Aantal verkeersdoden nagenoeg gelijk

Het aantal verkeersdoden in Nederland is vorig jaar nauwelijks veranderd ten opzichte van het jaar ervoor. Het aantal dodelijke slachtoffers daalde van 661 naar 650. Onder 15- tot 20-jarigen en 80-plussers vielen minder flink slachtoffers, blijkt woensdag uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek en Rijkswaterstaat.

De meeste doden vielen in Noord-Brabant, dat het grootste wegennet heeft. Wel is daar net als in de meeste provincies sprake van een daling. Sinds de jaren zeventig daalt het aantal doden door verkeersongevallen. Toen kwamen jaarlijks nog meer dan drieduizend mensen om in het verkeer.

In 2011 was het aantal verkeersdoden voor het eerst in tien jaar licht gestegen. Minister van Infrastructuur en Milieu Melanie Schultz van Haegen (VVD) zei een jaar geleden dat ze het aantal verkeersdoden in 2020 wil terugbrengen tot vijfhonderd. Onder meer door het veiliger aanleggen van wegen en fietspaden, fietslichtcampagnes en verkeerscursussen voor ouderen. De Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) concludeerde dat een veel lager aantal niet haalbaar is als geen extra maatregelen zoals strengere alcoholcontroles worden ingevoerd.

Sinds 2006 is het aantal verkeersslachtoffers onder jongeren van 15 tot 20 jaar met de helft afgenomen. Vorig jaar kwamen er 29 om in het verkeer, zestien minder dan in 2011. Dat zou vooral komen doordat minder dodelijke ongelukken met auto's en brommers zijn gebeurd.

Onder 80-plussers daalde het aantal verkeersdoden naar 95, 31 minder dan een jaar eerder. De afname bij die groep is het sterkst onder de fietsers, maar ook onder inzittenden van auto's en voetgangers vielen minder doden.

Onder 20- tot 60-jarigen nam het aantal doden juist toe, vooral bij inzittenden van auto's, daar steeg het aantal doden van 137 naar 156. Daarmee is deze groep terug op het niveau van 2010. Onder 60- tot 80-jarigen nam het aantal fietsslachtoffers toe, van 78 naar 96.