tegen de militaire wedloop uit die tijd, met prachtige special effects afgeleverd door de Japanse grootmeester Eiji Tsuburaya. In 1974 zou het scenario van Takeshi Kimura en Toshio Yasumi worden hergebruikt voor de film Prophecies of Nostradamus.