CD: The Shins - Heartworms

De Indie rockers van The Shins bestaan nog immer na twintig jaar. Of, dienen we te zeggen dat singer/songwriter James Mercer nog steeds onder die naam opereert? Hoe het ook zij, het vijfde studioalbum Heartworms heeft het daglicht gezien, en voldoet in ieder geval aan het criterium van Mercer om elke vier, vijf jaar een plaat af te leveren met deze band die de meesten van ons hoogstwaarschijnlijk kennen van de single ‘New Slang’ van het debuut uit 2001. Dat nummer werd de afgelopen jaren in commercials van de Rijksoverheid gebruikt. In Den Haag zit kennelijk een grote fan.

James Mercer is altijd de meest bepalende factor van The Shins geweest. Na het uiteengaan van Flake Music, richtte hij de band in 1997 op. Tien jaar later, besloot hij zelf de complete line-up te veranderen. Iets wat hij tot op de dag van vandaag nog doet, want bij de recente line-up op wikipedia staan al weer nieuwe namen tussen die niet hebben meegedaan op deze cd. In ieder geval, is nu ook drummer John Sortland erbij. Hij deed al eerder live mee met Mercer in het project Broken Bells. Wat de wisselingen ook zijn, Mercer schrijft alles zelf. Dit keer deed hij ook de productie geheel alleen. Die bepalende rol is hem ook enigszins tegen gaan werken. De kritiek op het vorige Port of Morrow (2012) was namelijk dat het muzikaal niet meer heel veel van doen had met de originele band en dat het meer op een soloalbum leek. Toch was dat laatste album evenzeer het bestverkochte van de band in ons land.

Port of Morrow was zeker geen slecht album, maar inderdaad, muzikaal heeft Mercer het geluid flink veranderd. Dit heeft alles te maken met zijn herontdekking van wat in de bio vintage geluiden worden genoemd. Naast de prominente sixties invloeden van met name The Beatles en The Zombies, is er nu ook veel seventies te horen. Er is sfeervolle elektronica in verwerkt, zoals een Brian Eno dat in die tijd deed. Op Heartworms is daar ook verder gebruik van gemaakt. Zeker een nummer als ‘Painting a Hole’ sluit prima aan op het vorige album. Hier horen we typische jaren ’70 melancholie die troosteloze beelden uit de DDR moet oproepen, waarvan Mercer onder andere onder de indruk raakte in zijn muzikale zoektocht. Wat de gebruikte elektronica verder betreft, doen meerdere nummers deze keer ook veel aan de jaren ’80 denken. Neem het lijzige ‘So Now What’, als dat op een best of cd uit de tijd had gestaan, had ik het ook geloofd. Nog dikker erbovenop ligt het bij de songs ‘Cherry Hearts’ en ‘Fantasy Island’. Hier hebben we meer te maken met een kruising tussen Yello, O.M.D. en Cock Robin. Dat is een aardige vondst, hoewel dat laatste nummer mij uiteindelijk iets te zoetsappig is.

Bij gebrek aan recente bandfoto, James Mercer solo (foto: Nasty Little Man)

Naast Eno, worden Steely Dan, maar ook Chicago tegenwoordig tot de invloeden gerekend. Wanneer je songs als ‘Mildenhall’, ‘Rubber Ballz’, ‘Dead Alive’ en ‘Heartworms’ hoort, zijn die laatste twee bands zeker terug te horen. Bij de eerste twee songs zou je ook aan The Eagles kunnen denken, terwijl de laatste twee genoemde nummers best de richting opgaan van de glamrock. Het zijn zeker lekkere nummers, maar klinken nu en dan wel erg gedateerd, of anders gezegd, iets te veel vintage. Ondanks andere invloeden, heeft dit album toch zeker wel handelsmerken van The Shins, zoals de dreampop. In bovengenoemde nummers zit het eigenlijk altijd wel verwerkt, en het afsluitende ‘The Fear’ is er een overduidelijk voorbeeld van. Er zit zelfs ook wat folk en country in. Daarnaast, klinkt de opener ‘Name For You’ vanouds alsof het de oude The Shins betreft.

Al met al, valt de keuze van Mercer in de aanpak van nieuwe songs te waarderen. Heartworms luistert prettig, en scoort wel ruim voldoende. Toch is het maar de vraag of met deze cd een hele nieuwe groep fans aangeboord gaat worden. Het zit leuk in elkaar, maar klinkt bij tijd en wijle iets te gewoontjes.