Nationaal Jeugddebat 2011

Afgelopen maandag stond het Nationaal Jeugddebat voor de 16e keer op het programma. Jongeren hadden weer even de overhand in de plenaire zaal van de Tweede Kamer. Nadat voorzitter Mariëtte Hamer een aantal huishoudelijke mededelingen had gedaan kreeg de voorzitter van NJR (de voormalige Nationale Jeugdraad) Niek Ritzen het woord. Daarna hield staatssecretaris Marlies Veldhuijzen van Zanten-Hyllner een regeringsverklaring over jeugdbeleid, toen konden de debatten beginnen.

© FOK.nl / Bram Muller
Staatssecretaris Marlies Veldhuijzen van Zanten-Hyllner

© FOK.nl / Bram Muller
128 jongeren in de Tweede Kamer in debat met politici

Een nieuwtje dit jaar was de ‘applausmeter’. Die registreerde de waardering die de jongeren hadden voor het debat met de politicus in het afgelopen debat.

Fractie Blauw mocht het openingsdebat voeren met Minister Piet Hein Donner van Binnenlandse Zaken. Het thema waar ze het met minister Donner over wilden hebben was ‘discriminatie’. De fractie constateerde dat discriminatie is een groot probleem onder jongeren is, en dat het voort komt uit onwetendheid en gebrek aan kennis van elkaars cultuur. Een deel van de oplossing voor dit probleem zochten de jongeren in een cultuurruil, om zo de vooroordelen die jongeren over elkaar hebben weg te nemen. Ook vond Fractie Blauw dat scholen en overheid een grotere rol moeten krijgen, er moet feedback komen over ervaringen van jongeren die zelf discrimineren en die gediscrimineerd worden. Minister Donner was het niet eens met de stelling dat discriminatie altijd te wijten is aan gebrek aan kennis of begrip. Hij nuanceerde het probleem door te zeggen dat niet alleen cultuurverschillen zorgen voor discriminatie. Ook legde hij de nadruk op het feit dat het probleem teveel bij de overheid gelegd wordt, terwijl het ook aan jongeren en de samenleving zelf is om discriminatie tegen te gaan. Jongeren kunnen en moeten ook zelf dingen organiseren en initiatief tonen. “De eerste vraag moet zijn, als er wat moet veranderen, wat kan ik er aan doen”, zei de minister. De deelnemers van het Nationaal Jeugddebat hadden een onderzoek gedaan waaruit blijkt dat veruit de meeste discriminatie gebeurt op basis van religie, daarom legden zij de nadruk op cultuurruil. “Het is een illusie om te denken dat we met één plan alle soorten van discriminatie de wereld uit kunnen helpen. Maar wij willen deze stap maken om vooral discriminatie op cultuurverschillen duidelijk te maken”, aldus een deelneemster. Ze deed het voorstel om een proef te houden met cultuurruil en aanvulling vanuit scholen, eerst op regionale schaal. Als blijkt dat de proef werkt dan kan die worden uitgebreid. Donner vond dat een goed idee en zei toe dat hij bereid is om landelijk beleid te ontwikkelen als blijkt dat de proef werkt. De applausmeter gaf minister Donner 95 decibel voor zijn bijdrage aan het debat.

© FOK.nl / Bram Muller
Fractie Blauw presenteert haar voorstel

© FOK.nl / Bram Muller
Minister Donner

Fractie Geel ging in debat met staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, Fred Teeven. Onder het motto ‘met Fractie Geel wordt je geen crimineel’ werd het onderwerp ‘jeugdcriminaliteit’ aangesneden. Het probleem is, vond Fractie Geel, dat er geen respect is voor ouderen, dat jongeren vaak zwichten voor groepsdruk om dingen te doen die ze eigenlijk niet willen. Bovendien zien veel jongeren de gevolgen van hun daden niet in en is de kans dat ze gepakt worden klein. Geel dacht dat een oplossing kan zijn om criminele jongeren en niet-criminele jongeren met elkaar te laten praten en elkaar aan te spreken op hun gedrag. Bovendien moet een dader excuses maken aan zijn slachtoffer. Teeven wilde graag meer duidelijkheid en stelde een aantal vragen. “Wat is de rol van de ouders van criminele jongeren?” en “voor welke vergrijpen zijn excuses voldoende of moet er naar andere straffen worden gezocht?” Na kort beraad benadrukte Fractie Geel nogmaals dat ‘sorry’ zeggen belangrijk is, als toevoeging op de straf. Daarnaast moeten er praatgroepen worden opgericht waarin criminele en niet-criminele jongeren met elkaar in contact komen. Zo’n praatgroep zou dan begeleid kunnen worden door studenten die zo extra studiepunten voor hun studie kunnen verdienen. Jongeren luisteren immers beter naar andere jongeren dan naar volwassenen. De staatssecretaris debatteerde goed mee, maar trad teveel in detail. Fractie Geel wilde het liever over Uit het onderzoek van de deelnemers bleek dat meer dan 80 procent van de ondervraagden voor het maken van excuses is. De incidenten die daarvoor in aanmerking zouden komen zijn onder andere: verkeersovertredingen, vechtpartijen, diefstal en wapenbezit. Teeven wilde de scheidslijn graag leggen bij delicten waarbij slachtoffers letsel oplopen. Daar was Fractie Geel het mee eens. Ondanks dat staatssecretaris Teeven nog wel met wat vragen bleef zitten, wilde hij wel toezeggen om verder te praten over de plannen van Fractie Geel. “Ik voel er heel veel voor om dit te organiseren, met name voor lichte incidenten”, lichtte hij toe. Ook vroeg hij de jongeren om vanuit het Nationaal Jeugddebat een jeugdpanel op te richten om het beleid wat hij gaat maken kritisch te volgen. De applausmeter gaf 99 decibel aan voor het debat met staatssecretaris Teeven.

