Zinderende strijd om olympisch afdalingsgoud

heywoodu

Het eerste goud in het alpineskiën tijdens de Olympische Spelen in Beijing is vergeven. In de bergen van Yanqing werd maandag de afdaling bij de mannen afgewerkt, nadat het koningsnummer zondag vanwege de harde wind uitgesteld moest worden.

Op de Rock opende Vincent Kriechmayr het bal en de Oostenrijkse wereldkampioen leek het vrij aardig gedaan te hebben. Vervolgens was er al snel een lange pauze nodig: Dominik Schwaiger ging hard onderuit en de Duitser moest geholpen worden.

Christof Innerhofer was een kanshebber, maar na nog geen vijftien seconden ging de Südtiroler in de fout en was hij klaar. Matthias Mayer ging als negende naar beneden en de olympisch kampioen van 2014 liet zijn klasse weer zien: hij dook 0,60 seconden onder de tijd van Kriechmayr door.

Met Aleksander Aamodt Kilde had Noorwegen een van de topfavorieten in de gelederen, maar hij kwam tekort: 0,35 seconden langzamer dan Mayer. James Crawford deed het daarna beter, de Canadees zorgde bijna voor een daverende verrassing en finishte op zeven honderdsten van leider Mayer.

Nummer dertien op de startlijst was Beat Feuz, nog een grote favoriet. Kugelblitz trok de gashendel vol open en na een indrukwekkende afdaling dook de Zwitser 0,16 seconden onder Mayer's tijd door. Dominik Paris was de volgende snelle veteraan, maar de Südtiroler kwam 0,52 seconden tekort.

Feuz's landgenoot Marco Odermatt kan dit seizoen vrijwel alles, maar maakte halverwege een foutje: 0,71 seconden langzamer dan Feuz. De laatste grote bedreiging kwam van Johan Clarey, de 41-jarige Fransman die in 221 World Cup-starts nog nóóit won. Hij was sensationeel onderweg en even leek een prestatie van epische proporties in de maak, maar dat lukte 'slechts' deels: 0,10 seconden achter Feuz.

Het goud ging na het brons in 2018 naar Feuz, als opvolger van Zwitsers Bernhard Russi (1972), Pirmin Zurbriggen (1988) en Didier Defago (2010). Clarey pakte een prachtige zilveren medaille, Mayer kreeg het brons omgehangen.