FOK!filmblik: Django is zijn naam

dekatophetspek

Sinds de afgelopen week kunnen liefhebbers van de betere westerns weer in de bioscoop terecht. Voor Django Unchained liet Tarantino zich inspireren door Django, de legendarische debuutfilm van de Italiaanse cultregisseur Sergio Corbucci uit 1966. Net als Tarantino schroomde ook Corbucci niet om expliciet, bloederig geweld in zijn film te tonen. Vooral in Europa was de film, ondanks zijn gewelddadige karakter, een enorm succes en zorgde voor de aftrap van een zeer succesvolle loopbaan van zowel regisseur Corbucci als hoofdrolspeler Franco Nero.

Voor het verhaal van Django moeten we terug naar 1961. In dat jaar verscheen de film Yojimbo van Akira Kurosawa. In Yojimbo draait het om een ronin, een samoerai zonder meester, die in een dorpje aankomt waar twee rivaliserende bendes de dienst uitmaken. De samoerai, genaamd Kuwabatake Sanjuro, weet op meesterlijke wijze de twee bendes tegen elkaar uit te spelen. Dit leidt vervolgens tot bloedige confrontaties waardoor er weinig van de misdadigers overblijven. De film van Kurosawa was op zijn beurt weer gebaseerd op de westerns van John Ford en de filmnoir The Glass Key uit 1942. Vooral in Italië maakte de samoeraifilm veel indruk. Zowel Sergio Leone's A Fistful of Dollars als Corbucci's Django maakten gebruik van hetzelfde recept als Kurosawa.

Vanaf de openingscredits van Django weet je als kijker al dat je naar een bijzondere film kijkt. Een zonderlinge man loopt over een troosteloze vlakte, een lijkkist achter zich aanslepend. Nadat hij eerst een vrouw weet te redden uit de klauwen van een stel misdadigers komt hij aan bij een spookachtig slaapstadje op de grens bij Mexico. Het gehucht wordt geterroriseerd door ene Majoor Jackson met zijn Ku Klux Klan-achtige bende en krijgt daarnaast ook nog regelmatig een bezoekje van een bende Mexicaanse bandieten. Django is echter uit op één ding en dat is wraak nemen op de moordenaar van zijn vrouw.

Wat vooral opvalt aan de film van Corbucci is dat het verhaal nogal afwijkt van zowel A Fistful of Dollars als het origineel Yojimbo. Dat is op zich ook niet zo vreemd. Toen de regisseur aan de film begon was er namelijk geen script beschikbaar. Toen Corbucci even niet meer wist hoe het verhaal verder moest gaan vroeg hij zijn broer Bruno om alsnog vlug iets inelkaar te flansen voor de rest van het verhaal. Het resulteerde in een film die al snel een cultstatus zou gaan opbouwen. De film was voor die tijd revolutionair te noemen. Vooral de scène waarin een man zijn net afgesneden oor moet opeten was nogal spraakmakend te noemen. Diezelfde scène inspireerde Tarantino voor één van zijn hoogtepunten in diens debuutfilm Reservoir Dogs.

Na het succes van de western van Corbucci zouden tientallen films verschijnen met de naam Django in de titel. Het waren stuk voor stuk rip-offs die weinig tot niks met het oorspronkelijke verhaal te maken hadden. Wat trouwens niet wil zeggen dat er geen fijne films tussen zaten. In Duitsland verschenen de films van Franco Nero veelal met een verwijzing naar Django in de titel. Zo konden Duitse filmliefhebbers genieten van onder meer Django 2 (Texas, Addio), Ein Hallelujah für Django (La Più Grande Rapina Del West) en Django - Sein Gesangbuch war der Colt (Le Colt Cantarono La Morte E Fu... Tempo Di Massacro). Met de komst van de Italiaanse westerns was er wel een keerpunt in het genre bereikt. Westerns waren niet langer films met het romantische beeld van pioniers die de wildernis introkken om de nieuwe wereld te verkennen. In de spaghettiwestern was de held niet altijd een vriendelijk persoon, meestal was het een figuur van hetzelfde allooi als zijn tegenstanders.

Het zou tot 1987 duren voordat de film van Corbucci een officieel vervolg zou krijgen. Django 2 - Il Grande Ritorno van Nello Rossati, die eerder naam had gemaakt met de heerlijk bizarre en humoristische zombiefilm Io Zombo, Tu Zombi, Lei Zomba in 1979, was echter geen groot succes. De revolverheld had zijn wapens aan de wilgen gehangen en leefde teruggetrokken in een klooster. Als zijn dochter door Hongaarse soldaten wordt ontvoerd moet Django zijn oude machinegeweer uit de mottenballen trekken om nog een keer zijn schietkunsten te vertonen. De bioscoopgangers waren de oude cowboy vergeten en de filmt flopte genadeloos.

FOKfilmbliklogo

Il prezzo del potere (1969)


De FOK!filmblik filmtip van dekatophetspek is deze week voor een behoorlijk opvallende spaghettiwestern van Tonino Valerii. Valerii zou vanaf de vroege jaren zeventig naam maken als regisseur van klassiekers zoals Una Ragione Per Vivere E Una Per Morire (A Reason to Live, a Reason to Die) en Il mio nome è Nessuno (My Name Is Nobody).

In The Price of Power draait het om een aanslag op President James Garfield, een verhaal dat wel heel erg veel gelijkenissen vertoond met de aanslag op President John F. Kennedy. Een spaghettiwestern met een politiek sausje dus. Gedeelten van de soundtrack, gecomponeerd door Luis Enríquez Bacalov, werden later gebruikt voor het computerspel Red Dead Revolver.

Veel kijkplezier en tot de volgende FOK!filmblik waarin we onder meer dieper ingaan op de filmsuggestie van FOK!user Zeitgeist; de 'Boss Nigger'-trilogie.