Xenoblade Chronicles X

Xenoblade Chronicles X biedt een van de mooiste werelden ooit gemaakt om volledig te verkennen. Eerst te voet, maar uiteindelijk ook in een vliegende mech. Xenoblade is in dat specifieke element superieur aan welke andere game dan ook. Helaas is het in bijna alle andere opzichten middelmaat.

Binnen tien minuten spelen laat Xenoblade X zich al van zijn beste kant zien. Je ontsnapt uit een dichtgegroeid dal en wordt begroet door de horizon van Primordia, het eerste grote gebied in de game. Wat je ziet is simpelweg adembenemend. Lang uitgestrekte grasvelden, gigantische watervallen, vreemde flora en fauna, torenhoge bergen en nog het meest bijzondere: een geweldige collectie aan exotische dieren. Gigantische dieren. Als je ernaast staat blijk je niet veel groter dan een van hun tenen.

Ik voelde me als een kind dat zich scheel keek van verwondering in een alternatieve versie van Jussaric Park. Veel later begin je ook andere gebieden te bezoeken, en die zijn net zo indrukwekkend; de woestijnen van Olivia waar het vaak dondert en bliksemt en reusachtige ringen begraven in het zand zitten; de neon-jungle van Noctilum waar de bomen tot de wolken reiken. Sylvalum en Cauldros wil ik niet spoilen, maar ook die laatste twee zijn bijzonder.

De schaal van de wereld is simpelweg episch. Dat woord is tegenwoordig goedkoop, maar als er één game is die er eer aan doet is het Xenoblade X. Keer op keer eisen de omgevingen van Xenoblade ontzag van de speler. Dit zijn ook niet zomaar lege velden. Je ziet bossen, bergen, rivieren en ondergrondse grotten. De verticaliteit en grootheid van de omgevingen is echt uniek in gamesland. Monlith Software zijn absoluut meesters geworden in het creëren van natuurlijke landschapen.

De wereld van Mira verkennen wordt ook door de game aangemoedigd en beloond. De game maakt daarbij heel goed gebruik van de Gamepad. Er is constant een uitgebreide kaart zichtbaar op het tweede scherm. Daar wordt het weergegeven als een soort honingraat met allerlei individuele vlakjes. In bepaalde vlakjes kun je een probe planten die dan alle interessante opties in het omliggende gebied toont. Het punt is dat het nog een heel aardig reisje is om bij dat probe-vlakje te komen. Je voelt je als een avonturier die langzaam een vreemde en wilde planeet in kaart brengt. Wanneer je dit aan het doen bent is Xenoblade X werkelijk een fantastische game.

De ambitie die in de creatie van Mira goed zichtbaar is eist wel zijn tol. Er wordt op andere belangrijke aspecten de plank volledig misgeslagen. Het is opzienbarend om te zien hoe archaïsch bepaalde elementen in deze game zijn. Een matig verhaal is nog tot daar aan toe, maar de personages en de cutscenes zijn om te huilen zo slecht. De hoofdpersoon is een stille avatar, iets dat storend werkt. Elma is oké, maar compleet zouteloos. Lin is irritant en overvalt je werkelijk met alleen maar flauwe grappen. Tatsu heeft Nopon voor mij geruïneerd. De rest van de personages zijn compleet anoniem en het beschrijven niet eens waard. Dit is wat mij beteft een grote stap terug van de toch wel erg charmante persoonlijkheden in de originele Xenoblade.

Nog opvallender is hoe houterig de cutscenes zijn. De personages staan als houten planken hun verhaal te doen met de sletchste lip-syncing sinds Final Fantasy X. Er zit totaal geen dynamiek in, waardoor het op dit vlak oogt als een PS2-game. De game haalt ook soms interessante thema's aan zoals racisme of PTSS, maar doet er vervolgens helemaal niets mee. Het wordt meestal afgesloten met manke en voorspelbare grappen. De game heeft uren aan cutscenes en dialogen, maar het is bijna allemaal waardeloos.

