Dutch Grand Prix mag niet-erkende verkoper Formule 1-tickets niet dwars zitten

Jippie

De bedrijven Premium Sport Travel (PST) en Number1 uit Volendam hoeven de verkoop van Formule 1-toegangskaarten als onderdeel van hun verzorgde arrangementen tijdens de Grand Prix in Zandvoort van komend weekend niet te staken.

Ook hoeven zij geen lijst aan de organisator van het F1-evenement te overhandigen waarop de ticketnummers en de namen van de kopers zijn vermeld. Dat heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland beslist in een kort geding.

Geschil
Het geschil gaat tussen Dutch Grand Prix Race (DGP), dat onder meer het F1-evenement in Zandvoort komend weekend organiseert, en de bedrijven PST en Number1 die (sport)reizen aanbieden.

PST en Number1 hebben de afgelopen tijd ongeveer 400 toegangskaarten voor het F1-evenement verkocht als onderdeel van door haar aangeboden 'hospitality arrangementen', waarbij ook eten en drinken zit inbegrepen. Het verkopen van F1-kaarten mag volgens DGP niet. Alleen DGP en door hen erkende resellers mogen dit doen, zo staat in de algemene voorwaarden van DGP. DGP stelt dat zij op deze wijze 'woekerprijzen' tegengaat. Ook zouden PST en Number1 in de promotie van de verkoop van de toegangskaarten en voor hun hospitality-arrangementen inbreuk maken op de woordmerken 'Dutch Grand Prix' en 'Formula 1 Dutch Grand Prix'. DGP heeft een exclusief recht tot het gebruik van die woordmerken in de Benelux.

DGP heeft op 28 juni Number1 opgedragen het promoten en verkopen van toegangskaarten te staken. Op 29 juni is Number1 daarmee gestopt. Op dezelfde dag is PST, via een andere website, begonnen met het aanbieden van F1-arrangementen, waarbij kaarten voor het F1-evenement zijn meeverkocht. PST was rond 12 augustus door haar kaartenvoorraad heen.

DGP wil dat de rechter PST veroordeelt tot het gestaakt houden van verder gebruik van deze toegangskaarten. Ook mag PST de handelsnaam en het merk 'Dutch Grand Prix' niet meer gebruiken voor hun promotie, vindt DGP. DGP wil daarnaast een lijst met de ticketnummers- en persoonsgegevens van de mensen aan wie PST de tickets heeft verkocht.

Oordeel voorzieningenrechter
De voorzieningenrechter oordeelt dat de promotie en verkoop van toegangskaarten inmiddels is gestaakt en dat de voorraad van PST is uitverkocht, zodat DGP bij een verbod daarvan geen belang meer heeft. Daarnaast zijn de promotie-uitingen met betrekking tot de hospitality-arrangementen niet in strijd met het merkenrecht nu het gaat om officiële toegangskaarten en niet om nepkaarten. Ook is niet gebleken dat gedaagden de indruk hebben gewekt dat een commerciële band met DGP bestaat, is er niet op een ongebruikelijke wijze geadverteerd en is de reputatie van het merk niet ernstig geschaad.

DGP heeft in de voorwaarden opgenomen dat kaarten niet zonder haar toestemming aan derden mogen worden overgedragen, naar eigen zeggen om woekerprijzen te voorkomen. De rechter oordeelt echter dat de prijzen waarvoor PST de tickets heeft ingekocht, niet zoveel hoger zijn dan de officiële prijzen waarvoor DGP de tickets in de markt zet. Van woekerpraktijken is hier dan ook geen sprake. Dat is ook niet het geval in het kader van de hospitality-arrangementen die PST aanbiedt.

De voorzieningenrechter weegt daarbij mee dat een erkende reseller vergelijkbare hospitality-arrangementen in de markt zet voor een veel hogere prijs dan PST hanteert. De voorzieningenrechter heeft daarom de indruk dat DGP bij het starten van deze procedure niet zozeer wordt gedreven door de wens om de tickets voor een breed publiek betaalbaar te houden, maar door de wens om het uit haar monopolie voortvloeiende concurrentievoordeel in stand te houden.

Lijst met gegevens
De voorzieningenrechter vindt dat met het in stand houden van een gesloten verkoopsysteem een maatschappelijk belang gemoeid kan zijn. Wel moet bij de handhaving daarvan de proportionaliteit in het oog worden gehouden. DGP wil van PST een lijst met de ticketnummers- en persoonsgegevens van de mensen aan wie PST de tickets heeft verkocht. Volgens de voorzieningenrechter is het mogelijk dat DGP de gegevens wil gebruiken om zich voorafgaand aan het evenement rechtstreeks tot deze klanten van PST te wenden en daarbij de geldigheid van de kaarten in twijfel te trekken. Dit zou tot grote schade aan de bedrijfsvoering van PST kunnen leiden.

Dat is in dit geval niet te rechtvaardigen, nu het erop lijkt dat het verkoopsysteem van DGP niet waterdicht is. Veel van de verkochte kaarten staan niet op naam en er zijn een reeks bekende gevallen van ongeautoriseerde verspreiding waartegen niet wordt opgetreden. Vooral buitenlandse partijen lijken onbelemmerd hun gang te kunnen gaan. PST hoeft van de voorzieningenrechter daarom op dit moment geen lijst te overhandigen van mensen aan wie ze de tickets heeft verkocht.