Bizar olympisch debuut gemengd schansspringen, grote landen woest

Op de Olympische Spelen in Beijing heeft een nieuw onderdeel maandag haar debuut gemaakt: de gemengde landenwedstrijd in het schansspringen. Dat leverde zacht gezegd nogal wat discussie op, met name meerdere grote landen waren pislink: zij kregen met een diskwalificatie te maken.

Na de eerste ronde gingen de Sloveense topfavorieten Nika Kriznar, Timi Zajc, Ursa Bogataj en Peter Prevc ruimschoots aan de leiding. Noorwegen volgde, voor de Russische ploeg, maar ietwat geholpen door de jury: met de Duitse Katharina Althaus, de Japanse Sara Takanashi en de Oostenrijkse Daniela Iraschko-Stolz werden drie wereldtoppers gediskwalificeerd vanwege een probleem met het pak, vermoedelijk zat het te wijd.

In de finaleronde bleef het daar niet bij: Anna Odine Strøm én Silje Opseth, beide Noorse dames, werden gediskwalificeerd. Japan vocht zich door alle andere diskwalificaties terug in de medaillestrijd, maar kwam net tekort: het brons ging extreem verrassend naar Alexandria Loutitt, Matthew Soukup, Abigail Strate en MacKenzie Boyd-Clowes uit Canada, een van de grootste stunts in de olympische historie.

Irma Makhinia, Danil Sadreev, Irina Avvakumova en Evgeniy Klimov uit Rusland sprongen door het diskwalificatiegeweld naar het zilver, het goud was met enorme voorsprong voor de Slovenen. Na afloop kwam het stoom vooral bij Duitsland uit de oren, maar ook Oostenrijk en Noorwegen hadden de legers al bijna klaar staan om naar China te trekken.