Het allergrootste minpunt is echter de quest design. Dit was al een probleem in de originele Xenoblade, maar het is in deze spirituele sequel misschien nog wel slechter. Zo goed als alle missies, inclusief verhaalmissies en de ook belangrijk geachte 'affinity quests', zijn niets meer dan vervelende fetch quests.

De missies van MMORPGs van tien jaar terug zijn nog met meer fantasie ontworpen. Je krijgt letterlijk opdrachten zoals 'dood deze vijf specifieke normale vijanden' of 'verzamel vijf stuks van dit materiaal'. Het wordt ook soms extreem vervelend als de game je vraagt om een zeldzaam item van een vijand te grinden en je vervolgens niet vertelt waar die vijand zich bevindt in die gigantische wereld. Dit is echt belabberd en werkelijk lichtjaren verwijderd van wat je tegenwoordig in moderne RPGs zoals The Witcher 3 ziet.

De missies falen dus niet alleen op het gebied van gameplay, maar zoals eerder beschreven betaalt het zich ook niet uit met leuke cutscenes. Mocht je dus RPGs vooral spelen voor het verhaal, de personages of voor leuke missies dan moet je Xenoblade X laten liggen. Deze game is voor de avonturier die genoegen neemt met indrukwekkende uitzichten.

Voor die avonturiers wil ik nog twee belangrijke elementen beschrijven die de game op dat gebied sterker maken: het vechtsysteem en de Skells (de grote bestuurbare mecha robots). Het vechtsysteem is een goede evolutie op de originele Xenoblade. Vechten is een stuk actiever nu, daar waar je in het origineel vaak stil stond. Je kunt bijvoorbeeld verschillende gedeeltes van monsters targeten en die vernietigen. Opvallend is dat healen nu via een soort quick time event-systeem werkt. Dat klinkt raar, maar het werkt goed. Met de variatie zit het ook goed omdat je tussen verschillende klassen kunt wisselen die zo hun eigen skills en vechtstijl hebben.

Ten slotte zijn er de Skells. Na zo'n dertig uur spelen krijg je er eindelijk eentje. Dat klinkt lang, maar in feite is het heel slim opgebouwd. Monolith wil dat je de wereld op drie manieren verkent: eerst te voet, vervolgens met de hoger springende Skell en uiteindelijk (na zo'n 55 uur spelen) met een vliegende Skell. Hierdoor kun je telkens nieuwe plekken binnen de gebieden bereiken.

Een van de belangrijkste redenen dat ik Xenoblade X bleef spelen na de wereld verkend te hebben zijn de Skells-onderdelen die je kunt verzamelen. Je kunt namelijk elk opzicht van je Skell customizen; de wapens, het pantser, de kleuren. Het gaat echt heel diep en door bepaalde missies te doen kun je hele onderdelen vrijspelen die je Skell nog cooler maakt.

Oh en de soundtrack? Ik vind het geweldig, maar daar zullen de meningen sterk over verdeeld zijn. Het lijkt inderdaad veel op de tracks die anime-fans kennen van Kill la Kill en Aldnoah Zero.

Conclusie
Xenoblade Chronicles X barst van de ambitie. Het is een game waar avonturiers en verkenners zich kostelijk mee gaan vermaken. Met daar bovenop ook nog een solide vechtsysteem en de extreem coole Skells heb je al een heel tof pakket. Voor de ambitie moest blijkbaar alles wijken en dat gaat ten koste van het verhaal, de personages, en de presentatie van de cutscenes. Dat de missies compleet inspiratieloos zijn is ook heel jammer. En toch, als je al die kanttekeningen kunt overzien of als ze niet zo belangrijk voor je zijn heeft Xenoblade Chronicles X iets heel speciaals te bieden.

Pluspunten
Minpunten
  • Mira is een van de beste spelwerelden ooit gemaakt
  • Vechtsysteem is solide en lekker actief
  • De Skells zijn echt heel cool
  • Belabberd quest design
  • Personages als houten planken
  • Cutscenes zijn van een heel laag niveau
Exclusief voor Wii U.