Uitspraak over meineed rechters in Chipsholzaak
Oud-rechters Pieter Kalbfleisch en Hans Westenberg horen donderdag in Arnhem of zij in hoger beroep een voorwaardelijke gevangenisstraf en taakstraf krijgen opgelegd. De twee staan terecht in de Chipsholzaak wegens meineed. Volgens justitie logen de twee over het feit dat ze bevriend waren en regelmatig bij elkaar over de vloer kwamen.
Het OM eiste twee weken geleden een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden en 240 uur werkstraf tegen de 67-jarige Westenberg. Kalbfleisch (66) hoorde een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden en eveneens een werkstraf van 240 uur tegen zich eisen.
Kalbfleisch en Westenberg waren rechters in de langslepende zaak-Chipshol. In 2009 deed Jan Poot, directeur van projectontwikkelaar Chipshol, aangifte tegen Westenberg. Volgens Poot zouden de twee oud-rechters een voormalige zakenpartner van hem hebben voorgetrokken tijdens de rechtszaak over het Groenenbergterrein onder de rook van Schiphol.
De zakenpartner, Harry van Andel, zou tevens bevriend zijn met Kalbfleisch. De oud-rechter zou zijn toenmalige collega Westenberg hebben gevraagd Van Andel in juridische procedures te bevoordelen.
Het hoger beroep draaide onder meer om de vraag hoe vaak de oud-rechters elkaar zagen. Westenberg zou bovendien gelogen hebben over zijn telefonische contact met een advocaat in de Chipshol-zaak. "Er wordt mij iets in de schoenen geschoven wat volstrekt niet waar is", riposteerde Westenberg. Het OM stelde een brief in handen te hebben van de betreffende advocaat waarin wordt gerefereerd aan het telefoongesprek tussen de twee.
Ook Kalbfleisch betwistte de feiten. Hij stelde zijn collega hoofdzakelijk in de raadkamer te zijn tegengekomen. Slechts een keer zou Westenberg bij hem thuis geweest zijn op een feestje ter gelegenheid van zijn benoeming tot rechter. De belastende verklaring van zijn ex-vrouw was volgens Kalbfleisch bovendien in een emotioneel moment afgelegd. Zijn ex-echtgenote verklaarde dat de twee elkaar privé regelmatig zagen. Uit afgeluisterde telefoongesprekken bleek volgens justitie ook dat de twee rechters wel degelijk vaak bij elkaar kwamen.
De rechtbank in Utrecht sprak de twee oud-rechters in november vrij wegens gebrek aan bewijs. Een deel van het bewijs bleek onbruikbaar vanwege fouten bij het OM. Justitie had 240 uur werkstraf en een voorwaardelijke celstraf van vier maanden geëist tegen Westenberg. Tegen Kalbfleisch eiste het OM een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden. Justitie ging in beroep tegen de vrijspraak.