Sint-Petersburg weer even Leningrad
Veel moeite lijkt het Sint-Petersburgers niet te kosten om zich het eind van het Duitse beleg te herinneren dat de Russische stad maandag herdenkt. De ongekende ontberingen die de stad tijdens de Tweede Wereldoorlog moest doorstaan voelen nog zo vers dat reclameposters voor Duitse producten volgens Russische media tijdens de herdenking worden geweerd.
De belegering van het toenmalige Leningrad duurde bijna negenhonderd dagen en kostte achthonderdduizend inwoners het leven. Pas op 27 januari 1944 braken de troepen van Adolf Hitlers Derde Rijk het beleg op. Om de zeventigste verjaardag van die bevrijding te vieren pakt de stad groots uit.
Sint-Petersburg krijgt de komende dagen opnieuw het aanzicht van een belegerde stad. Op het centraal gelegen Manedzjnajaplein verschijnen rijen zandzakken, oude voertuigen, wapens en de zogenaamde Tsjechische egels - de metalen staketsels die vijandelijke tanks de weg moesten versperren. Een voorstel voor het naspelen van onderdelen van het historische beleg werd door bloggers met hoon ontvangen. Zij spraken van een affront tegen slachtoffers en overlevenden van de belegering als van historische tragedie oppervlakkig entertainment wordt gemaakt.
De organisator van de grote openluchttentoonstelling, sinds zaterdag toegankelijk voor publiek, is niet bang dat de tijdreis die hij zijn stadgenoten opdringt in verkeerde aarde valt, verzekerde hij The Voice of Russia. En anders kunnen zij zich vast laven aan de vele concerten en theateroptredens, zei Sergej Sjoeb tegen de Russische zender. Muzikanten spelen onder meer tijdens het beleg gecomponeerd werk. Want het culturele leven ging tijdens het beleg gewoon door. "Theaters, filmhuizen en concertgebouwen bleven open", aldus Sjoeb.
De herdenking wordt maandag afgesloten met een minuut stilte en muziek. De eerste viool in het requiem is daarbij weggelegd voor Dmitri Sjostakovitsj - allicht. De beroemde Zevende Symfonie was een symbool van het verzet van de stadsbewoners tegen de Duitse overmacht. De grote componist voltooide het werk al eind 1941, waarna het wereldwijd in muziekpaleizen ten gehore werd gebracht. In augustus van het volgende jaar ging het ook in de belegerde stad in première, uitgevoerd door een handjevol uitgehongerde leden van een radio-orkest en inderhaast van het front teruggeroepen militairen van muziekkorpsen. Op de achtergrond ging de oorlog gewoon door.