Mannen met reuma hebben vaak vruchtbaarheidsproblemen

Jippie

Mannen met inflammatoire gewrichtsziekten zoals reumatoïde artritis, artritis psoriatica en de ziekte van Bechterew, hebben problemen met hun vruchtbaarheid.

Dat is voor het eerst aangetoond door Luis Perez die er onderzoek naar deed onder leiding van afdelingshoofd dr. Radboud Dolhain van de afdeling Reumatologie van het Erasmus MC.

Dat vrouwen met ontstekingsziekten moeilijker zwanger worden, en meer risico lopen op complicaties tijdens hun zwangerschap, ontdekte de afdeling Reumatologie al eerder. Voor het eerst heeft wetenschappelijk onderzoeker Perez nu aangetoond dat ook mannen in de vruchtbare leeftijd en met een kinderwens, problemen hebben met hun vruchtbaarheid. Ze krijgen significant minder kinderen dan gezonde mannen in dezelfde levensfase.

Perez publiceeerde de resultaten van zijn studie deze week in het toonaangevende wetenschappelijke tijdschrift Annals of the Rheumatic Diseases.

Nauwelijks informatie
De afdeling Reumatologie van het Erasmus MC houdt zich al 15 jaar bezig met de invloed van inflammatoire gewrichtsaandoeningen op de vruchtbaarheid van vrouwen. Daar is inmiddels veel over bekend. Over de vruchtbaarheid van mannen met inflammatoire artritis was, behalve dat ze meer risico lopen op erectiestoornissen, nauwelijks informatie beschikbaar.

Luis Perez startte zijn onderzoek ruim 2 jaar geleden. Hij kreeg hulp van 628 mannen, die patiënt zijn in 8 ziekenhuizen in Zuidwest Nederland. ‘De onderzoeksvraag was simpel’, vertelt Perez. ‘Hoeveel kinderen krijgen mannen met inflammatoire artritis?’

Mannen die nog vóór hun vruchtbare jaren inflammatoire artritis krijgen, krijgen gemiddeld 1,3 kinderen
Om daar antwoord op te krijgen, bracht hij hun zogeheten vruchtbaarheidscijfer in beeld en vergeleek dat met het vruchtbaarheidscijfer van gezonde mannen. ‘Een man zonder reuma krijgt in zijn leven gemiddeld 1,7 kinderen, blijkt uit cijfers van het CBS’, zegt Perez. ‘Mannen die nog vóór hun vruchtbare jaren inflammatoire artritis krijgen, krijgen er gemiddeld 1,3. Dat is echt een groot verschil.’

Omdat mannen inflammatoire ziekten krijgen in verschillende fasen van hun leven, verdeelde Perez ‘zijn’ mannen in drie groepen: in groep 1 deelde hij de mannen in die hun diagnose voor hun 30e kregen. Groep 2 bestond uit mannen die de ziekte kregen tussen hun 30e en 40e levensjaar, tevens de leeftijd waarop 91 procent van de Nederlandse mannen vader wordt. De laatste groep bestond uit mannen die de ziekte na hun 41e kregen.

Controlegroep
‘De laatste groep fungeerde als controlegroep. Zij hadden meestal al kinderen toen de ziekte werd gediagnosticeerd, of hadden geen kinderwens meer. De ziekte had daarom geen invloed op hun vruchtbaarheidscijfer. Hun cijfer was dan ook vergelijkbaar met het vruchtbaarheidscijfer van gezonde mannen’, legt Perez uit.

Het grote verschil zat bij groep 1, de mannen die al ziek werden voordat kinderen krijgen een issue werd. Maar ook in de groep mannen die tussen hun 30e en 40e ziek werden, is er verschil in het aantal kinderen dat ze krijgen. Zij hebben een vruchtbaarheidscijfer van 1,56.

Maar misschien wilden deze mannen helemaal geen kinderen? ‘Uit het onderzoek blijkt dat deze mannen net zo graag kinderen willen als gezonde mannen’, beklemtoont Perez. ‘Twintig procent van de mannen in groep 1 heeft een fertiliteitsonderzoek laten doen, bijvoorbeeld naar de kwaliteit van het sperma. Dat is het dubbele aantal van de mannen uit groep 3. Velen gaven ook aan dat ze meer kinderen hadden gewild dan ze uiteindelijk hebben gekregen.’ Lees verder bij AmazingErasmusMC.