Onbegrip over politie bij slachtoffers Alphen

Redactie

Slachtoffers van Tristan van der V. zijn nog altijd vol onbegrip en frustratie over de politie. Ze begrijpen niet dat die haar verantwoordelijkheid niet neemt voor het verlenen van een wapenvergunning aan de man die in Alphen aan den Rijn willekeurig mensen neerschoot.

Tientallen van hen reizen dinsdag gezamenlijk af naar Den Haag. Daar is dan de eerste openbare zitting van een bodemprocedure over de aansprakelijkheid van de politie. "Het is een belangrijke dag voor de slachtoffers. Ze zijn erg betrokken", zegt Veeru Mewa van Beer advocaten. Hij rekent erop dat zo'n dertig slachtoffers en nabestaanden uit Alphen aan den Rijn naar de rechtbank komen.

Mewa vertelt dat ze nog altijd de psychische en lichamelijke gevolgen dragen. Sommigen zijn arbeidsongeschikt. Zijn kantoor vertegenwoordigt ongeveer zestig slachtoffers en nabestaanden. In april is het vier jaar geleden dat Van der V . in Alphen aan den Rijn om zich heen schoot in winkelcentrum Ridderhof. Zes mensen kwamen om het leven en zestien raakten gewond.

De slachtoffers en nabestaanden vinden dat de politie Van der V. nooit een vuurwapenvergunning had mogen verlenen. Ze houden de politie daarom verantwoordelijk voor de gevolgen van het wapengebruik van Van der V.

"In het systeem stond dat Tristan in 2006 gedwongen was opgenomen", aldus Mewa. De politiemedewerker die in 2008 Van der V.'s vergunningaanvraag beoordeelde heeft dat echter niet gezien. Hoe dat kon gebeuren is niet helemaal duidelijk. De medewerker heeft wel verklaard dat hij destijds gebukt ging onder hoge werkdruk en kampte met ziekte.

Tristan had jarenlang psychische problemen. In 2006 werd hij opgenomen, nadat zijn ouders een schriftje hadden gevonden waarin hij een scenario beschreef waarin hij zelfmoord pleegde. In de periode daarna zou hij heel boos zijn geweest, vooral op God. Die vond hij wreed vanwege het lijden in de wereld.