Hugo Luijten volgt voetspoor van Duitse voorvader

Afgelopen vrijdag was het precies 100 jaar geleden dat de Duitse soldaat Heinrich Ohlenforst in de eerste weken van de Eerste Wereldoorlog om het leven kwam. Een eeuw later heeft historicus Hugo Luijten, bij de meeste FOK!kers ook bekend als de columnist Shoecop, de laatste voettocht van deze Duitse soldaat overgedaan. Waarom hij dat heeft gedaan kun je lezen in het onderstaande interview.

Uit de Sydney Mail van 30 september 1914
Uit de Sydney Mail van 30 september 1914

FOK!: Hugo, hoe kom je in hemelsnaam op het idee om de voettocht van een Duitse soldaat die 100 jaar geleden plaatsvond opnieuw te gaan lopen?

Hugo Luijten: Ik ben begonnen met het schrijven van een roman. Verder waren er nog geen andere plannen. Tijdens het schrijven gebruikte ik vaak Google Streetview, om te zien hoe een bepaalde stad of streek eruitzag. Veel plekken waren nauwelijks veranderd, het was af en toe net of ik uit een tijdmachine stapte. Toen rijpte het idee om de tocht over te doen en dat gevoel te verdiepen. De research voor de roman leverde bovendien veel materiaal op dat ik niet kon gebruiken. Het is immers geen non-fictie geschiedenisboek vol feiten of zo. Door de tocht over te doen én er tegelijkertijd een documentaire van te maken, kon ik die invalshoeken blijven gebruiken.

Hugo Luijten
Hugo Luijten

Hoe kwam je erachter dat je een voorvader had die in de Eerste Wereldoorlog had meegevochten?

Ik kreeg van mijn moeder een blikken doosje vol bidprentjes. Dat doosje was van haar grootvader -mijn overgrootvader dus- geweest. De man was kroegbaas en verliet zijn toog naar verluidt zelden. De bidprentjes waren dus echt van intimi, mensen die hij écht goed gekend had, anders was hij nooit naar hun begrafenis geweest. We konden ze allemaal thuisbrengen, op twee na: twee Duitsers die allebei sneuvelden in 1914. Onderzoek wees uit dat ze achterneven van mijn overgrootvader waren, het is dus heel ver weg. Een van hen, Heinrich Ohlenforst, maakte heel veel actie mee. Het is zijn weg die ik gevolgd heb. De andere, Hermann Welters, moest een fort bewaken en overleed in oktober 1914 aan dysenterie zonder in actie te zijn gekomen.

Was er enige informatie te vinden over deze Heinrich Ohlenforst?

Over de man zelf, zijn persoonlijk leven, nauwelijks. Pas toen de roman klaar was en ik met de interviews voor de documentaire begon, hoorde ik van oude mensen dat hij van de rijkste boer van het dorp kwam. Hij was al 33 toen hij dienst nam, waarschijnlijk om problemen thuis te ontvluchten omdat hij een vriendinnetje had van arme komaf. In de roman is dat omgekeerd, zij rijk, hij arm. Maar ik wist toen helemaal niet dat er wel degelijk zoiets gespeeld had. Dat was wel een verrassing. Over zijn tocht was heel veel te vinden.

Na de Eerste Wereldoorlog schreven de meeste regimenten hun geschiedenis op onder het motto: 'old soldiers never die', maar dan in het Duits. In dat boek stond de weg van dorp tot dorp beschreven, inclusief alle gevechten en andere gebeurtenissen. Van andere regimenten die dezelfde route aflegden kocht ik de antieke boeken ook (kost geen drol, een of andere Duitser die ze scant), zo kreeg ik een getrouw beeld. Bovendien waren er twee beroemde Duitse kunstenaars - schilder August Macke en schrijver Hermann Löns - op precies dezelfde dag gesneuveld. Hun brieven en dagboeken zijn onlangs nog uitgegeven en vormden ook een inspiratiebron.

Destijds werkte je aan een lerarenopleiding als docent geschiedenis en liet je de studenten meehelpen met zoeken naar achtergrondinformatie. Dat ging opvallend snel. Waar wisten ze de meeste bruikbare informatie vandaan te halen?

