Toekomst ongewis voor kompels en mijn na redding

bennootje

Heel Chili vierde feest donderdag nadat de laatste van 33 mijnwerkers omhoog was getakeld. De kompels hebben ruim twee maanden ondergronds vastgezeten, maar verkeren allemaal, op een paar kleine kwetsuren na, in goede gezondheid. Als de feeststemming wegebt, wordt het echter tijd om belangrijke vragen te stellen.

Een van de belangrijkste vragen is waarom de koper- en goudmijn überhaupt in bedrijf was. Daarnaast is het de vraag of de gebeurtenis emotionele littekens heeft achtergelaten bij de kompels. Zijn er personen onder hen die eventueel hun beroep weer willen oppakken en de duistere, nauwe diepte weer willen betreden om koper en goud te delven?

President Sebastian Pinera was ondubbelzinnig over de toekomst van de San José-mijn. "Deze mijn zal nooit meer open gaan", zei hij zodra de reddingsactie succesvol was afgerond. De omstandigheden die tot het voorval leidden, zullen evenmin ongestraft blijven, beloofde hij. "Degenen die verantwoordelijk zijn, zullen hun verantwoordelijkheid moeten nemen."

De reddingsactie heeft 'tussen de tien en twintig miljoen dollar' gekost, zei Pinera, zo'n zeven tot veertien miljoen euro. Een derde van dit bedrag werd vergaard door donaties, de rest werd betaald door staatsmijnbedrijf Codelco en de regering.

De mijnbouw is de belangrijkste industrietak in Chili en vormt veertig procent van de staatsinkomsten. Maar door het instorten van een deel van de mijn op 5 augustus zal de Chileense mijnbouw extra nadrukkelijk onder de loep worden genomen. Velen denken dat het ongeluk kon gebeuren, omdat veiligheidsreglementen met een korrel zout werden genomen.

Inmiddels hebben de families van 27 van de 33 mijnwerkers een aanklacht ingediend tegen de eigenaren van de mijn wegens nalatigheid en aanvullende schadevergoedingen geëist. Een andere kompel, de 40-jarige Gino Cortez, heeft ook een aanklacht ingediend. Hij verloor een maand voor het ongeval een deel van zijn linkerbeen toen op het moment dat hij de mijn verliet een rotsblok losraakte en op hem viel.

Pinera kondigde aan vlug met een voorstel te komen om Chileense mijnwerkers beter te beschermen. Na het ongeluk ontsloeg hij toezichthouders en stelde hij een commissie in om zowel het ongeval als de regelgevende dienst voor de mijnbouw te onderzoeken. Inmiddels zijn al achttien kleinere mijnen gesloten wegens het niet naleven van de veiligheidsvoorschriften.

De mijnbouw blijft een gevaarlijke industrietak, met name in de kleinere mijnen in het noorden van het land die aan zo'n tienduizend mensen werk bieden. Sinds 2000 zijn bij mijnongelukken jaarlijks gemiddeld 34 kompels om het leven gekomen.

Voor zover bekend is er niet eerder iemand geweest die zo lang ondergronds heeft overleefd als de 33 Chileense kompels. De eerste zeventien dagen van hun gevangenschap wist zelfs niemand of ze nog in leven waren. In de daaropvolgende weken hielden de gebeurtenissen in de mijn en de voorbereiding op de redding van de kompels de wereld in hun greep. De reddingsactie verliep boven verwachting goed. Aanvankelijk heerste de gedachte dat de mannen rond kerstmis zouden worden gered, maar die verwachtingen werden al vlug bijgesteld. Toen de reddingsschacht gereed was dacht men de mannen in 36 tot 48 uur te hebben bevrijd, maar in werkelijkheid nam het takelen maar 22 uur in beslag.

Alle mannen verkeerden in goede gezondheid. Eén kompel werd behandeld voor een longontsteking, twee anderen kregen een gebitsbehandeling. Toch werd al vlug duidelijk dat de mannen nog te kampen hebben of zullen krijgen met een emotionele nasleep. De jongste van het stel, de 19-jarige Jimmy Sanchez, vader van een vier maanden oude baby, had duidelijk moeite om zich aan te passen en leek enigszins depressief. "Hij sprak weinig en leek geen contact te leggen", zei dokter Guillermo Swett.

De Chileense regering heeft laten weten in ieder geval zes maanden zorg te dragen voor het welzijn van de kompels, om er zeker van te zijn dat iedereen goed herstelt. Psychologen en andere deskundigen zijn van mening dat de levens van de mannen voortaan alles behalve normaal zullen verlopen. Hun wachten onmetelijke rijkdommen in vergelijking met de elf- tot twaalfhonderd euro die zij maandelijks kregen.

Op een gegeven moment zullen ze moeten beslissen of ze terug de mijn in willen, ook al zijn hun familieleden daar fel tegen gekant. Veel kompels zijn terug ondergronds gegaan nadat ze beneden in de diepte momenten van levensgevaar hebben meegemaakt, zegt Mario Medina Mejia, een plaatselijke geoloog. Hij vergeleek hun situatie met die van zeelieden die schipbreuk hebben geleden, maar toch weer terugkeren naar de golven. "Als ze het werk nodig hebben, keren ze terug naar de mijn", zei hij. "Het is hun leven, hun cultuur, de wijze waarop ze in hun levensonderhoud voorzien."

kompels gaan onzekere toekomst tegemoet (foto: Novum)