Avatar: The Way of Water is een visueel meesterwerk

Zelden waren de verwachtingen zo hoog gespannen voor een vervolg waar ook zelden zo lang zat tussen de eerste film. Avatar: The Way of Water zou eigenlijk, in een alternatief universum, uitgekomen zijn in 2017. Toen James Cameron er echter ook ditmaal achterkwam dat de technologie nog niet volledig voldeed aan de visie die hij had voor zijn film, iets wat hem ook overkwam voor de eerste Avatar, werd er besloten om te wachten. Nu is er dertien jaar later dan eindelijk het vervolg op de film die, als inflatie niet mee wordt genomen, nog steeds te boek staat als meest succesvolle film allertijden. Worden de grote schoenen door The Way of Water gevuld?

Het vervolg sluit naadloos aan op de tijdspanne die er in onze wereld tussen de twee films zit en de familie Sully heeft een flinke gezinsuitbreiding ondergaan. Samen met zijn kinderen en Neytiri is Jake gelukkig in de bossen van Pandora, nadat de menselijke dreiging voorgoed verbannen leek te zijn. Het geluk blijkt alleen niet voor eeuwig, want opnieuw landt er een grote groep mensen op de planeet met een nieuwe missie; Pandora klaarmaken voor de verhuizing van de mensheid. Jake zal voor elke meter moeten vechten, op land en op zee.

De dertien jaar die Cameron heeft gewacht met het uitbrengen van dit technologische hoogstandje is meer dan terecht en dit wordt al duidelijk in de eerste minuten. De bossen zien er adembenemend uit, maar dat is niets vergeleken met de scènes die zich uiteindelijk voor een groot deel onder water afspelen. Tijdens het kijken van de film komt er meerdere keren het besef dat het overgrote deel van deze panorama's uit een computer gekomen zijn, iets dat eigenlijk maar moeilijk te bevatten is als het er zo levensecht uitziet. Ook lijkt de cineast de sleutel gevonden te hebben voor de succesvolle uitvoering van een actiescène waarbij niets uit het oog te verliezen is en het eindelijk goed te volgen is. 

Overigens kan het zeker voorkomen dat deze ervaring wordt onderbroken door een ontwikkeling waar Cameron eigenlijk net iets te ver in gaat. Een gedeelte van de film is namelijk opgenomen in HFR, ofwel higher frame rate, waarmee wordt bedoeld dat de normale snelheid van een film van 24 frames per seconde opgehoogd wordt naar 48 frames per seconden. Het zou een nog meer levensechte kijkervaring moeten opleveren, maar het zorgt er in 2022 nu alleen nog voor dat het beeld soms schokkerig lijkt en je naar een hoge kwaliteit videogame aan het kijken bent. Het mag de pret niet drukken, want het overgrote deel van de tijd is er ruimte om je als kijker te verliezen in een nieuw gedeelte van Pandora, het land van de Metkayina, Na'vi die leven in de zee. 

Hier zijn Tonowari, gespeeld door Cliff Curtis en Ronal, gespeeld door Kate Winslet, het die de dienst uitmaken. Het jammere is alleen dat deze op het eerste oog interessante personages uiteindelijk weinig te doen krijgen binnen de grote verhaallijn. De focus binnen de film ligt vooral op de kinderen van het Sully-gezin en hoe zij zich moeten aanpassen aan een nieuwe omgeving. Het grootste gedeelte van de tijd volgt de kijker Lo'ak, een van de zoons, terwijl hij zich door zijn hoge bewijsdrang naar zijn vader constant in de nesten werkt. Scenarioschrijvers Rick Jaffa, Amanda Silver en Cameron zelf verliezen zich hierin wel in de karaktertrekken die al zo vaak voorbij zijn gekomen in grote actiefilms. Dat is jammer, want naast dat Sam Worthington zich in de tussentijd heeft ontwikkeld tot een solide acteur, gaat Zoe Saldaña regelrecht voor het gevoel met een aantal hartverscheurende momenten. De nadruk ligt dus soms op de verkeerde momenten bij de verkeerde personages. 

Dit focusprobleem zorgt ook voor een zeer lange climax, waarbij het geduld van het publiek ernstig op de proef wordt gesteld. Het is dan ook te hopen dat de gebeurtenissen die zich hier ontvouwen in het grote geheel van de uiteindelijk vijf films in dit universum compleet logisch zijn, anders zal er over een aantal jaar met verbazing teruggekeken worden op de keuzes die hier worden gemaakt. 

Het zijn eigenlijk maar smetjes op dit visuele meesterwerk, waarin James Cameron maar weer eens laat zien waarom hij een van de meest succesvolle filmmakers allertijden is. Zijn visie voor het Avatar-universum schijnt in elke scène door, al blijft hij soms te lang hangen op plekken waar een kijker dan al is afgehaakt. Het is uiteindelijk vooralsnog met een goede reden en het zorgt ervoor dat Avatar: The Way of Water nog lang de gemoederen zal bezighouden totdat de derde film, dit keer hopelijk wél op schema, over precies twee jaar de bioscopen invliegt. Geniet tot die tijd nog van deze sensationele filmervaring.