Klimaatverandering: Nederland is 1,3 graden opgewarmd

Monique Verlind (DJMO)

Nederland wordt door klimaatverandering steeds warmer. Ten opzichte van de klimaatperiode 1951-1980 is de jaargemiddelde temperatuur 1,3 graden opgewarmd. De normale gemiddelde jaartemperatuur is 10,6 graden. In vergelijking met de vorige klimaatperiode 1981-2010 is dit 0,4 graden hoger. De zon schijnt gemiddeld 1767 uur en verspreid over het land valt 852 millimeter neerslag.

De gemiddelde temperatuur in De Bilt is sinds de klimaatperiode 1951-1980 gestegen van 9,3 graden naar 10,6 graden. In de nachten is het opgewarmd van 5,3 graden naar 6,3 graden en overdag van 13,1 graden naar 14,6 graden. Het aantal vorstdagen is sterk afgenomen van 67 naar 53 dagen. Het aantal dagen met matige vorst (minimumtemperatuur beneden -5 graden) is gedaald van 14 naar 10.

Ook het aantal nachten met strenge vorst is afgenomen. In de klimaatperiode 1951-1980, maar ook in de periode 1961-1990 daalde de temperatuur nog op vier dagen tot beneden -10 graden. In de nieuwe normaal is dat nog maar in één enkele nacht. Het aantal ijsdagen met temperaturen het gehele etmaal onder nul is afgenomen van elf naar zes.

Aantal warme dagen neemt juist toe
Waar het aantal koude dagen sterk afneemt, neemt het aantal warme dagen juist sterk toe. In de klimaatperiode 1951-1980 steeg de temperatuur op 69 dagen naar 20 graden en meer. In het nieuwe klimaat zijn het er maar liefst 24 meer en stijgt het kwik op 93 dagen per jaar naar 20 graden en meer.

Ook het aantal zomerse dagen met een maximumtemperatuur van 25 graden en meer is fors toegenomen. Werd het in de klimaatperiode 1951-1980 op 16 dagen nog zomers warm, in de nieuwe normaal stijgt het kwik op 28 dagen naar 25 graden en meer. Gemiddeld gezien is 5 tropische dagen in een jaar heel normaal. Zowel de klimaatperioden 1951-1980 als 1961-1990 hadden 2 dagen waarop de temperatuur steeg naar 30 graden en meer.

Duidelijk zonniger, maar ook natter
Het wordt in Nederland ook steeds zonniger. De zon schijnt tegenwoordig in het nieuwe klimaat 1767 uur. In de klimaatperiode 1961-1990 scheen de zon maar liefst 282 uur minder en was de zon 1484 uur te zien. De afname van luchtvervuiling is de belangrijkste reden waarom het steeds zonniger is geworden. Wanneer de lucht vies is ontstaat veel gemakkelijker hardnekkige mist.

Het wordt niet alleen zonniger, maar het wordt ook duidelijk natter. Gemiddeld over het land valt in de nieuwe normaal 852 millimeter. In de vorige klimaatnormaal was het nog 838 uur. Dat was al een stuk natter dan de klimaatperiodes daarvoor. In de periode 1951-1980 viel gemiddeld over het land 767 millimeter en dat is vergeleken met de nieuwe normaal 83 millimeter meer.

Een ander perspectief
De filosoof George Carlin heeft hier ook ooit over nagedacht: