Spaanse politie vindt sporen bij auto Nederlander

De Spaanse politie heeft in de wagen van de vermoorde Nederlander Martin Verfondern sporen gevonden die kunnen leiden naar mogelijke daders. De moord was 'niet perfect' gepleegd. Dat hebben bronnen bij de politie tegen de Spaanse krant El Pais gezegd.

Zeker twee mensen zouden de moord op de destijds 52-jarige Nederlander hebben gepleegd in een bebost en moeilijk begaanbaar gebied in de regio Galicië. Een poging om de auto van de Nederlander daarna in brand te steken mislukte, mogelijk door slecht weer.

De politie is ervan overtuigd dat in de auto meer vingerafdrukken zijn te vinden, omdat de moord 'niet professioneel' is gepleegd. De daders reden met een tweede auto weg, aldus de ingewijden.

De 52-jarige Verfondern was samen met zijn vrouw eigenaar van een ecologische boerderij in een afgelegen gebied in de regio Galicië. Hij verdween op 19 januari 2010, toen hij na het boodschappen doen niet terugkeerde op de boerderij. Meer dan vier jaar was niet duidelijk wat er met de Nederlander was gebeurd.

In maart werd met nieuwe technologische middelen de zoektocht naar Verfondern hervat. Begin juni werd de deels uitgebrande auto van Verfondern bij toeval teruggevonden door een helikopter. In de buurt werden botresten gevonden, evenals een computer en andere spullen. Het is niet duidelijk of die spullen van het slachtoffer of van de daders zijn. Het dna-onderzoek van de botresten is pas in september afgerond, maar volgens de politie staat vrijwel vast dat het gevonden skelet van de Nederlander is.

Het blijft onduidelijk wie de daders zijn. Verfonderen had destijds ruzie met zijn buren. In een interview met El Pais vertelde hij toen dat hij nooit de deur uitging 'zonder een videorecorder op stand-by te hebben staan'. De Spaanse politie is ervan overtuigd dat er meer sporen tevoorschijn komen. "Als dat gebeurt, dan gaat iemand boeten."