De opdracht luidde: zoek op basis van het bidprentje de weg van boerendorp tot graf uit en gebruik alleen internet. Op een bidprentje staat een regimentsnummer, en de sterfdatum levert in combinatie met de naam ook al veel hits op. Er zijn een aantal Duitse sites die zich met oorlogsgraven bezighouden, namelijk. Via regiment, divisie etc. kon de weg eigenlijk betrekkelijk eenvoudig gereconstrueerd worden. Middagje werk.

Tijdens je reis heb je natuurlijk ook de nodige herdenkingsbijeenkomsten meegemaakt. Kun je daar wat meer over vertellen?

Ik nam vooraf aan dat overal waar ik kwam wel een herdenking zou zijn. Dat was ook de reden dat ik het nu wilde doen: ik zou veel gewillige interview-slachtoffers tegenkomen. Voor veel dorpen gold dat ook, vooral in België. De eerste die ik meemaakte was meteen heel aangrijpend. Mijn voorvader was daar zeker geweest in een nacht dat er 18 burgers zijn gefusilleerd, de jongste was 14. Bij de herdenking legden kinderen van de basisschool een bloemetje met een bal erin. Dat deed me erg denken aan mijn eigen zoontje, en hoe blij ik ben dat hij niet zulke verschrikkingen moet meemaken.

Daarnaast viel het verschil in herdenken op. Grote parades, ingetogen plechtigheden, klank- en lichtspelen, tentoonstellingen ... Je kunt het zo gek niet bedenken of het is gedaan. En ja, soms ook helemaal niets. Geen vlag, geen bloemen. Dat mijn cameraman (en steun en toeverlaat Ruud Snijders) en ik de enigen waren die wisten dat de Duitsers in een bepaald dorp precies honderd jaar eerder zeven mannen hadden vermoord. Geeft ook weer aparte interviews.

Een herdenking ergens in Belgi?
Een herdenking ergens in België

Hoeveel kilometer heb je vanaf 4 augustus gelopen?

Ik heb ongeveer 400 kilometer gelopen. Ohlenforst volgens een voorzichtige schatting 750. Zij moesten wel eens terugtrekken, of werden elders ingezet. Die dubbele stukken heb ik niet gedaan. Zo won ik wat tijd om tussendoor te editten (een deel van de documentaire verschijnt als road movie wekelijks op YouTube), en hoefde ik ook de stukken van meer dan 30 kilometer niet te lopen. Want mijn conditie is puik, maar dat wilde ik ook graag zo houden. Ik ben geen wandelaar en geen backpacker: ik maak een documentaire. Al wandelend, met een rugzak van 30 kilo, dat dan weer wel.

De vondst van het stokoude bidprentje van een voorvader leidde naast deze voettocht ook tot een multimediaal project genaamd Offer 2014. Dit project bestaat uit een drietal delen?

De roman en de documentaire heb ik al genoemd, maar er verschijnt ook nog een graphic novel. Tekenaar Ersel en scenarist Renot zijn 'as we speak' bezig de roman te verstrippen. De basis is dus van mij, maar ze houden hun eigen artistieke inbreng. Dat was overigens een voorwaarde; ze werken voor de grote Franse stripuitgeverijen Glénat en Castermann.

Hoe kijkt men in deze tijd in België terug op de Moeder Aller Oorlogen?

Anders dan in Nederland is het een groot thema, ook in het dagelijkse leven. Iedereen is 'kenner', iedereen heeft wel een oudoom of overgrootvader die het meemaakte. Hetzelfde effect waar ik op mikte - de herdenkingen in elk dorp waar 100 jaar geleden de oorlog arriveerde - grijpt nu overal om zich heen. Op 3 oktober 1914, bijvoorbeeld, vluchtten in Antwerpen honderdduizenden mensen over een pontonbrug over de Schelde. Zo'n brug wordt nu ook gelegd en met veel ceremonieel herdacht. Een 105-jarige die het de vorige keer nog meemaakte, mag voorop, samen net de koning. Om maar wat te noemen, het leeft enorm. En dat zal de komende vier jaar nog wel zo blijven.

Aan de wandel
Aan de wandel

Wil je meer weten over deze bijzondere reis van Hugo Luijten? Volg hem dan op FaceBook of Twitter en schrijf je hier in voor zijn wekelijkse nieuwsbrief, waarmee je elke zondagochtend het laatste nieuws rondom dit unieke project (o.a. een filmpje van ongeveer 5 minuten) in je mailbox ontvangt. Een absolute aanrader voor iedereen met interesse voor de gebeurtenissen in de Eerste Wereldoorlog.