Nobelprijs voor de vrede uitgereikt

Redactie

Drie vrouwen die strijden tegen onrechtvaardigheid, dictaturen en seksueel geweld in Liberia en Jemen hebben zaterdag in de Noorse hoofdstad Oslo de Nobelprijs voor de vrede uitgereikt gekregen.

De president van Liberia Ellen Johnson Sirleaf, haar landgenote Leymah Gbowee en de Jemenitische activiste Tawakkul Karman werden geprezen voor hun strijd voor 'mensenrechten in het algemeen en voor gelijkheid voor vrouwen en voor vrede in het bijzonder'.

De 72-jarige Sirleaf werd in 2005 als eerste vrouw in Afrika tot president gekozen werd. In 1997 deed ze al eens mee aan de verkiezingen, maar toen werd ze verslagen door de voormalige krijgsheer Charles Taylor. Acht jaar later was het wel raak. Bijgenaamd de IJzeren Dame verwierf Sirleaf een reputatie als hervormer en vredestichter.

Gbowee (39) strijdt sinds lange tijd voor vrouwenrechten en tegen verkrachtingen. Zij ging geregeld de straat op met een groep vrouwen, de 'vrouwen in het wit'. In 2003 marcheerde Gbowee met enkele honderden vrouwelijke activisten door de hoofdstad Monrovia. Zij eisten de ontwapening van strijders die meisjes en vrouwen van alle leeftijden verkrachtten. Na een burgeroorlog van veertien jaar was er drie maanden eerder vrede gesloten, maar de verkrachtingen duurden voort.

Karman, journaliste en lid van de islamitische partij Islah, is de eerste Arabische vrouw die de Nobelprijs voor de vrede krijgt en met 32 jaar de jongste laureaat ooit. Zij is ook voorzitter van een mensenrechtenbeweging die de belangen van vrouwelijke journalisten behartigt.

De vrouwen krijgen omgerekend 1,1 miljoen euro.


Nobelprijs voor de vrede uitgereikt (Foto: Novum)