Tour: Etappe 4 - Toch niet weer zo saai?

Redactie

Zoals verwacht werd de derde rit echt ontzettend saai. De rit was volledig vlak, er waren geen bergpunten te verdienen en we zitten nog in de eerste week. Iedereen wist dus dat het een massasprint ging worden en op een jongen uit de streek na had niemand zin om moeite te doen tijdens deze rit. Het was echt verschrikkelijk, zelden zo'n trieste rit gezien. Gelukkig vond Titi Voeckler dat ook, dus deed hij nog een poging om het volk te vermaken. Sympathieke jongen is het toch ook.

Het was alleen wel vrij kansloos allemaal, dus kregen we een nieuwe massasprint. Nog best een aardige finale, gelukkig zonder valpartijen. Greipel jumpte net iets te vroeg en Cavendish kon daar door een iets betere timing van profiteren. Kittel viel erg tegen, die stevent op deze manier af op een nieuw dipje. Zoals ook te verwachten was is Groenewegen er nog niet klaar voor. Allemaal leuk en aardig, de Heistse Pijl, maar dit is andere koek. Ook Kristoff valt weer zwaar door de mand. Op deze manier kan Cavendish wel eens heel veel ritten gaan winnen. Tijdens de vierde rit zal hij een nieuwe kans krijgen. De langste rit van de Tour en het is normaal een rit van de sprinters, hoewel het wel iets zwaarder is dan de derde rit. Vooral de finale zal niet helemaal vlak zijn.

De route van vandaag (Bron: Letour.fr)
De route van vandaag (Bron: Letour.fr)

Het profiel van vandaag (Bron: Letour.fr)
Het profiel van vandaag (Bron: Letour.fr)

Nadat etappe 3 van start ging in de geboortestad van Christian Dior, zullen de renners nu vertrekken vanuit de geboortestad van Coco Chanel. De Fransjes hebben een leuk thema gevonden. In de stad van de vrouw die vroeger ook wel de 'koningin van de mode' werd genoemd zal voor de tweede keer een rit vertrekken. Voor het eerst was dat in 1987, toen er een tijdrit van Saumur naar Futuroscope ging. De Ier Stephen Roche won die tijdrit. Saumur is een plaats met 27.000 inwoners in het departement Maine-et-Loire, regio Pays de la Loire.

De stad ligt aan de rivier de Loire, precies tussen twee bekendere plaatsen in.Een stukje ten westen van Saumur ligt de finishplaats van de vorige rit, Angers. Een stukje ten oosten ligt Tours, vooral bekend van Parijs-Tours. De stad ligt in een wijnstreek en heeft verschillende musea. De bekendste is het Musée des Blindés, waar een behoorlijk grote hoeveelheid tanks te bezichtigen is. Naar verluidt de grootste collectie pantservoertuigen ter wereld. Voor de mensen die het graag wat luchtiger houden is er ook nog een champignonmuseum. Daarnaast nog wat musea over paarden, carnavalsmaskers en meer van dat soort ongein. Zoals zo'n beetje iedere stad in de omgeving heeft Saumur natuurlijk ook een eigen kasteel. Een prima exemplaar zelfs.

Pantservoertuigen in het Musée des Blindés (Foto: WikiCommons)
Pantservoertuigen in het Musée des Blindés (Foto: WikiCommons)

We zitten nog steeds in het noorden van Frankrijk en aangezien we in het weekend toch helemaal in het zuiden van Frankrijk moeten zijn gaan we tijdens deze rit weer een kilometer of 200 rechtstreeks naar het zuiden. Het begin van de rit is geheel vlak en weinig spannend. Over een brede weg dwars door het Franse platteland langs wat dorpen die één ding gemeen hebben: overal staat een kasteel. Zo komen de renners na 26 kilometer door Les Trois-Moutiers, waar ook een mooi kasteeltje staat. Er is alleen wel één probleem, de tuinman is overleden. Derhalve is het geheel een beetje verwilderd.

