Daders van mensenhandel: vaak jonger dan 23 jaar

Monique Verlind (DJMO)

De relatief jonge leeftijd van daders van binnenlandse seksuele uitbuiting baart de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen grote zorgen. Een derde van hen is jonger dan 23 jaar op het moment van plegen. Binnenlandse seksuele uitbuiting is de meest voorkomende vorm van mensenhandel. Ook bij daders van criminele uitbuiting valt de leeftijd op: een vijfde van hen is jonger dan 23 jaar. Dat blijkt uit de Dadermonitor mensenhandel die vandaag is uitgebracht. De dadermonitor geeft inzicht in de daders van de verschillende vormen van mensenhandel en in de strafrechtelijke aanpak in de periode 2015-2019.

Voorkomen van daderschap
Niet alleen in deze dadermonitor, maar ook in de recent verschenen Slachtoffermonitor mensenhandel en het casuïstiekonderzoek naar seksueel geweld tegen jonge vrouwen in Amsterdam, valt de jonge leeftijd van slachtoffers en daders in negatieve zin op. De Nationaal Rapporteur beveelt daarom aan om gericht in te zetten op het voorkomen van daderschap van mensenhandel, specifiek onder jongeren. Nationaal Rapporteur Herman Bolhaar: ‘Ik kan niet genoeg benadrukken hoe verontrustend ik het vind dat zulke jonge mensen zich schuldig maken aan zulke ernstige misdrijven. We weten nog te weinig van de daders, hoe en waarom ze doen wat ze doen. Daar moeten we meer over weten, want zonder daders zijn er geen slachtoffers.’

Voorkomen dat daders opnieuw de fout in gaan
Voor het eerst zijn cijfers van de reclassering gebruikt over toezichten voor daders van mensenhandel. Resocialisatie is belangrijk om te voorkomen dat daders opnieuw de fout in gaan. In de periode 2015-2019 kwamen er jaarlijks 25 van de 85 daders die zijn veroordeeld tot een (deels) onvoorwaardelijke vrijheidsstraf onder toezicht te staan. Nationaal Rapporteur Herman Bolhaar vindt dit aantal opvallend: ‘Mensenhandel is een zeer ernstige misdaad. We zouden moeten willen weten waarom er zo weinig reclasseringstoezichten worden opgelegd in deze groep. Terwijl het belangrijk is dat deze daders intensief begeleid worden, ook om daderschap in de toekomst te voorkomen. Zeker omdat een deel van de daders zo jong is. Meer kennis over de aard van daders, de problematiek die daarachter schuilgaat en welke aanpak daar het beste bij past, is noodzakelijk.’

Minder verdachten en meer sepots
Na 2016 neemt het aantal gesignaleerde verdachten af: van 285 verdachten in 2016 naar 170 in 2019. Dit terwijl het aantal meldingen van mensenhandel steeg: van 575 in 2016 naar 1.045 in 2019. Van de opgespoorde verdachten komt 60 procent voor de rechter. Het aantal sepots neemt toe: eindigde in 2016 zo’n 27 procent van de zaken in een sepot, in 2019 is dit 41 procent. Van de verdachten die voor de rechter komen, wordt 90 procent veroordeeld.

Aanpak arbeidsuitbuiting blijft achter
Er zijn relatief weinig veroordelingen voor arbeidsuitbuiting. Ook krijgen deze daders kortere straffen opgelegd dan daders van andere vormen van mensenhandel. In de samenleving en in de rechtspraak is nog onvoldoende helder waar ernstige benadeling ophoudt en arbeidsuitbuiting begint. Dit is zorgelijk, aangezien het aantal kwetsbare mensen op de arbeidsmarkt groot is. Wel komt er steeds meer aandacht voor de mechanismen die werknemers en sectoren kwetsbaar maken voor arbeidsuitbuiting. Het is belangrijk om te inventariseren welke werknemers en sectoren extra kwetsbaar zijn en waar dat is: per regio of gemeente kunnen daarin grote verschillen bestaan. Op basis van een gerichte lokale aanpak kan arbeidsuitbuiting effectief aangepakt worden.

Vasthoudendheid noodzakelijk in ambities én uitvoering
Nationaal Rapporteur Herman Bolhaar: ‘In de onderzoeken die ik recent uitbracht, is het probleem van jonge daders en slachtoffers steeds urgent aanwezig. Voor deze complexe problemen zijn geen gemakkelijke oplossingen. Mensenhandel verandert snel van karakter en wordt minder zichtbaar doordat het zich meer en meer online afspeelt. Steeds meer bestuurders en overheden – op lokaal, regionaal en landelijk niveau – erkennen de urgentie van deze problematiek. Dat is een belangrijke ontwikkeling. Om mensenhandel effectief te bestrijden, is nu slagkracht nodig in de uitvoering. Met steun voor de professionals die daadwerkelijk in contact staan met jongeren. Anders betalen deze jongeren en wij als maatschappij straks de rekening.’