Wereldleiders geschokt door bloedbad in Houla

Redactie

De Arabische Liga belegt een spoedvergadering over het bloedbad van vrijdag in het Syrische Houla, dat aan 38 kinderen en 54 volwassenen het leven kostte. De burgerdoden in de keten van dorpen rond het centraal gelegen Homs vielen door artillerievuur van regeringstroepen, stelde het hoofd van de waarnemersmissie van de Verenigde Naties zaterdag vast.

De Arabische Liga schaarde zich in het koor van wereldleiders die hun afschuw hebben uitgesproken over het geweld in Houla. ''Deze weerzinwekkende en wrede misdaad, met willekeurig en buitensporig geweld uitgevoerd, is een schending van het internationaal recht en de verplichtingen van de Syrische regering om het gebruik van zware wapens in dichtbevolkte gebieden en iedere vorm van geweld te beëindigen'', zeiden secretaris-generaal van de VN Ban Ki-moon en de internationale gezant Kofi Annan. ''De verantwoordelijken voor deze misdaad moeten rekenschap afleggen over hun daden.'' Duizenden Syriërs gingen zaterdag al in Damascus en Aleppo de straat op om lucht te geven aan hun woede. Ze eisten wraak voor de dood van de tientallen inwoners van Houla, voor wie zaterdag massagraven werden gedolven. Amateurvideo's die online zijn verschenen tonen rijen bebloede en verminkte lichamen op de vloer van wat een moskee lijkt te zijn. In een filmpje zijn zeker twaalf dode kinderen te zien. Een levenloos jongetje, dat niet ouder lijkt dan een jaar of acht, mist een kaak.

Volgens activisten waren antiregeringsdemonstraties in Houla de aanleiding voor het bloedvergieten van vrijdag. Regeringsgezinde bendes, de zogeheten shabiha, uit alawitische buurdorpen zouden de soennitische dorpen van Houla zijn binnengevallen. De strijders schoten mannen op straat neer, drongen huizen binnen en regen vrouwen en kinderen aan hun wapens, beweerde Abu Yazan, een activist ter plaatse.

De VN-waarnemers die zaterdag in Houla de toedracht van het drama onderzochten zien artilleriebeschietingen als de oorzaak van het bloedbad. Ze troffen er lege patroonhulzen van tanks aan. De Syrische regering beschuldigt 'gewapende terreurgroepen', een etiket dat Damascus vaak gebruikt voor de oppositie, van het bloedvergieten.

Niet eerder sinds de volksopstand tegen president Bashar Assad in Syrië begon was het dodental bij één enkel incident zo hoog. Volgens de VN kwamen in totaal al meer dan negenduizend mensen om het leven, vooral burgers.