Israël blijft strijden tegen atoomakkoord met Iran

Redactie

De Israëlische premier Benjamin Netanyahu wijst de raamovereenkomst over het Iraanse atoomprogramma af. In een telefoongesprek met de Amerikaanse president Barack Obama heeft hij die te verstaan gegeven dat het akkoord waarop Iran en de vijf grote mogendheden nu aansturen 'het voortbestaan van Israël op het spel zet'.

Israël staat echter nagenoeg alleen in zijn verzet tegen de uitkomst van de atoomonderhandelingen. De internationale gemeenschap heeft het donderdag overeengekomen raamwerk voor een eindakkoord overwegend met instemming ontvangen. Wel vindt Netanyahu veel steun in het Amerikaanse Congres, waarin de Republikeinen, die in hun gelederen veel haviken en houwdegens tellen, de dienst uitmaken. Voorts zoekt zijn regering mogelijk overleg met Arabische landen die de terugkeer van de voormalige verschoppeling Iran op het internationele toneel ook met argusogen bezien.

De raamovereenkomst legt het Iraanse atoomprogramma beperkingen op en voorziet in inspecties van Iraanse nucleaire installaties. Van een totale ontmanteling van het atoomprogramma, waarop Israël aandringt, is echter geen sprake. Netanyahu waarschuwt dat Iran, doordat het beoogde akkoord bepaalde nucleaire faciliteiten ongemoeid laat, zich kan blijven voorbereiden op de vervaardiging van een kernbom.

Israël blijft zich sterk maken voor het terugdraaien of ten minste het bijschaven van de overeenkomst, zei de Israëlische minister Yuval Steinitz, die de Iraanse atoomdreiging in zijn portefeuille heeft.

De Verenigde Staten, Rusland, Groot-Brittanië, Frankrijk en Duitsland, vijf van de zes grote mogendheden die het overleg met Iran voerden, hebben alle al enthousiast gereageerd op het raamakkoord. Datzelfde geldt voor de Iraanse president Hassan Rouhani. In Teheran gingen donderdagavond veel mensen de straat op om de doorbraak te vieren.

Het voorlopige akkoord bepaalt dat Iran het aantal uraniumcentrifuges moet terugbrengen van twintigduizend naar 6104. Daarvan mogen er nog maar 5060 in bedrijf zijn, waar er tot op heden tienduizend draaien. De regering in Teheran moet afzien van haar voornemen de huidige centrifuges te vervangen door geavanceerdere machines.

Iran heeft toegezegd zijn voorraad aan verrijkt uranium te verminderen van vijfduizend tot driehonderd kilo. Iran verrijkt de splijtstof voortaan tot een graad die ver verwijderd is van de graad die nodig is om atoomwapens te maken.

De ondergrondse verrijkingsfabriek in Fordo, een grote zorg voor Israël omdat die in geval van nood gewapenderhand moeilijk is uit te schakelen, moet worden omgevormd tot een onderzoeksinstituut voor atoomfysica. Iran belooft er vijftien jaar lang geen uranium te verrijken. Een deel van de centrifuges in Fordo blijft wel draaien, maar produceert in het vervolg medische en andere isotopen in plaats van hoogwaardig uranium.

Het Internationaal Atoomagentschap (IAEA) gaat voormalige en huidige verrijkingsinstallaties in de gaten houden 'met behulp van de modernste onderzoekstechnieken'. Iran heeft toegezegd het IAEA 'veel ruimere toegang te geven en veel meer informatie te verstrekken' dan voorheen. Teheran zal ook reageren op de verdenkingen van het IAEA dat Iran in het verleden aan atoomwapens heeft gewerkt.

Iran heeft beloofd de bijna voltooide zwaarwaterreactor in Arak om te bouwen. De centrale zou aanvankelijk jaarlijks, als bijproduct, genoeg plutonium produceren om meerdere kernwapens van te vervaardigen. Dat wordt nu een veel kleinere hoeveelheid. Gebruikte reactorbrandstof, die plutonium bevat, wordt bovendien naar het buitenland afgevoerd.

Deze en andere afspraken hebben tot gevolg dat Iran een tot tien jaar nodig zou hebben om een kernbom te maken, zeggen de onderhandelaars. Nu schatten zij die periode op twee tot drie maanden.

Als Iran zich houdt aan de verplichtingen die het land op zich heeft genomen trekken de VS en de Europese Unie de sancties in die zij hebben getroffen om Teheran te straffen voor het nucleaire programma. De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties schrapt alle over het Iraanse atoomprogramma aangenomen resoluties. De uitvoer naar Iran van goederen en kennis die kunnen worden gebruikt voor het atoomprogramma is niet langer volstrekt verboden, maar er wordt in de toekomst nog wel de hand aan gehouden.