Een paar kilometer verderop fietsen de renners langs het historische stadje Loudun. Daar zijn allemaal mooie oude torens, poortjes en smalle straatjes. In Loudun verlaten de renners ook de grote provinciale weg en komen ze op een wat matiger weggetje terecht, dat ze een beetje binnendoor via allerlei kleine dorpjes wat meer in de richting van Limoges brengt. In veel van die dorpjes is niets te beleven. Monts-sur-Guesnes, na 50 kilometer, heeft nog een château, maar dat is het dan ook wel. Nee, het hoogtepunt van de eerste 50 kilometer is zonder meer het kasteel met het groene interieur van Les Trois-Moutiers.

De renners zullen stug doorfietsen en allerlei dorpjes passeren, die allemaal niet echt noemenswaardig zijn. Af en toe staat er een château langs de kant van de weg, op veel meer hoeven we niet te rekenen. We zitten overigens ondertussen in het departement Vienne, in de regio Poitou-Charantes. Na 75 kilometer komen de renners weer door een wat grotere stad, Châtellerault. Hier staat een mooie oude brug, met torentjes en alles. Na het passeren van dit dorp gaat het over plattelandswegen verder naar het zuiden. De coureurs zien als ze goed kijken her en der nog een kasteel of een kasteelruïne liggen, tot ze na 107 kilometer La Puye aandoen. Daar is voor de verandering een klooster. Ook leuk.

Het kasteel bij Les Trois-Moutiers heeft betere tijden gekend (Bron: YouTube)

Na La Puye komen de renners op een weg terecht die toe is aan een nieuw laagje asfalt. Dat blijft zo tot ze Paizay-le-Sec bereiken. In dit weinig boeiende dorpje komen onze helden weer op een brede, fatsoenlijke weg terecht. Deze weg brengt ze naar Saint-Savin. Dit is een dorpje aan de rivier de Gartempe met amper 1000 inwoners, maar ze hebben er wel een abdijkerk! Deze abdijkerk staat zelfs op de werelderfgoedlijst van UNESCO en het is de oudste hallenkerk in deze streek. Ik denk dat je met dit feitje wel indruk kan maken op de mensen waar je mee naar deze rit kijkt. Want ja, verder is er dus echt helemaal niets te beleven. 

Na Saint-Savin hebben de renners 122 kilometer gekoerst en is het nog iets meer dan 100 kilometer tot de streep. Al over de helft van deze flopshow dus. Na 139 kilometer komen we door Montmorillon, een dorpje aan de Gartempe met flink wat middeleeuwse invloeden. Oude brug, oud kerkje, oude schattige huisjes. Om het toerisme in deze regio aan te wakkeren kan het nog wel een nuttige rit zijn. Na Montmorillon wordt het langzaamaan wat minder vlak en gaat het lichtjes omhoog. Van het departement Vienne fietsen we naar de Haute-Vienne.

De abdijkerk van Saint-Savin (Foto: WikiCommons)
De abdijkerk van Saint-Savin (Foto: WikiCommons)

In een rechte lijn gaat het van Montmorillon naar de tussensprint van de dag, in Le Dorat. Over een kaarsrechte weg met nieuw asfalt, waar het af en toe een beetje op- en afloopt, komen we steeds dichter bij Limoges. Tussen Montmorrilon en La Dorat zit haast letterlijk geen enkele bocht. Pas in de buurt van Le Dorat komt er een bocht en ook een eerste klimmetje. Ook dit klimmetje stelt bijzonder weinig voor, maar een kinderhand is tijdens deze rit al snel gevuld. In Le Dorat zijn wel een paar bochten en richting de streep van de tussensprint, die na 170 kilometer is getrokken, loopt het licht omhoog. Le Dorat is overigens een oud dorpje, met een knus centrumpje met allemaal smalle straatjes en zelfs nog een oude stadspoort.

Een paar kilometer na de tussensprint krijgen we zelfs nog een echt klimmetje. Na 182 kilometer koers komen de renners boven op de Côte de la Maison Neuve, een kort klimmetje van één kilometer aan 5,6%. Na dit klimmetje blijft het langzaam verder omhoog lopen, maar meestal is dat een beetje vals plat. Uiteindelijk doen de renners er 40 kilometer over om 200 meter hoger uit te komen, dus enorm zwaar kunnen we het niet noemen. De wegen blijven behoorlijk breed en recht, alleen bij het passeren van sommige dorpjes, zoals Rancon en Roussac, wordt het wat smaller en bochtiger.

