De Kleine Prins

Het is een van de bekendste Franse kinderwerken allertijden: Le Petit Prince. Mark Osborne, bekend als regisseur van het legendarische Kung Fu Panda, brengt het werk van Antoine de Saint-Exupéry op het witte doek en slaagt erin de kijkers een mix van stop-motion en CG-animatie voor te schotelen zoals nog niet eerder gedaan is in de historie van cinema. 

Een klein, niet nader genoemd, meisje wier leven volledig bepaald wordt door haar moeder, moet er alles aan doen om op de prestigieuze Werth Academie te komen. Ze groeit op in een stad waarin alles draait om het arbeidsproces, en die daar ook zo succesvol mogelijk in wil zijn. Opgroeien is een no-go en kinderen worden als minderwaardig gezien. Totdat het meisje op een dag na een verhuizing naast een oude man komt te wonen die alleen maar bezig is om zijn oude vliegtuig te laten werken. Hij moet namelijk terug naar de Kleine Prins, die hij ooit tegenkwam in de Sahara en vervolgens achterliet omdat de Prins volwassen moest worden. Hij vertelt het kleine meisje over de verhalen die hij meemaakte met de Prins, en ze raakt volledig in de ban van het vinden van deze Prins, terwijl haar moeder ondertussen blijft hameren op het nut van haar onderwijs. Het meisje moet namelijk 'een prachtvolwassene worden'.

Osborne, inmiddels doorgewinterd animatieregisseur, heeft voor de vertelling van het verhaal gekozen voor een afwisseling tussen stop-motion (zoals we dat kennen van een studio als Aardman) en CG. De laatste manier is de manier waarop de hedendaagse animatiefilms meestal gemaakt worden. Een mix hiervan is nog niet eerder vertoond in een grote bioscoopfilm, en de vraag die gesteld kan worden is dan ook waarom dit nog nooit eerder geprobeerd is. De Kleine Prins slaagt er namelijk perfect in om de gezonde afwisseling in het verhaal te brengen. De scènes met de Kleine Prins uit het verleden worden verteld middels stop-motion. Dit blijft een aparte manier van animeren, want het is na de stroom van CG-animatiefilms wel even wennen aan de primitieve look van de stop-motion. Maar uiteindelijk is dit wel waar alle bekende animaties mee zijn begonnen. 

In de Nederlandse versie, de enige versie die hier te zien zal zijn, wordt de stem van de oude man ingesproken door Bram van der Vlugt. Hij weet een nuance in de emoties van het figuur aan te brengen zoals weinig spraakacteurs dat kunnen. Als de goedheiligman wist hij dit al te doen in de vele films en series waarin hij verscheen, maar zijn optreden met als enig middel zijn stem is ook een geslaagde operatie. In het origineel wordt de stem ingesproken door Jeff Bridges, dus de keuze voor van der Vlugt is nog niet eens zo gek. De vos, die ook een grote rol speelt in het verhaal, wordt verzorgd door een haast onherkenbare Ruben Nicolai, die zijn gekke stemmetjes uit De Lama's achterwege laat en kiest voor een haast fluisterende toon. Ook dit zorgt voor een optreden van formaat.

De Kleine Prins is een film die werkt. Zowel voor kinderen als voor volwassenen is er genoeg om de ogen uit te kijken. Alle ingrediënten voor een goede animatiefilm zijn aanwezig en het is niet meer dan terecht als deze film een Oscar gaat verdienen voor de opvallende keuze van animatiemanier. Genieten geblazen tussen het blockbustergeweld van deze zomer.