Tales of Arise

De Tales of-serie is al vele jaren het equivalent van een B-film als het gaat om JRPG's. De games van de afgelopen jaren (Tales of Xillia, Tales of Zestiria en Tales of Berseria) zijn allemaal degelijk, maar het zijn ook spellen met veel grote minpunten en relatief lage productiewaardes. Met Tales of Arise krijgt de serie eindelijk weer een beetje een budget en het resultaat is dat het weer als een A-merk overkomt.

Tales of Arise is in vele opzichten een nieuwe start voor de serie; je zou het zelfs een reboot kunnen noemen. Het eerste wat opvalt is dat de gedateerde in-house engine ingeruild is voor Unreal Engine 4, waardoor de kwaliteit van de graphics flink is verbeterd. Een ander belangrijk punt is dat de toon van de game vrij donker is. Om dat mogelijk te maken is het 'anime'-gehalte, waar de serie de laatste jaren om berucht is, dit keer minder sterk aanwezig. Dit resulteert in meer ingetogen designs voor de personages en ook in iets minder stereotype figuren met voorspelbare karaktereigenschappen. Persoonlijk ben ik van mening dat de serie al tijden een schop onder de kont nodig had, dus ik ben blij dat Bandai Namco deze veranderingen heeft doorgevoerd en ook een veel langere ontwikkelingstijd dan normaal is voor de serie heeft verschaft (4-5 jaar).

Tales of Arise is het verhaal van twee planeten: Dahna en Rena. In het begin van het verhaal van de game heeft de technologisch meer geavanceerde Rena al ruim 300 jaar de macht over Dahna. Rena heeft gelijk alle inwoners van Dahna tot slaven gemaakt en het planeet in vijf verschillende regio's verdeeld waar verschillende despoten heersen. Het hoofdpersonage van de game, Alphen, is een van de vele slaven die als oud vuil wordt behandeld.

Waar dictators heersen vormen zich altijd verzetsbewegingen en dat is in Dahna niet anders. Alphen komt door allerlei omstandigheden in aanraking met dat verzet en ontmoet ook snel Shionne. Deze dame komt uit Rena, maar ze is een verrader die van plan is om alle vijf huidige heersers van Dahna om zeep te helpen. De drijfveer van Alpen is duidelijk; hij wil Dahna van 300 jaar tirannie bevrijden. Maar Alphen is ook een vreemde gozer. Hij voelt zijn pijnreceptoren niet, draagt een mysterieus masker dat er niet af kan en is ook haast al zijn herinneringen kwijtgeraakt. Dat laatste is overigens een welbekend en overgebruikte plotelement in JRPG's, maar gelukkig blijkt het in deze game geen irritante gevolgen te hebben. De motieven van Shionne blijven veel langer geheim, maar zij is ook interessant omdat ze last heeft van een 'vloek'. Iedereen die haar aanraakt wordt als het ware geëlektrocuteerd waardoor ze al haar hele leven een einzelgänger is.

Een van de beste verbeteringen die er met Tales of Arise is doorgevoerd is dat het verhaal een stuk meer gefocust is. De Tales of-games van de laatste jaren zijn vaak nodeloos ingewikkeld en kennen vermoeiende plotelementen zoals macguffins die als een slap smoesje dienen om de personages te dwingen om de spelwereld rond te trekken. Tales of had echt behoefte aan een meer sober en eenvoudig verhaal met minder eindeloze zijroutes en saaie afdwalingen.

In Arise is er dus een duidelijke missie en die laat zich daar weinig van afleiden. Daarbij is het leuk dat elke regio in Dahna weer net even wat anders is. Het zijn niet alleen andere omgevingen, maar er is dus elke keer een andere Rena-heerser die de hoofdrol overneemt als tegenstander. De Dahna slaven worden ook niet overal hetzelfde behandeld en het is interessant om te zien hoe de culturen van elke regio zich door de gedwongen isolatie tussen de gebieden heeft ontwikkeld. Elke regio is dus haast een op zichzelf staande verhaallijn met unieke twists en een climax. Daardoor keek ik er altijd naar uit weer verder op reis te gaan en in de volgende verhaallijn te duiken.

Het is natuurlijk niet alleen het verhaal van Alphen en Shionne, uiteindelijk sluiten vier andere personages met uiteenlopende achtergronden zich bij je groep. Deze personages worden allen goed uitgediept en zijn zeker niet statisch. Ik vind alleen wel dat er te weinig humor in het spel zit. Dit keer is er geen grapjas in de groep die af en toe de ietwat zwaarmoedige sfeer van Arise wat luchtiger maakt. Verder worden de complexe topics die de game behandelt, zoals slavernij, niet altijd op behendige wijze afgehandeld, maar al met al heb ik dit keer eindelijk weer genoten van een verhaal in een Tales of-game.

De Tales of-games staan verder bekend om het feit dat het actie-RPG's zijn met steevast een vlot vechtsysteem. Dat is in Tales of Arise niet anders. Wederom lijkt in dit aspect 'focus' het toverwoord. De serie had namelijk last van overbodige systemen en Arise heeft de boel gestroomlijnd zonder dat er iets verloren is gegaan in de complexiteit. Je kunt zoals gebruikelijk met behulp van de zogenoemde 'Artes' technieken mooie combo's opzetten en dat gaat - wellicht dankzij de nieuwe engine - soepeler dan ooit. Het voelt alsof het vechtsysteem eindelijk echt volledig 3D is, in plaats van een soort mix. Arise introduceert ook een nieuw 'boost'-systeem waarbij je partyleden door een meter te verbruiken net als in Marvel vs. Capcom-games even kunt oproepen voor een speciale aanval. Hiermee is de boel net wat meer dynamisch en bovendien voegt het ook een laagje strategie toe omdat de speciale aanvallen extra sterk kunnen zijn tegen specifieke tegenstanders.

De wereld verkennen gaat in deze game ook vrij lekker. Zestiria en Berseria probeerden trends te volgen, maar eindigden met onnodig grote open velden die veelal leeg ogen. De omgevingen in Arise zijn iets meer lineair, maar hebben een handgemaakte touch die de game meer persoonlijkheid verleent. Dat geldt ook voor de dungeons, die eigenlijk naadloos op de reguliere omgevingen aansluiten.

Voordat ik afsluit moet ik nog wel een paar minpuntjes benoemen. De nieuwe graphics zijn een grote verbetering ten opzichte van een aantal voorgaande games, maar Bandai Namco heeft wel qua stijl naar mijn inziens een fout gemaakt. Er hangt namelijk een soort cel-shaded filter over Arise heen die er een beetje nep uitziet en de game soms onnodig onscherp lijkt te maken. Verder had het spel wat meer royaal mogen zijn met de vijandtypes. Je komt al snel anders gekleurde variaties van dezelfde vijanden tegen, iets dat altijd een beetje goedkoop voelt.

Conclusie:
Tales of Arise is de beste Tales of-game in vele jaren. Het elan lijkt terug en wellicht kan de serie met deze game weer een doorbraak maken zoals het ooit lukte met de destijds ambitieuze Tales of Symphonia. Arise ontdoet zich van veel onnodige bagage en focust zich op de belangrijkste elementen die de serie groot hebben gemaakt: een goed verhaal, leuke personages en een vlot vechtsysteem. Kortom, Tales of Arise brengt de serie eindelijk terug op het niveau waar die thuis hoort.

Gespeeld op PS5, ook beschikbaar voor PS4, Xbox One, Xbox Series X|S en pc.