[Special] De wispelturige Franse koningin

Bram (Chiel-Montagne)

Langs de kronkelende wegen van de wielergeschiedenis zijn talrijke euforische momenten, maar ook stille momenten gezaaid. Donkere en heldere beelden wisselen elkaar in het cyclisme regelmatig af. Duistere combines, fatale malheur, maar ook succesvolle triomftochten tegen de elementen passeren de revue. Aan elk wielermonument kleven talrijke anekdotes. Zo ook aan Parijs - Roubaix, waar geluk en verdriet elkaar in 1993 in rap tempo afwisselden.

De koningin onder de klassiekers. Zo luidt één van de vele bijnamen van Parijs - Roubaix. Deze gewilde vrouw brengt de meest tegenstrijdige gevoelens in de renners naar boven. Ze zijn verknocht aan haar en ze vervloeken haar. Ze is mooi en wreed tegelijkertijd. Ze is in staat om wegens een kleinigheid haar meest vurige aanbidders haar gunsten te weigeren en het is juist daarom dat ze haar allemaal zo graag willen verleiden én veroveren. De meeste coureurs hebben dan ook een haat-liefdeverhouding met de helletocht van 259 kilometer, waarvan 52,9 kilometer over de afgrijselijke kasseien. Deze relatie werd ooit treffend omschreven door wijlen Franco Ballerini, die in 1995 en 1998 het zegegebaar mocht maken: "Parijs - Roubaix is als een mooie vrouw. Je kunt er enorm opgewonden van raken, krijgt zoveel adrenaline in je bloed dat je de inspanning en de vermoeidheid niet voelt. Met een mooie vrouw kun je ook twee nachten doorgaan." Om daar vluchtig aan toe te voegen dat het niet eenvoudig was haar ook zo gek te krijgen: "Elke keer als ik haar bijna had, sloot ze haar benen."

Zo ook op 11 april 1993. De krachtpatser uit het schilderachtige Toscaanse dorp Cantagrillo dacht toen als triomfater van de Velodrome in Roubaix te stappen, maar verliet de Noord-Franse stad als een ware schlemiel. Hij verloor namelijk in een sprint-à-deux van zijn vluchtmakker Gilbert Duclos-Lasalle met een banddikte verschil. Precies acht centimeter scheidde Ballerini van het heldendom. Gedurende dertig tellen waande hij zich echter de winnaar. Vandaar dat hij, vlak nadat hij over de streep was gekomen, begon aan zijn ereronde. Terwijl hij zijn armen triomfantelijk ten hemel stak, liet hij zich door 4.000 uitzinnige Fransen bejubelen als de winnaar van de belangrijkse klassieker van het seizoen. Hij zweefde als nooit tevoren.

Ballerini verliest van Duclos-Lasalle

Franco Ballerini verliest met acht centimeter verschil van Gilbert Duclos-Lasalle.

Dertig seconden later kwam hij echter met een fikse klap terug op aarde. Dat gebeurde nadat hij triomfantelijk in de armen was gevallen van zijn ploegleider Patrick Lefevere. "Patrick, vertel mij welke topwedstrijd Franco Ballerini heeft gewonnen !" Lefevere keek hem beduusd aan, spreidde de rechterhand en hield een decimeter leemte tussen duim en wijsvinger voor Ballerini's ogen en bromde: "Je hebt verloren." Op de finishfoto was namelijk duidelijk te zien dat Duclos-Lasalle de sprint naar zijn hand had gezet. Ballerini ging voor de tweede maal door een hel. De ontreddering viel van zijn gezicht af te lezen en met een snedige pas snelde hij naar de douches. "De langste honderd meter van mijn leven", aldus de Florentijn. Nooit, zwoer hij, zou hij nog terugkeren naar Roubaix. "Ik begrijp nu", stamelde hij, "dat Moreno Argentin in een stevige depressie raakte toen hij vorig jaar zo ongelukkig tweede werd in Milaan - Sanremo."

Niet Ballerini, maar Duclos-Lasalle was de sterkste op de wielerbaan in Roubaix. Of liever: de slimste. Ballerini, die gedurende de 268 kilometer lange kasseikoers duidelijk de sterkste was, dacht op de wielerbaan te kunnen stoeien met pistier Duclos-Lasalle. Tevergeefs, want de Franse Bask liet zich op zijn terrein niet in de luren leggen. Duclos-Lasalle verraste zijn compagnon door tijdens de sprint de trukendoos open te trekken: hij bleef een ronde achter zijn supernerveuze opponent hangen, om zich vervolgens een halve baan voor de meet de kop te laten opdringen. Meteen gooide hij het tempo de hoogte in. Ballerini dacht daarna slim binnendoor te komen, maar zijn gewiekste tegenstrever dwong hem echter de langere weg buitenom te nemen. "En aan het einde wierp ik mijn fiets als het ware over de streep, zoals de echte pistiers dat doen", grijnsde Duclos-Lasalle. "Het is de aankomst op de baan, waardoor ik heb kunnen winnen."

