Man (55) krijgt boete en voorwaardelijke celstraf voor verwaarlozen honden

De rechtbank Oost-Brabant heeft een 55-jarige man uit Maarheeze veroordeeld voor het meermaals verwaarlozen van zijn honden. De fokker krijgt een geldboete van 7.200 euro en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden met een proeftijd van 3 jaar. In die tijd mag hij onder meer geen honden fokken, verkopen of daarin bemiddelen.

De inspectie van de dierenpolitie, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit en de Landelijke Inspectie Dierenbescherming voerden op verschillende momenten controles uit bij de hondenfokker. In juli 2017, september 2017 en september 2019 troffen zij honden aan in een toestand die erop wees dat de honden in ieder geval die dagen, en ook minstens kort daarvoor, niet de nodige verzorging kregen. De honden verbleven in hokken die – kort gezegd – niet schoon waren en ook anderszins ondermaats waren. De hokken lagen bezaaid met uitwerpselen, stonken naar urine, boden niet de benodigde beschutting tegen weersinvloeden, beschikten niet over deugdelijke nachtverblijven en/of drinkwater ontbrak. De verdachte was als houder van de honden verplicht die zorg te bieden, maar liet dat na.

De verdachte is meerdere keren gewezen op de tekortkomingen voor de verzorging van zijn honden maar liet desondanks geen verbetering zien. Hij lijkt voornamelijk oog te hebben voor zijn eigen financieel gewin waarbij het welzijn van de honden voor hem kennelijk van ondergeschikt belang is. Ook kopers van de pups zijn hierdoor benadeeld. De rechtbank rekent dit de verdachte aan, zeker omdat de honden volledig afhankelijk waren van zijn verzorging.
De maatschappelijke verontwaardiging over dit soort delicten blijkt uit de aandacht die door de media aan deze zaak is gegeven. De rechtbank maakt zich zorgen dat de verdachte, gelet op zijn bagatelliserende houding tijdens de behandeling van zijn strafzaak, ook nu nog niet doordrongen is van de ernst van de situatie. Ook het volgen van een vakbekwaamheidscursus bracht hem kennelijk niet tot andere inzichten.

De rechtbank vindt in dit geval een geldboete van 8.000 euro passend. Omdat de redelijke termijn waarbinnen het Openbaar Ministerie deze zaak op zitting had moeten brengen, is overschreden, zal de rechtbank hierop een strafkorting toepassen en krijgt de verdachte een geldboete van 7.200 euro. Gelet op de houding van de verdachte, voelt de rechtbank zich verder genoodzaakt een stok achter de deur te hebben. Daarom krijgt de man een voorwaardelijke celstraf van 2 maanden, met een proeftijd van 3 jaar. Hij mag in die tijd onder meer geen honden fokken en geen pups en volwassen honden verkopen of daarin bemiddelen. Ook mag de verdachte op eigen terrein alleen gecastreerde of gesteriliseerde volwassen honden houden en mag hij geen honden houden bij een ander of op eigen terrein honden houden voor een ander.