CIA hielp bij doden FARC-leiders

De Colombiaanse regering heeft hulp van de CIA gehad bij het doden van zeker twintig leiders van de rebellenbeweging FARC. Dat berichtte de Amerikaanse krant The Washington Post zaterdag.

De Amerikaanse geheime dienst NSA heeft de Colombiaanse regering onder meer 'afluisterhulp' gegeven, aldus de Post. Ook kreeg Colombia van de Verenigde Staten gps-apparatuur om 'slimme bommen' mee te maken. In maart 2008 doodden Colombiaanse militairen de hoge FARC-commandant Raul Reyes in een van de junglekampen van de FARC in Ecuador, net over de grens met Colombia. Bij die operatie werd zo'n slimme bom gebruikt, meldt de krant.

Het bericht is gebaseerd op interviews met meer dan dertig voormalige en huidige Amerikaanse en Colombiaanse functionarissen. De krant sprak hen op voorwaarde van anonimiteit, omdat het programma nog altijd voortduurt en geheim is.

De CIA wilde niet reageren op de berichtgeving. De Colombiaanse president Juan Manuel Santos zei tegen de krant dat de CIA de Colombiaanse strijdkrachten heeft geholpen met 'betere training en met kennis'.

Het miljardenprogramma werd in het geheim gefinancierd en staat los van de negen miljard aan hulp die de VS openlijk aan Colombia verstrekten, met name in de vorm van militaire assistentie. Het programma werd goedgekeurd door president George W. Bush en voortgezet onder president Barack Obama.

De FARC-rebellen houden momenteel vredesgesprekken met de Colombiaanse regering, maar er is geen staakt-het-vuren tussen beide kampen. De opstandelingen namen in 1964 de wapens op. Met steun van de VS werd de FARC teruggebracht tot ongeveer negenduizend strijders. Zelf zeggen ze nog altijd veel slagkracht te hebben.