Minder opvolgingsproblemen voor boeren

Na een jarenlange daling heeft een hoger percentage van de boeren van 55 jaar en ouder een opvolger klaarstaan om het bedrijf over te nemen. Tussen 2000 en 2008 daalde het percentage met een opvolger van 32 procent naar 29 procent. Dit jaar heeft 34 procent een opvolger klaarstaan, blijkt dinsdag uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

De percentages worden eens in de vier jaar gemeten. Bij grote en middelgrote bedrijven nam het aandeel met een bedrijfsopvolger al sinds 2004 toe, bij de kleine en hobbymatige bedrijven was pas na 2008 sprake van een toename.

Nederland telt dit jaar ongeveer 69 duizend land- en tuinbouwbedrijven, waarvan bijna 32 duizend een bedrijfshoofd van 55 jaar of ouder hebben. Alhoewel het percentage met een opvolger stijgt, staat bij slechts elfduizend bedrijven een opvolger klaar.

Ruim een derde van de boeren van 55 jaar of ouder heeft een opvolger klaarstaan om het bedrijf over te nemen.

Bij de melkveebedrijven met een 55-plusser aan het hoofd staat het vaakst een opvolger klaar, namelijk in 64 procent van de gevallen. Bij de geitenbedrijven was dit de helft. De minste belangstelling is er voor het overnemen van schapenbedrijven met een 55-plusser aan het hoofd, daar staat in twaalf procent van de gevallen een opvolger klaar.

Ook is er weinig animo voor het overnemen van paard- en ponybedrijven (twintig procent) en boomkwekerijbedrijven (21 procent). Ook de omvang speelt een rol. Bij grotere bedrijven staan vaker opvolgers klaar dan bij kleinere bedrijven.