© FOK.nl / Bram Muller
Staatssecretatis Fred Teeven in debat met fractie Geel

© FOK.nl / Bram Muller

In het debat met minister Marja van Bijsterveldt van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen nam Fractie Groen het voortouw. Zij wilde het met de minister over ‘school en cyberpesten’ hebben. Fractie Groen vond dat de gevolgen voor jongeren die gepest worden groot zijn en dat pestkoppen geen idee hebben wat zij met hun pestgedrag aanrichten. Bovendien wordt er door scholen te weinig aandacht gegeven aan het probleem van cyberpesten. De oplossing daarvoor is volgens Fractie Groen een grootschalig project waar jongeren, docenten en maatschappelijk werkers bij betrokken worden. Dat zou moeten samenkomen in een ‘challenge day’, gecombineerd met interactieve lessen op scholen. Op een challenge day praten leerlingen ‘face to face’ met elkaar over pesten en gepest worden. Fractie Groen vond dat dit voor iedere middelbare school in Nederland verplicht gesteld moet worden. Ook Fractie Groen had een motto bedacht, dat luidt: ‘Cyberpesten is passé, de oplossing is challenge day’. De minister was het in haar reactie met Fractie Groen eens, maar benadrukte dat cyberpesten heel vaak buiten school gebeurd. “Eigenlijk is het altijd een heel vervelende ervaring”, beaamde ze. Maar ook van Bijsterveldt vond dat leerlingen zelf een belangrijke rol zouden moeten spelen in het terugdringen van pestgedrag en wees hen op de eigen verantwoordelijkheid. Daarbij stelde ze voor om het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS) erbij te betrekken. “Het idee van de dag vind ik een goede zaak, maar ik vind eigenlijk ook dat het initiatief bij jullie kan liggen. Samen met je leerlingenraad, zodat je echt iets betekent voor elkaar”. Het moment van de dag was toen Quinty de Jong van 12 jaar aan het woord kwam. “Lieve minister”, begon zij. “Ik wil dit graag organiseren, maar u weet net zo goed als ik dat ik dat niet zou kunnen”. Waarna de zaal en de minister in lachen uitbarstte. Van Bijsterveldt bleef erbij dat een groot deel ook onder de eigen verantwoordelijkheid van jongeren valt. Ze gaf wel aan dat als de jongeren NJR (Nationale Jeugdraad) en het LAKS erbij betrekken, zij ook graag wil bijdragen. Ze wil opnameapparatuur ter beschikking stellen om instructievideo’s te maken en zal ook bekijken of er subsidie mogelijk is. De applausmeter gaf 95 decibel aan minister van Bijsterveldt.

© FOK.nl / Bram Muller
Twaalfjarige Quinty de Jong: "Lieve minister"

