Hans Wiegel getroffen door licht herseninfarct
VVD-prominent Hans Wiegel is thuis getroffen door een klein herseninfarct. Dat bevestigt hij zelf tegen over het Algemeen Dagblad. Wiegel ligt nog in het ziekenhuis en zal de komende tijd intensief moeten revalideren.
In 1971 bracht hij het tot voorman van de VVD en in 1972 was hij lijsttrekker voor de partij tijdens de Tweede Kamerverkiezingen. Hij werd bekend als een vurig bestrijder van het kabinet-Den Uyl dat hij onder andere verweet te veel geld uit te geven. Legendarisch waren zijn felle redevoeringen in de Kamer tegen toenmalig PvdA-premier Joop den Uyl.
In het eerste kabinet-Van Agt was Wiegel minister van Binnenlandse Zaken en vice-premier. Als minister was Wiegel onder meer verantwoordelijk voor wetten waarin zaken zoals het rechtstreeks kunnen kiezen van Nederlandse leden van het Europees Parlement, het instellen van de Nationale ombudsman en het verplicht stellen van een Gemeentelijk rampenplan werden geregeld.
Na zijn periode als minister, en een korte tijd in de Tweede Kamer, vertrok Wiegel uit de landelijke politiek om per 16 juni 1982 commissaris van de Koningin in de provincie Friesland te worden. Deze functie vervulde hij 12 jaar. Hij kreeg de bijnamen Het orakel uit Ljouwert (of Leeuwarden) en De grote ijsmeester.
In 1986 weigerde Wiegel, onder druk van de Friese Staten, een tijdelijke terugkeer naar Den Haag als minister van Binnenlandse Zaken in het eerste kabinet Lubbers, na de plotselinge dood van Koos Rietkerk. Ook in 1993 en 2002 heeft hij nog eens een rentree overwogen.
Nacht van Wiegel
Van 1995 tot 2000 was Wiegel lid van de Eerste Kamer. Hij was in de nacht van 18 mei op 19 mei 1999 verantwoordelijk voor wat de Nacht van Wiegel is gaan heten toen hij tegen een wetsvoorstel voor een correctief referendum stemde (naar eigen zeggen zou op de achtergrond zijn vrouw hierin een beslissende invloed hebben gehad). Na een debat van 16 uur werd het op 19 mei, 1:30 uur 's nachts, in stemming gebracht.
Alhoewel vooraf door velen werd gedacht dat het voorstel voldoende stemmen zou halen, bleek de tegenstem van Wiegel de nekslag. Wiegel was de enige overgebleven senator van vijf senatoren, die ook in 1997 tegen stemden en dreigden het referendum te verwerpen, die tegenstemde. Dit leidde tot een korte kabinetscrisis van het tweede Paarse kabinet.