Sonic Riders: Zero Gravity

koei

Twee jaar geleden kwam SEGA met een nieuwe Sonic-game, maar deze keer was het geen platform-game, zoals tot dan toe altijd het geval was geweest, maar een race-game. Hoewel Sonic altijd wordt gezien als de Mario van SEGA, heeft de Japanse ontwikkelaar met Sonic Riders geprobeert er een ander soort racegame van te maken. Dat het een ander soort game is geworden klopt helemaal, Sonic Riders kwam niet eens in de buurt van Mario Kart, mede door slecht leveldesign en onduidelijke graphics. Zal Sonic Riders: Zero Gravity ervoor kunnen zorgen dat we het eerste deel vergeten?

Sonic Riders: Zero Gravity is qua opzet gelijk aan de meeste racegames, alleen in plaats van een challengemode waarbij je races moet winnen om verder te komen, hebben de makers ervoor gekozen om hiervan een story-mode te maken. Het resultaat blijft hetzelfde; je moet races winnen om nieuwe waveboards en tracks vrij te spelen. Over alles wat je vrij speelt kun je daarna ook in losse races beschikken. Naast het racen zijn er ook een aantal mini-games beschikbaar die je met meerdere mensen kunt spelen. Voetballen met wisselende zwaartekracht is de pittigste speelmodus, maar dat komt voornamelijk doordat de besturing erg onhandig is. Een race-estafette is op zichzelf best leuk bedacht, maar een beetje zinloos om in split-screen te spelen aangezien je om de beurt racet. Tot slot is er nog survival battle, waarin je de zwaartekracht kan gebruiken om je tegenstander aan te vallen met behulp van items. Van de minigames naast het racen moet Zero Gravity het dus niet hebben, maar wie heeft er dan ook minigames nodig bij een race-game?

Tijd dus om eens te kijken naar de basis van de game, het racen zelf. Zoals je verwacht in een game met Sonic in de titel kun je racen met Sonic, of één van zijn vriendjes of vijanden zoals Tails en Dr. Eggman. Racen doe je echter niet gewoon in een auto of een kart, maar op een soort hoover board waarop je door de lucht vliegt. Dit hoover board heeft de mogelijkheid om de zwaartekracht tijdelijk aan te passen waardoor je flinke sprongen kunt maken en opeens supersnel kunt gaan. Om een bocht door de gaan kun je bijvoorbeeld gebruik maken van een boost. Dit doe je door tijdens het indraaien op een knop te drukken, en deze los te laten als je de bocht bijna door bent. Klinkt simpel, maar de uitvoering is een stuk lastiger. Het vereist flink wat oefening voordat je dit truukje een beetje onder de knie hebt, en zelfs dan zullen je (computer) tegenstanders het vaak een stuk sneller doen. De besturing is sowieso erg gevoelig. Bij de standaardbesturing houd je je Wii-mote met twee handen vast. Je Wii-mote naar voren draaien is harder gaan, en naar achteren draaien is afremmen of zelfs achteruit gaan. Draai je echter te veel naar voren, dan zul je ook langzaam stoppen. Gelukkig is het spel ook te besturen met de GameCube controller, wat dan ook aan te raden is.

Sonic is een personage dat bekend staat om zijn snelheid. Bij een race-game verwacht je dan ook enorme snelheden te halen. Hierin is Zero Gravity wel goed geslaagd. Vooral als je een korte gravity boost gebruikt vliegt de wereld aan je voorbij en heb je het gevoel alsof je erg hard gaat. Helaas heeft dit gevoel van snelheid ook zijn nadeel. Alle levels zijn nogal flitsend opgezet met veel felle kleurtjes en aankleding, zoals rails om over te grinden en speciale stukjes waardoor je tijdelijk nog harder gaat. In combinatie met de snelheid zorgt dit ervoor dat je heel goed op moet letten waar je heen moet en dat je op tijd begint met het inzetten van scherpe bochten, anders red je het niet. Het enige dat je dan nog kan gebruiken om te winnen zijn items die je onderweg op kunt pikken in item boxen zoals we die kennen uit bijvoorbeeld Mario Kart. Een deel daarvan kun je enkel gebruiken om extra ringen te verzamelen, waarmee je nieuwe dingen kunt kopen in de shop, maar andere items laten je bommen gooien, zorgen ervoor dat je tegenstanders minder zicht hebben of geven je een extra boost. Een leuke extra, maar ze maken een onoverzichtelijk spel nog onoverzichtelijker.