Misverstand over miljarden voor ABN AMRO

Redactie

Dat de Nederlandse staat na de nationalisatie van ABN AMRO nog miljarden heeft moeten bijstorten, heeft mogelijk te maken met een misverstand tussen het ministerie van Financiën en de zakenbank Lazard, die het ministerie adviseerde. Dat bleek woensdagmiddag uit verhoren door de commissie-De Wit.

Erik Wilders, die bij het ministerie van Financiën aan het hoofd stond van het team dat de waarde van ABN AMRO moest bepalen, zei niet te hebben voorzien dat ABN na de overname door de staat met een tekort aan kapitaal te maken zou krijgen, waardoor er geld bij moest. "Er heeft niemand geroepen: hou er rekening mee dat je nog ergens 2,3 miljard in moet stoppen", zei Wilders.

Twee adviseurs van Lazard stelden eerder op de dag voor de commissie dat zij wel degelijk een verlies van 2,3 miljard hebben gemeld. Dat verlies zat in een van de onderdelen van het Fortis-concern, dat met de nationalisatie werd opgesplitst. Wilders zei destijds echter niet te hebben begrepen dat dat verlies opgevangen zou moeten worden door de staat. "Blijkbaar hebben we elkaar tot vanochtend verkeerd begrepen", constateerde hij.

De Lazard-adviseurs verklaarden geen rekening te hebben gehouden met mogelijke verdere tekorten aan kapitaal. De Nederlandsche Bank (DNB) zou hun daarover niets hebben verteld. Rudi Kleijwegt, destijds hoofd bankentoezicht bij DNB, verklaarde echter dat de tekorten wel degelijk zijn besproken. "Maar de portee daarvan is kennelijk niet helemaal geland." Ook Kleijwegt schrijft dat toe aan een misverstand.

Volgens de ondervraagden zijn de misverstanden te verklaren uit de hoge tijdsdruk. Er moest binnen enkele dagen een inschatting worden gemaakt van de waarde van de Nederlandse delen van Fortis. Normaal neemt zoiets maanden in beslag.

De Nederlandse staat nam de Nederlandse delen van het Fortis-concern, waaronder ABN AMRO, begin oktober 2008 over voor 16,8 miljard euro. Later dat jaar en in 2009 moesten er nog eens miljarden worden neergeteld om ABN AMRO op de been te houden. De commissie-De Wit, die de aanpak van de kredietcrisis onderzoekt, wil weten of die extra miljarden te voorzien waren geweest en of de staat niet te veel heeft betaald.