Innovatiekracht maatschappij nodig om internationale biodiversiteitsdoelen te halen

Monique Verlind (DJMO)

Met alleen natuurbeleid gaat het niet lukken om de mondiale doelen voor biodiversiteit te halen. Dat kan alleen als er een combinatie komt van een sterke beleidsinzet op natuurherstel en daarnaast ook op klimaatmitigatie en het hervormen van voedsel- en energiesystemen. Bovendien zijn de inzet en de innovatiekracht van maatschappelijke partijen (zoals steden, regio’s, NGO’s en bedrijven) van cruciaal belang om de hardnekkige trend van biodiversiteitsverlies om te buigen. Wereldwijd is deze urgentie voelbaar bij tal van partijen. Dit concludeert het PBL in de studie Exploring nature-positive pathways.

Beleidsmaatregelen op een breed terrein nodig
Het bevorderen van natuurherstel en biodiversiteit vereist om te beginnen de inzet van grootschalige beschermings- en herstelmaatregelen voor de natuur. Daarnaast is ook beleid voor een verandering in productie- en consumptiepatronen noodzakelijk, om zo de indirecte oorzaken voor het verlies van natuur aan te pakken. Denk aan vermindering van vlees- en zuivelconsumptie, vermindering van voedselverspilling en verduurzaming van de landbouwproductie. Met deze maatregelen, die ook bijdragen aan het halen van de Parijs-doelen, valt veel synergie tussen natuur- en klimaatbeleid te behalen.

Sterke energieke samenleving voor natuur
Er zijn wereldwijd steeds meer bottom-up initiatieven voor natuurherstel: de samenleving die zelf probeert veranderingen tot stand te brengen. De in de maatschappij aanwezige creativiteit en innovatiekracht bieden een belangrijke kans voor overheden om de transitie naar een natuur-inclusieve samenleving vorm te geven. Overheden kunnen initiatieven die deze verandering bewerkstelligen ondersteunen. Er bestaan echter belemmeringen voor opschaling van deze inspanningen van onderaf, variërend van gebrek aan erkenning tot het ontbreken van juridische en financiële middelen.

Inclusieve benadering in landelijk gebied is cruciaal
In het landelijk gebied komen de bescherming van natuur en biodiversiteit, voedselproductie, bosbouw en andere claims op het gebruik van ruimte samen. Een inclusieve landschapsbenadering die de verschillende claims op de ruimte met elkaar verbindt in combinatie met gerichte ruimtelijke ordening biedt de mogelijkheid om de beperkingen van het sectoraal beleid, vaak gericht op één opgave, te overstijgen.

Ketenperspectief nodig
Om biodiversiteitsdoelen te bereiken zijn naast natuurbescherming en natuurherstel ook economische veranderingen nodig. Dit vraagt om innovaties en veranderingen aan zowel de consumptie-, verwerkings- als productiekant van nationale en internationale voedsel-, energie- en productketens. Voorbeelden zijn het produceren van niet-dierlijke bronnen voor eiwitten, duurzame energiebronnen en het circulair gebruik van materialen. Internationale afspraken zijn nodig over het afleggen van verantwoording door bedrijven en over het rekening houden met de waarde van natuur in de bedrijfsvoering. Nationale overheden zullen richting moeten geven aan innovaties, en deze stimuleren met passend financieel beleid. Naast het stimuleren en ondersteunen van innovaties is het ook nodig om ongewenste praktijken uit te faseren, via bijvoorbeeld beprijzing en normering.

Steden omarmen als cruciale plekken van natuur-positieve veranderingen
Wereldwijd is er een groeiend aantal initiatieven waarbij natuur wordt ingezet om steden gezonder, vitaler en aantrekkelijker te maken. Een deel van deze initiatieven draagt rechtstreeks bij aan het behoud en herstel van de biodiversiteit binnen de stadsgrenzen, terwijl andere op meer indirecte wijze bijdragen. Om de bijdragen van steden aan natuur-positieve ontwikkeling te vergroten, zijn fundamentele veranderingen nodig in de ontwikkeling van infrastructuur, zoals groenvoorziening en watersystemen. Daarvoor bestaat geen blauwdruk. Het wordt de opgave voor stedelijke beleidsmakers om natuurinclusieve ontwikkeling van de stedelijke infrastructuur gangbaar te maken, onder meer via regelgeving en financiering, en om daarbij ruimte te bieden aan maatschappelijke initiatieven.

Het rapport is hier te vinden