Geweld in Thailand in aanloop naar verkiezingen

Redactie

Aan de vooravond van de parlementsverkiezingen in Thailand is in de hoofdstad Bangkok geweld uitgebroken tussen voor- en tegenstanders van de regering. Ten minste zeven mensen raakten gewond. Dat hebben de Thaise hulpdiensten gezegd. Onder de gewonden was ook een lokale journalist. De Amerikaanse fotograaf James Nachtwey werd in zijn been geschoten.

De onlusten braken uit toen een groep aanhangers van de regering optrok naar een gebouw in het noorden van Bangkok waar stembussen staan. Het gebouw was omsingeld door tegenstanders van de regering die proberen de verkiezingen te verstoren. De twee partijen bekogelden elkaar met vuurwerk en stenen, maar grepen al snel naar pistolen en geweren om elkaar te lijf te gaan.

Zondag gaat de Thaise bevolking naar de stembus. Premier Yingluck Shinawatra schreef de verkiezingen uit in de hoop om na grootschalige demonstraties een mandaat van het volk te krijgen. Maar antiregeringsgroepen, die al sinds november demonstreren, eisen een niet-gekozen volksraad die minstens twee jaar de kans krijgt om hervormingen door te voeren die corruptie moeten bestrijden. Het is vrijwel zeker dat de zittende regering na de verkiezingen aan het roer kan blijven staan. Daarmee is de stembusgang dus eigenlijk een loze exercitie.

De politieke crisis en de daarmee gepaard gaande onlusten in Thailand hebben al aan tien mensen het leven gekost. Honderden zijn gewond geraakt. Door al het geweld is er weinig aandacht voor de verkiezingscampagnes geweest. Vooral in Bangkok voerde het geweld de boventoon.

Hoewel de stembusgang in Bangkok wel eens op problemen kan stuiten en in het zuiden stembureaus misschien niet open kunnen als zaken als stembussen en -formulieren niet op tijd arriveren is de verwachting dat in het overgrote deel van het land de verkiezingen rustig verlopen. De politie zet in het hele land in totaal honderdduizend agenten in. In Bangkok worden bovendien vijfduizend militairen gelegerd.