© FOK.nl / Bram Muller
Minister Marja van Bijsterveldt

Fractie Rood had ‘milieu en gezondheid’ als thema gekozen en ging daarover in debat met Lea Bouwmeester. Zij is lid van de vaste Tweede Kamercommissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Fractie Rood stelde twee hoofdpunten aan de orde, namelijk het systeem van orgaandonatie in Nederland en het feit dat homoseksuelen geen bloeddonoren mogen zijn. Fractie Rood vond dat met de huidige medische stand van zaken homo’s prima bloed kunnen doneren. Homoseksualiteit op zich betekent immers niet dat iemand onveilige seks heeft. Daarnaast wilde Fractie Rood graag af van het ‘nee-tenzij’ donorsysteem dat in Nederland gehanteerd wordt. Liever zien zij een systeem waarbij iedereen automatisch donor is tenzij hij anders aangeeft (het ‘ja-tenzij’-systeem), om zo het aantal donoren in Nederland op te krikken. Rood pleitte ook voor een informatiecampagne die mensen bewust maakt van de noodzaak om zich af te melden als ze geen donor willen zijn. In reactie op dit pleidooi vroeg mevrouw Bouwmeester of er nog tussenliggende alternatieven zijn. “Je hebt ‘het mag absoluut niet’, dat is nu. Maar er zit ook nog iets tussen dan dat je zegt ‘het mag absoluut wel’ en altijd”, vroeg zij. Ze was het eens dat er niet per definitie onderscheid gemaakt moet worden tussen homo’s en hetero’s. Ook vroeg zij aan Fractie Rood hoe zij een actief donorregistratiesysteem wil invullen. “Wat als mensen vergeten om zich uit te schrijven, of als ze vanwege een geloofsovertuiging geen donor willen zijn?” De risico’s voor bloeddonatie van homo’s kunnen, volgens Fractie Rood, bijvoorbeeld worden afgedekt door een periode van seksuele onthouding in de regels op te nemen. HIV kan tegenwoordig veel sneller in het bloed opgemerkt worden, maar dan is het wel van belang dat de formulieren eerlijk worden ingevuld. Rood benadrukt nogmaals dat het eigenlijk discriminatie is en dat homo’s nu ‘weer in de kast gejaagd worden’. Bouwmeester is onder de indruk van de argumenten van de fractie en is bereid om te kijken welke extra testen er mogelijk zijn voor risicogroepen, om zo tot een beter systeem van bloeddonoren te komen. Ze was echter niet zo’n voorstander van het ‘ja-tenzij’-donorsysteem en wilde liever verder bekijken wat er nog mogelijk is in het huidige systeem. Ze was zeker bereid om te praten met de Fractie Rood om ideeën verder uit te werken. Kamerlid Bouwmeester kreeg het hardste applaus: de meter gaf precies 100 decibel aan.

© FOK.nl / Bram Muller

© FOK.nl / Bram Muller
Kamerlid Lea Bouwmeester

Na de vier debatten was het tijd voor het slotdebat. Dat werd gevoerd met Mark Dullaert, de kinderombudsman. Hij begon met een uitleg over wat de kinderombudsman precies doet. “Ik zie het als mijn taak om heel goed op te letten dat jullie stem gehoord wordt”, was de kern van zijn verhaal. Dullaert, die in de jongerenmond ook wel ‘Jongbudsman’ genoemd wordt, roemde het aantal goede voorstellen dat hij deze middag voorbij had horen komen. Ook was hij zeer te spreken over de zelfkritiek die de jongeren hadden. Hij had ook kritiek op de politici die met de jongeren in debat waren gegaan, en dan met name het feit dat ze veel ballen terugkaatsten. “Nee, dat moet je zelf doen”, was een veel gehoord argument. “Het is jullie vasthoudendheid, dat jullie op basis van goede argumenten uiteindelijk toezeggingen hebben gekregen”, zei de Jongbudsman. Hij onderschreef het belang van participatie van jongeren en stelde twee vragen. De eerste vraag was hoe deze participatie georganiseerd moest worden. De tweede vraag was welke onderwerpen jongeren graag behandeld zien door de kinderombudsman. De jongeren mochten ieder voor zich spreektijd aanvragen en zij maakten daar massaal gebruik van, het was topdrukte voor de interruptiemicrofoons. Er werden veel ideeën aangedragen, hoe de drempel om met de kinderombudsman in contact te komen zo laag mogelijk gemaakt kon worden bijvoorbeeld. Er werd om meer ‘jongereninspraakdagen’ gevraagd. Ook een idee om per school ideeën op te geven en die naar de jongbudsman te sturen kon op steun rekenen. Dullaert zei dat hij zijn best zal doen om voor jongeren bereikbaar te zijn en te blijven. Ook wil hij graag het land in om naar de jongeren toe te komen, bijvoorbeeld op een challenge day. De applausmeter voor de jongbudsman kwam uit op 95 decibel.

© FOK.nl / Bram Muller
Mark Dullaert, de kinderombudsman

Ter afsluiting sprak NJR-voorzitter Niek Ritzen nog over de inspirerende voorstellen die gedaan waren en de scherpe oneliners. “Hopelijk hebben jullie net zo genoten als ik”, zei hij. Omdat het applausniveau de hele middag nog niet boven de 100 decibel was uitgekomen, vroeg Ritzen nog om een laatste daverend applaus voor de deelnemers zelf. Dat leverde 103 decibel op. Daarna sloot Mariëtte Hamer het debat echt af.

© FOK.nl / Bram Muller
NJR-voorzitter Niek Ritzen bedankt de deelnemers en politici

Tekst: Hukkie
Foto's: Bram Muller

Bekijk ook de uitgebreide fotoreportage op pagina 2. Klik op de foto's om een groter exemplaar te bekijken.