Een paar kilometer na Roussac komen de renners door het dorpje La Buis en begint het parcous toch wat leuker te worden. Minder open velden, maar meer bossen. Het loopt steeds langzaam omhoog, met af en toe een korte afdaling als onderbreking. Meer bochten, geen kilometerslange rechte stukken meer. Naast de vele bossen zijn er in dit gebied ook allemaal kleine meertjes, best een leuke omgeving dus. De wegen en de dorpjes zijn zonder uitzondering oud. Lekker knus, dat Franse platteland.

Na 210 kilometer bereiken de renners Bonnac-la-Côte en hier ligt het hoogste punt van de rit. Vlak voor we dit dorp bereiken gaat het nog even stevig omhoog, maar dat is samen met het klimmetje van de dag het enige stevige klimwerk. Verder gaat het toch allemaal vrij geleidelijk omhoog en omlaag. Zal weinig problemen opleveren voor de sprinters. In Bonnac-la-Côte is verder niets te beleven.

Het Franse platteland, veel meer valt er hier niet te beleven (Foto: WikiCommons)
Het Franse platteland, veel meer valt er hier niet te beleven (Foto: WikiCommons)

Na het bereiken van het hoogste punt van deze rit is het nog een kilometer of 25 tot de streep in Limoges. Vanaf dit moment gaan we in dalende lijn verder. Het zal derhalve een snelle finale worden. Het liep steeds licht omhoog en nu loopt het steeds lichtjes naar beneden. Af en toe zit er nog een strook tussen waar het weer lichtjes omhoog gaat. Het parcours is vrij bochtig, met een paar passages in dorpjes waar het ook wat smaller wordt. Na een paar kilometer bereiken de renners dan weer een wat bredere weg en gaat alles weer wat meer rechtdoor. Het wordt nooit echt spannend, nog steeds een simpele rit voor de sprinters.

Op tien kilometer van de streep bereiken de renners La Palais-sur-Vienne, waar ze een tijdlang langs de oevers van de rivier Vienne fietsen. Langs deze rivier gaat het ook weer een beetje op en af. De renners verlaten La Palais-sur-Vienne en steken de Vienne over. Daarna gaat het nog even venijnig omhoog, op acht kilometer van de streep. Deze strook is iets meer dan een kilometer lang, maar voor de sprintersploegen is het wel lastig. Denk dat alle ploegen hier wel een paar mannetjes gaan verliezen. Een eventuele dappere aanvaller moet hier z'n moment pakken. Op ongeveer vijf kilometer van de streep komen de renners door Panazol en gaat het in dalende lijn verder richting Limoges.

Op vijf kilometer van de streep is er een rotonde, waar de renners rechtdoor moeten. De renners rijden door het centrumpje van Panazol en hier is het behoorlijk bochtig. Na de rotonde zijn er kort achter elkaar drie flinke bochten, met na bijna iedere bocht ook nog een paar vluchtheuvels. Geen enorm fijne finale. Na het verlaten van het centrum van Panazol slaan de renners linksaf en direct na die bocht is er weer een vluchtheuveltje. Daarna wordt de weg wel breder en gaat het even rechtdoor. Ondertussen zijn er wel weer wat obstakels op het midden van de weg, dat schijnen ze hier nogal leuk te vinden. Nederland is er niets bij.

In Panazol weet men wel hoe een gemeentehuis eruit dient te zien (Foto: WikiCommons)
In Panazol weet men wel hoe een gemeentehuis eruit dient te zien (Foto: WikiCommons)

Met nog ongeveer drie kilometer te gaan komen de renners weer bij een rotonde uit, die aan beide kanten genomen mag worden, maar de rechterkant lijkt net even wat korter. Nog drie kilometer te gaan nu. Het gaat heel even rechtdoor en de weg begint nu iets serieuzer naar beneden te lopen. De renners komen in een lange, lopende bocht terecht die nog wel lastig zou kunnen zijn. Daarna wordt het weer wat rechter, maar het blijft nog even naar beneden lopen. De vluchtheuvels zijn nog steeds niet op één hand te tellen, dus het blijft opletten.

