Vredesactivist Mient Jan Faber (81) overleden

Jippie

Vandaag, 15 mei 2022 is Mient Jan Faber overleden (Amstelveen). Hij verwierf als secretaris van het Interkerkelijk Vredesberaad (IKV) grote bekendheid als organisator van de grote demonstraties tegen de kernwapens in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Hij werkte toen ook intensief samen met mensenrechtenactivisten in de communistische Warschaupactlanden en na het einde van de Koude Oorlog met slachtoffers van oorlogsgeweld en dictaturen.

“De betekenis van Mient Jan Faber reikt veel verder dan zijn rol binnen de Nederlandse vredesbeweging”, benadrukt Miriam Struyk, directeur programma’s van PAX, de organisatie die ontstond met de fusie van IKV en Pax Christi Nederland, in 2007. “We verliezen in hem een groot politiek strateeg en een zeer gedreven campagneman. Hij veranderde in Nederland het denken over vrede en veiligheid. De Europese vredesbeweging waar hij jarenlang aan bouwde, heeft mede bijgedragen aan de val van de Muur. Persoonlijk ga ik een inspirator en vriend missen. Een man die uitdaagde om niet weg te kijken maar om voortdurend na te blijven denken over grote vredesvragen. Vragen waarbinnen de solidariteit met burgers in conflictgebieden – en hoe deze vorm te geven - altijd centraal moeten staan. Op dat denken bouwen we voort.”

Strijd tegen de kernwapens
Mient Jan Faber werd secretaris van het IKV in 1974. Hij was één van de architecten van de IKV-campagne tegen de kernwapens, met de bekende leus “Help de kernwapens de wereld uit, om te beginnen uit Nederland!”. Deze campagne sloeg erg goed aan, vele honderden lokale groepen sloten zich erbij aan. Faber werd de centrale man in de organisatie van de twee grootste demonstraties ooit in Nederland georganiseerd. De demonstratie tegen kernwapens van 21 november 1981 in Amsterdam trok meer dan 400.000 mensen. Die van twee jaar later, op 29 oktober 1983 in Den Haag, bracht meer dan 500.000 mensen op de been. Het IKV trok daarin op met Pax Christi Nederland, Vrouwen voor Vrede en andere vredes- en maatschappelijke organisaties. Jarenlang klonk vanuit de samenleving een krachtig appel tot nucleaire ontwapening. Onvermoeibaar lobbyde Faber in de Tweede Kamer en op ministeries, maar ook bij de NAVO, over strategieën die tot ontwapening zouden kunnen leiden. Toch besloot de regering in 1985 tot plaatsing. Het zou overigens niet tot plaatsing komen dankzij het INF-ontwapeningsakkoord van 1987.

De verbinding van ontwapening met mensenrechten
Gedurende de jaren tachtig was Faber één van de onbetwiste leiders van de Europese vredesbeweging. Onafhankelijke vredesorganisaties in de NAVO-landen werkten samen met mensenrechtenactivisten en dissidenten in de Warschaupactlanden. Zij legden de verbinding tussen ontwapening en de strijd voor mensenrechten. Het IKV onder leiding van Faber werkte met onder andere de Tsjechoslowaakse schrijver Vaclav Havel aan een alternatief voor de Koude Oorlog en de tweedeling in Europa. De ontspanningspolitiek van NAVO en Warschaupact bestendigde alleen een status-quo, die leidde tot meer kernwapens en schending van mensenrechten in een groot deel van Europa. De ‘ontspanning van onderop’ die voortkwam uit de intensieve Oost-Westdialoog liet zien dat burgers fundamentele veranderingen wilden. Talloze partners van het IKV zouden na de val van de Berlijnse Muur, in 1989, het vacuüm vullen dat ontstond met het wegvallen van de communistische regimes. Zo werd Vaclav Havel de eerste democratische president van Tsjechoslowakije. Kort na zijn aantreden nodigde hij Faber uit voor een vriendschappelijk bezoek aan zijn presidentiële paleis in Praag. In 1990 verenigden vele vredes- en mensenrechtenactivisten zich in de mede door Faber opgerichte Helsinki Citizens Assembly (hCa), een netwerk van Europese activisten werkend aan een democratisch en vredig Europa.

Solidariteit met slachtoffers van oorlogsgeweld
In de jaren negentig stond Faber in tal van landen aan de zijde van vredesactivisten en slachtoffers van oorlogsgeweld en dictatuur. Vele malen bezocht hij (voormalig) Joegoslavië, de zuidelijke Kaukasus, de Palestijnse gebieden en Irak. Met gelijkgezinden werkte hij aan politieke voorstellen om geweld te stoppen en de basis te leggen voor democratie en mensenrechten. Hij pleitte al in het najaar van 1991 voor een krachtige internationale interventie in Bosnië-Herzegovina, maanden voor de oorlog daar uitbrak. Het IKV was voorstander van deelname van Nederland aan de VN-missie in Srebrenica, maar waarschuwde ook alom voor de vernietigende kracht van het etnisch nationalisme. Zeer kritisch was Faber dan ook toen het politieke en militaire leiderschap in juli 1995 tekortschoot en Dutchbat niet voorkwam dat Srebrenica, door de VN tot veilig gebied verklaard, werd ingenomen door de Bosnische Serviërs. Zij vermoordden in enkele dagen meer dan 8.000 mannen en jongens en ook een klein aantal vrouwen. Faber en andere IKV-medewerkers zochten direct erna de overlevenden van de genocide op. Ze beloofden steun voor hun ‘campagne voor waarheid en gerechtigheid’. In Den Haag gaven regering en parlement echter niet thuis. Op verzoek van de overlevenden bracht het IKV de VN-tolk Hasan Nuhanovic en Alma Mustafic, de dochter van de Dutchbat-elektricien Rizo Mustafic, in contact met advocaat Liesbeth Zegveld. Na een strijd van meer dan tien jaar wonnen zij de civielrechtelijke procedure tegen de staat der Nederlanden. Hun familieleden hadden niet door Dutchbat van de voor hen veilige compound weggestuurd mogen worden.

In 2002 kwam het tot een conflict tussen Mient Jan Faber en het IKV-bestuur over de oorlog in Irak. Faber trad in 2003 terug als algemeen secretaris. In 2004 werd hij bijzonder hoogleraar aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hij bekleedde de door het IKV gefinancierde leerstoel Citizens’ Involvement in War Situations tot aan 2012. Ook was hij bijzonder hoogleraar aan de universiteit in Houston (VS). Hij genoot van het lesgeven aan studenten die zijn lessen en de vele discussies als zeer inspirerend ervoeren. Faber heeft vijf boeken geschreven, één over Srebrenica en vier waarin hij onder meer zijn jeugd, zijn vredeservaring, zijn denken en drijfveren op levendige wijze schetste.

Mient Jan Faber is 81 jaar geworden. Hij laat een vrouw, twee dochters en vijf kleinkinderen achter.