Slimheid won het van brute kracht, aangezien de Italiaan tijdens de race zelf duidelijk de sterkste man in koers was. Ballerini reed de kinderkopjes uit de grond en zijn concurrenten op een hoop. Enkel Duclos-Lasalle (die ooit door wijlen Theo Koomen als volgt door de ether ging: "Er zijn twee renners ontsnapt, Duclos en Lasalle") kon, zij het met moeite, volgen. De Fransman wist al snel wat hem te doen stond: "Ballerini vloog over de kasseien. Ik heb mij louter op hem gericht. Toen wij samen voorop waren, gaf ik mezelf weinig kans. Maar ik vermoedde dat hij zichzelf sterk waande en dat ik daarmee mijn voordeel kon doen."

En dat bleek een juiste inschattig van de Franse ancien. Ondanks waarschuwingen van zijn ploegleider Lefevere, was de sterke Ballerini namelijk overmoedig geworden. De oefenmeester had zijn Italiaanse pupil op vijf en drie kilometer van de meet nog zo gewaarschuwd. "Pas op Franco die Duclos-Lasalle is uitgekookt op de piste. Je kunt beter alleen weg gaan, demarreren." Het bleek aan dovemansoren gericht. Ballerini waande zich immers véél te sterk voor zijn 38-jarige vluchtmakker. De Italiaan had namelijk gezien dat Duclos-Lasalle stikdood zat. "Honderd keer in de laatste twintig kilometer zag ik Gilbert dood aan mijn wiel hangen. Als ik hem vroeg over te nemen, antwoordde hij telkens: 'ik kan het niet'. Ik hem me in de maling laten nemen. Ja, ik heb gereden als een debutant."

Die conlusie werd gedeeld door Roger De Vlaeminck, pr-man bij de GB-MG-ploeg van Ballerini en met vier zeges recordhouder in de Hel van het Noorden: "Natuurlijk pakte hij die sprint helemaal verkeerd aan. Hij had snelheid moeten houden. Maar de fatale fout die Franco heeft gemaakt, is dat hij te zeer overtuigd was van zichzelf. Een renner die denkt dat hij niet meer kan verliezen, verliest." De volgers stelden na afloop dan ook droogjes vast dat de spierbundels van Ballerini duidelijk niet recht-evenredig waren gegroeid met zijn herseninhoud. Daar was zijn ploegleider Patrick Lefevere het mee eens: "Ballerini is een brave, naieve jongen. Te braaf voor het keiharde cyclisme. Zet hem een valhelm op, en je hebt te maken met de domste coureur ter wereld. Dan verliest hij zijn verstand."

De robuuste Italiaan kon na afloop van de onfortuinlijke L'Enfer du Nord niets anders dan zich schikken naar de woorden van zijn ploegleider. Hij wist namelijk terdege dat hij cruciale fouten had gemaakt. Wat nu zijn grootste misser was? "De grootste fout die ik ooit heb gemaakt, is dat ik coureur ben geworden. Ik zal helemaal opnieuw moeten beginnen te leren wielrennen", sprak de Florentijn ontgoocheld na de volslagen onverwachte nederlaag in de granieten doucheruimte van de piste.

Ballerini en de kassei

Franco Ballerini troont trots de meest gewilde kassei; de hoofdprijs van Parijs - Roubaix.

De bonkige Toscaan leerde, al duurde het even. In 1995 won hij namelijk met overmacht de vijftigste Omloop Het Volk. "Ik heb eindelijk weer eens gevoeld dat ik toch nog kan winnen. De kleinste overwinning had voor mij al heel veel betekend, maar Het Volk telde voor mij voor drie. Eindelijk voelde ik weer eens een beloning voor alles wat je er in het moderne wielrennen voor over moet hebben." Die zege maakte Ballerini, volgens ploegleider Lefevere, wijzer en vooral zelfbewuster. Dat bleek in de Parijs - Roubaix van 1995, waarin hij - ondanks een blessure aan zijn schouder - de concurrentie vlot uit het wiel reed. Hij voelde zich zo sterk dat hij er op veertig kilometer van het einde solo vandoor ging. "Met een sprint in de benen zou ik ook op mijn gemak naar de meet kunnen rijden. Als ik snel was, speelde ik het spel anders, dan was ik ook sluwer. Maar iedereen heeft zijn fysieke mogelijkheden en beperkingen. Sprinten is niet mijn sterkste kant. Om te winnen moet ik de rest wel onderweg zien kwijt te raken." En met succes.

Daarmee vond Ballerini zich exact twee jaar na zijn schlemielige verlies terug op de hoogste trede van het podium. "Ik heb twee jaar geprobeerd een zwarte dag te vergeten. Vandaag is het dan eindelijk gelukt." Daarmee onderstreepte hij tevens zijn eigen wielerwet over Parijs - Roubaix: "Om Parijs - Roubaix te kunnen winnen, moet je hem eerst een paar keer hebben verloren." De Florentijn had eerst een pijnlijke nederlaag nodig, voordat hij het zoet smaakte van de overwinning in de helleklassieker. En niet voor de laatste maal, want ook in 1998 stond hij met de gewilde kassei in zijn handen. De koningin stelde zich dus tweemaal open voor Ballerini. Zal Tom Boonen de gewilde en wispelturige vrouw vandaag voor de vierde maal verleiden? We zullen het zien.