Op twee kilometer van de streep hebben de renners het lastigste deel gehad. Het gaat nu praktisch rechtdoor richting de streep. Er komen nog een paar vluchtheuvels, maar als die verdwenen zijn blijft er een enorm brede weg over. Er komt ook nog een bocht, maar dat is een flauwe. Het blijft lichtjes dalen, tot de renners na het bereiken van de slotkilometer over de Vienne fietsen. Net als tijdens de derde rit moeten de renners in de slotkilometer 25 hoogtemeters overwinnen. Verschil is dat dit nu voornamelijk moet gebeuren in de laatste 500 meter. Het is dus een stuk steiler dan tijdens de vorige rit. Ook weer niet extreem steil, maar het gaat op sommige momenten wel aan een procent of vijf omhoog. Nog meer een machtssprint dan tijdens de vorige rit. Verder is de slotkilometer simpel, geen bochten en een behoorlijk brede weg. De finish is wederom voor het lokale stadhuis.

Franse en Engelse ridders aan het knokken op een plein in Limoges...hopelijk blijft het vandaag rustiger (Bron: Getty)

Limoges was vroeger de hoofdstad van de regio Limousin, maar tegenwoordig hebben ze een paar regio's bij elkaar gegooid, dus nu ligt Limoges in de regio Aquitaine-Limousin-Poitou-Charentes. Dan weten we dat ook weer. In ieder geval zitten we in het departement Haute-Vienne. Limoges ligt ook aan de rivier Vienne. De stad schijnt vooral bekend te zijn vanwege porselein. Er is ook een porseleinmuseum in de stad. Limoges heeft veel met wielrennen, veel koersen komen hier langs. De stad zit ieder jaar in de Tour de Limousin. Vaak eindigen deze ritten in een sprint, waar de echte punchers het vaak winnen van de pure sprinters. Vorig jaar was de Nederlander Maurits Lammertink nog aan het feest.

In Parijs-Nice 2010 kwam Limoges ook voor en toen werd een piepjonge Peter Sagan tweede. Daar stak hij eigenlijk voor het eerst zijn neus aan het venster. Een dag later boekte hij zijn eerste overwinning en de rest is geschiedenis. Het wordt de 15e keer dat Limoges voorkomt in de Tour. De vorige keer was in 2009, toen er een rit vertrok in deze stad. Ook in 2004 vertrok er een rit vanuit Limoges. De laatste keer dat er een rit aankwam in Limoges was in 2000. De overwinning ging toen naar de voor mij onbekende Fransman Christophe Agnolutto. Hij bleef in z'n eentje het peloton meer dan een minuut voor.

In 1995 kwam er ook een rit aan in Limoges. De toenmalige winnaar is wel iets bekender. Lance Armstrong pakte er zijn tweede ritzege in de Tour, in de tijd dat hij nog twee ballen had en niet zo geweldig goed kon klimmen. Ook Guido Bontempi en Gianne Bugno wonnen ooit in Limoges, dus er staan zeker grote namen op de erelijst. Zelfs onze lachwekkende bondscoach, Johan Lammerts, mag zichzelf winnaar in Limoges gewonnen. Er kan dus veel gebeuren in deze stad. Sprinters, klassementsrenners en vluchters. Allemaal is het ze gelukt om hier te winnen. De grootste naam op de erelijst is evenwel Eddy Merckx. De kannibaal won de proloog in de Tour van 1970. De Tour is hier dus zelfs ooit vertrokken. Begrijpelijk wel, Limoges is een prima stadje. Een oud bruggetje, vakwerkhuisjes, een mooie kathedraal en dan is er met Luc Leblanc ook nog eens een oud-wereldkampioen geboren. Het station van Limoges mag er ook zijn.

