Neo: The World Ends With You

The World Ends With You maakte in 2007 veel indruk als Nintendo DS-game. Geen wonder, want het is nog steeds een zeer unieke game die op creatieve wijze gebruikmaakt van alle foefjes op die handheld. Het is moeilijk om een goede sequel te maken op een uitzonderlijke en originele game, maar gelukkig is het Square-Enix gelukt.

Neo: The World Ends With You (hierna afgekort als simpelweg Neo) speelt zich drie jaar na de gebeurtenissen in de originele game af. Je speelt niet als Neku en zijn vrienden, maar met nieuwe hoofdpersonages. Rindo en zijn beste maat Fret zijn aan het chillen in Shibuya als ze plotseling mensen met psychische vaardigheden met elkaar zien vechten. Vanwege het conflict hebben ze een bijna-doodervaring en even later bevinden ze zich in een alternatieve versie van Shibuya waar niemand meer ze kan zien of horen.

Dit is de ‘Shibuya Underground’ waar de ‘Reaper’s Game’ zich afspeelt. Als je hier in terechtkomt moet je noodgedwongen het spelletje meespelen, want verliezers worden voor eeuwig ‘gewist’. Enkel de winnaars kunnen terugkeren naar de ‘Shibuya Realground’; de echte realiteit. Ik gooi nu al met ietwat lastige in-game termen, maar dat is eigenlijk een goede indicatie van wat je van deze sequel moet verwachten. Het spel legt wel veel uit, maar eigenlijk is het bijna noodzaak dat je het verhaal en de personages van de eerste game kent. De game maakt erg veel referenties naar die eerste game en oude personages hebben sleutelrollen.

Neo speelt zich net als de originele game volledig af in Shibuya. Dit is een van de speciale wijken in Tokio die vooral beroemd is vanwege de drukke Scramble Crossing, maar het is ook een epicentrum van mode en cultuur. Neo doet net als de originele game goed werk om dit feit over te brengen. De stijlvolle personages met modieuze outfits zijn duidelijke voorbeelden, maar het gaat verder dan dat.

Het helpt waarschijnlijk dat veel sleutelfiguren van de originele game ook aan de slag zijn gegaan met de sequel. Tatsuya Kando heeft weer de regie in handen, terwijl Tetsuya Nomura weer het project overziet en het design van de personages heeft verzorgd. Verder is ook Takeharu Ishimoto terug als componist. De soundtrack is daarom weer eigenzinnig en opvallend. Het is een mix van techno, metal en j-pop die betoverend werkt.

De Reaper’s Game is na al die jaren ietwat veranderd. Je hoeft niet meer enkel als teams van twee te overleven, dit keer concurreren grotere teams met elkaar voor de winst. Wat niet is veranderd is dat je een week lang allerlei missies moet doen die je door heel Shibuya sturen. De stad op deze manier verkennen is leuk, want je vindt steeds leuke restaurants waar je kunt eten om je stats te verbeteren en modezaken om nieuwe outfits te kopen. Voor de missies moet je steevast aardige puzzels oplossen en het tegen de zogenoemde ‘Noise’ opnemen. Dit zijn negatieve gevoelens die tot leven komen in de Underground als monsters.

Vechten is dus een belangrijke component in deze game. Afgaande van gameplaybeelden zou je denken dat Neo speelt als een typische 3D actie-RPG, maar dat is niet helemaal het geval. Je bent relatief weinig op de vijanden aan het letten en vooral naar je vaardigheden aan het kijken. Dit keer gebruik je ook weer ‘pins’ om de psychische krachten van je party te activeren. Elke pin heeft een andere vaardigheid die je een paar keer kunt gebruiken, dan heeft het even nodig om zich weer op te laden. Door die vaardigheden met goede timing te gebruiken kun je combo’s activeren en een meter opladen waar je vernietigende speciale aanvallen kunt uitvoeren.

Tijdens gevechten moet je natuurlijk ook bewegen en aanvallen ontwijken, maar je bent dus vooral bezig met de timing van je vaardigheden. Het tempo van de gevechten ligt tevens erg hoog. Gekoppeld met het feit dat er vaak veel vijanden tegelijk op het scherm verschijnen en dat je constant van pins wisselt ben je als speler met veel dingen tegelijk bezig. De manier waarop dat je brein kietelt is eigenlijk heel vergelijkbaar met de complexe systemen van de eerste game, daarom is Neo ook in dit aspect een geslaagde sequel. Met name baasgevechten doen er een schepje bovenop en vereisen nog meer tactiek en goede reflexen van je.

Qua verhaal is de game wel ietsjes minder geslaagd. De vloek van bijna elke sequel is dat het minder origineel is dan het eerste deel. Dit keer zijn de Reaper’s Game en een paar twists simpelweg minder verrassend. Verder kakt het halverwege best wel in en ik begon te vrezen dat het saaie boel zou worden. Elke personage heeft buiten de gevechten om ook een speciale vaardigheid. Fret bijvoorbeeld kan met zijn ‘Remind’ kunstje mensen herinneren aan iets dat ze zijn vergeten. Dat is in eerste instantie grappig, maar vooral dus in de tweede act word je gevraagd om dat tig keer te herhalen. Hetzelfde geldt ook voor andere vaardigheden en dan wordt het soms irritant. In die momenten voelt Neo, dat toch al minstens twee keer zo lang is als de eerste game, zeker wel eentonig en langgerekt. Gelukkig herpakt het zich met de derde act en de epische conclusie maakt ook veel goed. Toch was het spel wel iets beter geweest als het korter was geweest (het heeft mij zo’n 45 uur gekost om het uit te spelen).

Het moet ook gezegd worden dat ik in eerste instantie weinig onder de indruk was van Rindo en de andere nieuwe personages. In het begin lijken ze vooral toeristen in een groot overkoepelend verhaal en ze zijn veel minder persoonlijk betrokken bij de evenementen die er plaatsvinden. Een van de sterkste punten van de originele game is dat bijvoorbeeld Neku en Shiki hun trauma’s confronteren en tijdens de game als mens veranderen en groeien. De nieuwe personages lijken lange tijd vooral statisch, maar gelukkig worden ze steeds meer in het narratief gezogen en ook zij ontwikkelen zich op interessante wijze. Wat dat betreft is dus dit een spel van de lange adem, maar het betaalt zich uiteindelijk zeker uit.

Conclusie:
Aan het eind van de rit kan ik niet anders dan Neo: The World Ends With You respecteren. De originele makers zijn bijna vijftien jaar later voor deze sequel terug bij elkaar gekomen en ze zijn met dezelfde creatieve geest aan het werk gegaan. Het resultaat is een game die, ondanks repetitieve segmenten en andere minpuntjes, de originele DS-game eer aan doet.

Gespeeld op PS4, ook beschikbaar voor Xbox One en pc.