Film Review: The Return of the King
Vele mijlen naar het westen vechten ondertussen ook twee andere Hobbits voor hun leven. Pippin (Billy Boyd) is door tovenaar Gandalf (Ian McKellen) meegenomen naar de witte stad Minas Tirith, het laatste bolwerk van de vrije mensen in Middle-Earth. Daar trachten zij Denethor (John Noble) te helpen met het verdedigen van de stad. De stadhouder is echter een instabiel man; hij gaat gebukt onder de dood van zijn oudste zoon Boromir (Sean Bean) en het falen van zijn andere zoon, Faramir (David Wenham). Terwijl Saurons enorme legers Minas Tirith steeds dichter naderen, realiseert Gandalf zich dat de hoofdstad van Gondor zonder hulp verloren zal zijn.
Terwijl de strop rond Minas Tirith steeds strakker wordt aangetrokken, bevindt Merry (Dominic Monaghan) zich in gezelschap van heer Théoden (Bernard Hill) en diens Rohirrim. Een leger van duizenden ruiters heeft zich verzameld onder de banier van de oude maar trotse koning. Wanneer de roep om hulp uit Gondor hen bereikt, zet het leger zich in beweging naar de witte stad. Onder hen bevinden zich in het geheim Eowyn (Miranda Otto) en Merry, aan wie opgedragen was om achter te blijven. Voor de muren van Minas Tirith zullen zij echter nog een belangrijke rol spelen.
De koning in ballingschap, Aragorn, draagt inmiddels het legendarische zwaard Anduril, dat hersmeed is door de elfen in Rivendell. Samen met zijn vrienden Legolas (Orlando Bloom) en Gimli (John Rhys-Davies) gaat hij onder de Dwimorberg op zoek naar bondgenoten voor de strijd tegen Sauron. De vraag is echter of deze hulp voor Minas Tirith op tijd komt. En is er überhaupt nog wel hoop als Frodo de Ene Ring niet op tijd weet te vernietigen?