Lance Armstrong was in 1995 de beste in Limoges (Foto: Getty)

Qua weer lijkt het een beetje de goede kant op te gaan. Ook tijdens de vierde etappe zal het droog zijn en bovendien gaan de temperaturen ook nog eens omhoog. Het zou tijdens deze rit zelfs wel eens 24 graden kunnen worden. Dat begint zelfs een klein beetje op zomer te lijken. Weinig wind, dus eigenlijk wel een aangename dag voor alle renners. De langste rit van deze Tour zal om 11:10 vertrekken, 20 minuten later is de neutralisatie voorbij. Volgens het schema komen de renners tussen 17:01 en 17:35 aan in Limoges, maar dat schema is zoals we tijdens de vorige etappe zagen nogal afhankelijk van de renners. Als ze er weer een verkapte snipperdag van gaan maken duurt het uiteraard wat langer. Sporza en de NOS zullen er in ieder geval weer bij zijn om 14:10. Hoewel je ook gerust een paar uur later kan inschakelen. Prima etappe om nog wat aan het huishouden te doen, bijvoorbeeld.

Voorspelling

We zitten nog in de eerste week, dus dit gaat ongetwijfeld weer een etappe worden voor de sprinters. Ik denk niet dat ze deze kans gaan laten lopen. Er zijn natuurlijk ook nog behoorlijk wat sprinters die nog een rit willen winnen. Kittel en Greipel zullen wel revanche willen. Cavendish lijkt mij op deze aankomst ook iets kwetsbaarder, dat maakt het nog waarschijnlijker dat de ploegen van Kittel, Sagan en Greipel zullen gaan rijden. De aankomst is niet enorm lastig, maar wel lastiger dan tijdens de vorige rit. Denk dat vooral Sagan hier wel vrolijk van wordt. Een etappe voor verrassingen lijkt het me dan weer niet, de top 10 zal vrij voorspelbaar zijn.

1. Sagan. Ik denk dat dit toch nog wel net lastig genoeg is voor hem. Als het helemaal vlak is legt hij het af tegen de andere topsprinters, als het een beetje omhoog loopt legt hij het ook nog af, maar dit loopt toch wel relatief goed op. Derhalve is hij helemaal in zijn element en hij is ook nog eens in topvorm. Kom maar door met die overwinning.

2. Greipel. Heeft iets goed te maken. Uiteindelijk toch wel een fout gemaakt tijdens de derde rit. Hij kan dit soort aankomsten ook enorm goed aan, dus zal hij extra gemotiveerd zijn om nu dan toch zijn rit te pakken. Kan nog wel eens lastig worden, er zijn een aantal geduchte concurrenten.

3. Coquard. Hij werd al derde in de vorige rit en dat kunstje zie ik hem wel herhalen. Kan ook prima omgaan met een wat lastigere aankomst en beschikt blijkbaar over goede benen. Als het helemaal vlak is heeft hij het ook moeilijk tegen de andere sprinters, maar het is nu niet helemaal vlak. Hij kan nu echt laten zien wat hij waard is. Je kan wel 13 Franse flutkoersjes winnen, maar dat wil nog niet zeggen dat je ook meteen meedoet in de grootste Franse koers. 

4. Enger. Sondre is een Noorse jongen die goed kan dansen. Hij kan ook best behoorlijk fietsen, heeft hij vooral dit jaar een aantal keer laten zien. Werd tijdens de vorige rit zesde en dat moet hij kunnen verbeteren. Deze aankomst zou hem best goed moeten liggen. Een overwinning zou ook lachen zijn, dan kan hij Bernard Hinault nog wat dansles geven. Die kans lijkt me alleen vrij klein.

5. Matthews. Deed mee aan de sprint in de tweede en derde rit, met wisselend succes. De ene rit was eigenlijk te zwaar voor hem en de andere dan weer te makkelijk. Dit zit met een beetje fantasie in het midden. Hij gaat in ieder geval een poging wagen en ik zie hem dan ook nog wel best ver komen. Moet zijn team alleen wel voor hem gaan rijden, maar dat kan nog wel eens lastig worden met ploeggenoten die liever voor zichzelf rijden zoals Gerrans.