Plaktivisten Mauritshuis maanden de cel in

Monique Verlind (DJMO)

Het Openbaar Ministerie eiste woensdag vier maanden cel waarvan twee voorwaardelijk tegen twee activisten die vorige week het schilderij Meisje met de parel vernielden in het Mauritshuis in Den Haag. Met die eis wil het Openbaar Ministerie een signaal afgeven, dat grotendeels door de rechter werd gevolgd: schilderijen hangen in musea om van te genieten, niet om ze misbruiken voor activistische doeleinden. Je blijft er van af.

Het staat iedereen vrij om aandacht te vragen voor een zaak die hij of zij belangrijk vindt. Maar zonder daarbij spullen van een ander geweld aan te doen. En dat is wat hier wel is gebeurd. De officier van justitie: "Een kunstwerk dat daar hangt voor iedereen, voor ons allemaal, om van te genieten, is besmeurd door verdachte die vonden dat hun boodschap voorrang had op al het andere."

Het demonstratierecht is een fundamenteel recht, maar niet onbegrensd. Die harde grens ligt bij het plegen van strafbare feiten. "Daarin is wat ons betreft geen enkele ruimte," zei de officier van justitie. Hij noemde het ook wrang dat door het plegen van strafbare feiten hun boodschap juist volledig naar de achtergrond verdween.

Voorverkenning
Drie activisten gingen vorige week donderdag het Mauritshuis binnen met een tube lijm, een blik verdikte tomatensoep, een briefje met een boodschap en een camera. In de zaal van het Meisje met de parel stapte een van hen over het hekje en lijmde zijn hoofd vast aan het schilderij. Een ander goot het blik soep over hem uit en las de boodschap voor, waarna ook hij zich vastlijmde, tegen de plaat waarop het schilderij is bevestigd. De derde was erbij om alles goed op beeld vast te leggen met maar liefst twee camera's.

De drie Belgische verdachten hadden zich goed voorbereid. Ze waren met de auto naar Nederland gereden, hadden zich hier op straat omgekleed in shirtjes met een slogan en een van hen had binnen alvast de zaal geïnspecteerd. Nadat hij had vastgesteld dat er een glasplaat voor het schilderij zat, kwamen de anderen binnen en kon hun actie beginnen.

De schade
De schade bleef relatief beperkt, dankzij snel ingrijpen van museummedewerkers. De lijm en soep waren in de lijst gelopen, maar hadden het doek van Vermeer nog niet bereikt. Wel was de glasplaat die het schilderij beschermt vastgelijmd geraakt aan de lijst. De 19de-eeuwse lijst raakte beschadigd omdat deze moest worden losgesneden. De glasplaat was onbruikbaar geworden en werd vervangen. De stof op de achterplaat, speciaal ontworpen voor het museum, was gescheurd en moest worden vervangen. Meer dan 24 uur was het topstuk van het Mauritshuis daardoor niet te zien voor publiek.

De verdachten hebben een enorm risico genomen met eeuwenoud en wereldberoemd cultureel erfgoed. "Stel je voor dat het glas was gebroken," hield de officier van justitie voor, "of dat andere bezoekers in paniek raken en beginnen te duwen en trekken. En dat dan allemaal rond zo'n kwetsbaar doek."

Samen schuldig
De drie verdachten zijn wat het Openbaar Ministerie betreft samen verantwoordelijk voor de gehele actie en daarom ook alle drie schuldig aan de vernieling. Met hun actie hebben zij de grens overschreden van wat toelaatbaar is. En omdat hun actie past in een (internationale) trend, was het belangrijk om snel op zitting een oordeel te krijgen van een rechter.

Het Openbaar Ministerie eiste tegen beide verdachten vier maanden cel, waarvan twee voorwaardelijk. De rechter deed ook meteen uitspraak en volgde grotendeels de redenering van het Openbaar Ministerie. De twee verdachten werden veroordeeld tot twee maanden cel, waarvan een voorwaardelijk. Vrijdag moet nog een derde verdachte voor de rechter komen, die niet instemde met vervolging via het supersnelrecht.