Eyserbosweg; scherprechter in de Gold Race

Frank (franklop)

De Cauberg is al jaren het boegbeeld van de heuvelklassieker Amstel Gold Race. De laatste jaren wordt er zelfs gefinisht op de heuvel. Echter zijn er genoeg renners te vinden die niet de Cauberg, maar de Eyserbosweg hebben aangestreept in het routeboek. Op deze heuvel is al vaak een (voor)beslissing gevallen in de Amstel Gold Race.

De Eyserbosweg is 1.100 meter lang en kent een rustige aanloop van een paar honderd meter, waardoor het gemiddeld stijgingspercentage op 8,9% uitkomt. Het lastige van de heuvel zit hem in het bos, waar na het passeren van de eerste boom de stijgingspercentages oplopen tot 16,7%.

Volgens de overleveringen moet de weg rond 1500 zijn ontstaan toen de parochianen van het boerengehucht Eyserheide hun eucharistie in Eys gingen vieren. Het grindpad liep toen nog dwars door het bos. In de Tweede Wereldoorlog werden er rond het Eyserbos zware
gevechten geleverd.In het Eyserbos hadden de Duitsers zich verscholen in loopgraven.

Vier dagen beschoten de Amerikanen vanaf de Gulpenerberg het gebied, voordat de Duitsers op 16 september capituleerden. Hierna werd het gebied als militaire basis gebruikt, waarvandaan de voedseldroppings in Noord-Nederland en de bombardementen in het Duitse Roergebied werden gecoördineerd.

De eerste grote wedstrijd die op de heuvel werden gehouden was geen wielerwedstrijd, maar het Nederlands kampioenschap zaklopen. Met een zak met honderd kilogram zand moesten de deelnemers de duizend meter klimmen. Het kampioenschap werd tweemaal gewonnen door de plaatselijke favoriet Huub Stintsen.


Erik Dekker en Maarten Ducrot over de Eyserbosweg

Nadat het kampioenschap werd afgeschaft waren het eerst mijnwerkers die op de heuvel wedstrijden reden. Het duurde niet zo heel lang voordat de Eyserbosweg ook in de Amstel Gold Race werd opgenomen, al is de oprichter Herman Krott niet helemaal zeker wanneer dit voor het eerst het geval was. Ook in de oude rondeboeken is het niet op te maken wanneer de heuvel voor het eerst op is genomen in de koers.

"In de eerste jaren ging ik vaak een week naar Limburg om nieuwe wegen te ontdekken. De berg van de televisiemast had ik snel ontdekt. Maar ik wist niet eens dat het de Eyserbosweg heette. Jarenlang zijn we hier ook naar beneden gereden. Daarna lag de berg op honderd kilometer van de finish en speelde hij geen grote rol in de wedstrijd," zei Krott over de heuvel, die na verloop van tijd een steeds grotere rol ging spelen in de koers.

Zo eindigde een aanval van Adrie van der Poel tijdens de koude editie van 1985 op deze weg. De wereldkampioen veldrijden van 1996 kwam op de heuvel de man met de hamer tegen en moest op de top van de berg zijn maaginhoud zelfs legen.

Een renner die de zwaarte van de Eyserbosweg in de koers altijd goed kon inschatten was Michael Boogerd. De eenmalige winnaar van de Gold Race (1999) plaatste veelvuldig zijn aanvallen in de wedstrijd op deze heuvel. "Het is een berg voor de echte klimmers.,Al in het dorp loopt de weg steil omhoog, maar de klim wordt alsmaar steiler. Het is zoals La Redoute in Luik - Bastenaken - Luik onmiskenbaar het zwaartepunt. Hier kunnen alleen de besten ten strijde gaan."


Profiel van de Eyserbosweg

Boogerd wist bijvoorbeeld in 2002 en 2004 weg te komen op de Eyserbosweg, waarna selecte groepjes over wisten te blijven. De Nederlander moest echter twee keer een Italiaan voorlaten. Michele Bartoli was in 2002 het sterkste, terwijl Davide Rebellin in 2004 won. Danilo di Luca was in 2003 degene die de boel deed ontploffen. Hij kreeg vier man met zich mee, waarbij Boogerd, Rebellin en Lance Armstrong zaten. De winnaar was echter Alexandre Vinokourov.

Ook Karsten Kroon kent de kracht van de Eyserbosweg als geen ander. In 2006 legde hij daar de basis voor de zege van zijn toenmalige ploeggenoot Fränk Schleck. "Ik heb afgestopt voor Frank, maar als ik van voor had gezeten had hij dat ook voor mij gedaan. Ik heb de beslissing op Eyserbosweg gemaakt en dat is een fantastisch gevoel."

Aankomende zondag worden de renners, in tegenstelling tot de twee keer van 2010, één keer over de Eyserbosweg gestuurd. Na 240 kilometer koers zullen de mannen met goede benen zich tonen. Terwijl de renners die het net niet hebben een serieuze tik van de man met de hamer zullen krijgen.