'Defensie vindt graf Screbrenica'

Redactie

Het ministerie van Defensie is er waarschijnlijk achter waar stoffelijke overschotten van moslims die in juli 1995 op het terrein van het Nederlandse VN-bataljon Dutchbat overleden begraven liggen. In een rapport dat het televisieprogramma Nieuwsuur in handen heeft, blijkt dat onderzoekers de conclusie 'gerechtvaardigd' lijken te vinden dat de plek is gevonden.

In het noodgraf liggen vijf stoffelijke overschotten. Van een van hen, een vrouw, is de identiteit bekend. Verder gaat het om twee bejaarde mannen, een baby en een ongeveer 20-jarige vrouw. Of sinds juli 1995 resten uit dit graf zijn gehaald, weten de onderzoekers niet.

Toen de Bosnische enclave Sebrenica viel vluchtten duizenden voornamelijk vrouwen en kinderen naar het terrein van Dutchbat. Ze zaten opgepropt in een grote fabriekshal waar een gebrek was aan water, voedsel en medicijnen. Minimaal zeven moslims zouden zijn overleden, sommigen van hen pleegden zelfmoord.

Het onderzoek naar het graf werd in opdracht van minister van Defensie Hans Hillen (CDA) ingesteld. Nabestaanden klaagden eerder dat Defensie weigerde prijs te geven waar de stoffelijke overschotten lagen.

Minister van Defensie Hans Hillen (CDA) zei toen in Nieuwsuur dat militairen na de genocide in Screbrenica vertrouwelijk hebben verteld wat er gebeurd is. Hij wil deze belofte niet breken. "Als je je woord hebt gegeven dat je iets niet bekendmaakt, moet je dat ook niet doen."