Extremely Loud & Incredibly Close

TheaterMaMa (Dick)

Door liefhebbers van het boek werd er huiverig uitgekeken naar de komst van de verfilming van Extremely Loud & Incredibly Close van Jonathan Safran Foer. Over de wond die de aanslagen van 9/11 sloegen in New York, bekeken door de ogen van de autistische jongen Oskar Schell en zijn bijzondere reactie daarop.

Poster

Oskar (Thomas Horn) is 11 jaar oud als op die "vreselijkste dag" zijn vader (Tom Hanks) overlijdt in een van de torens van het World Trade Centre in New York tijdens de aanslag van 9/11. Oskar had een bijzondere band met zijn vader, die hem vanwege zijn autisme geregeld op speurtochten stuurde waarin zijn hoofddoel vooral was dat Oskar contact moest maken met mensen. Nu is zijn vader dood en het gapende gat dat hij achter laat enorm voor Oskar. Het liefst wil hij er met niemand over praten, zelfs niet met zijn moeder (Sandra Bullock) van wie hij in rap tempo vervreemdt. Op een dag vindt hij een sleutel en daarmee de grootste zoektocht waar zijn vader hem ooit op stuurde. Op zoek naar de oplossing doorkruist hij New York en ontmoet vele mensen, ieder met een eigen verhaal en verlies.

Scenefoto

Op zich is Extremely Loud & Incredibly Close geen slechte film, maar de regisseur (Stephen Daldry) lijkt een oplossing voor het verdriet te willen geven, en die is er niet. Dit is zo'n groot collectief verdriet, dat de oplossing zit in het samen delen en zo verwerken, en dat duurt jaren. Dat is misschien ook wel de reden waarom filmmakers nog afwachtend zijn met het maken van een film over zo'n vers verdriet. Mensen zijn nog niet uitgerouwd, het is nog niet voldoende verwerkt. Soms moet je gewoon heel hard huilen als je verdriet hebt, en dat is niet verkeerd. Maar Daldry lijkt een pleister te willen plakken, een doekje voor het bloeden, maar de wond is zo enorm, dat wordt sowieso een litteken. Met een litteken moet je leren leven, het een plaats geven in je leven, niet dichtplakken, want dan gaat die wond onsteken, etteren. Deze film is geen tranentrekker, het zuigt de tranen uit je, in plaats van dat de tranen automatisch opkomen.

scenefoto

Tom Hanks speelt prachtig de kinderlijk speelse vader zoals we dat van hem kennen. Het lijden spat bij Sandra Bullock van het gezicht, maar de ster in deze film is natuurlijk het bijzondere jongetje Oskar Schell. Kinderen doen het vaak goed in dit soort films. Stephen Daldry heeft natuurlijk al vaker met dit bijltje gehakt, zijn idee van traumaverwerking door middel van zijn films zoals hij dat deed met The Hours en The Reader. In Billy Elliot bewees hij dat kinderen goed in te zetten zijn voor zijn tranenzuigers van films. Maar moet dat allemaal zo moralistisch, belerend, feel good?

scenefoto

Dan moet er toch ook iets gezegd over het boek wat ten grondslag ligt aan deze film. Een boek wat briljant de gevolgen van de aanslagen op dat jongetje Oskar Schell en de stad New York liet zien en op zo'n prachtige manier zijn gedachtewereld illustreerde. Daarvan zijn flarden terug te vinden in de film, met name in de solo's van Oskar waarin hij in een spraakwaterval zijn angst, verdriet en pijn uitspuugt.Het verhaal van de grootouders is voor het gemak geheel uit de film weggelaten, oma (Zoe Caldwell) komt nagenoeg niet aan bod. In het boek beslaan ze zeker de helft en worden ze afzonderlijk beschreven. Hierdoor verworden zij in de film tot dolende personages. Er is wel gepoogd om de huurder (Max von Sydow) zijn moment te geven, maar de achtergrond en het waarom hij is wat hij is wordt vrijwel overgeslagen, waardoor hier ook de plank misgeslagen wordt. Toch is Extremely Loud & Incredibly Close geen draak van een film, zeker als je van een tranenzuiger houdt kun hiervan genieten, als je het boek niet gelezen hebt. Als je zonder verwachtingen deze film gaat kijken valt er genoeg te ondergaan.