Zeven jaar cel voor fatale schietpartij Arnhem

Redactie

Een 30-jarige man uit Rheden moet zeven jaar de gevangenis in wegens doodslag. Hij schoot vorig jaar op 5 juli in Arnhem een man neer, die drie dagen later aan zijn verwondingen overleed. Het Openbaar Ministerie had acht jaar cel en tbs geëist voor moord.

De rechtbank in Arnhem, die zitting hield in Utrecht, sprak de Rhedenaar vrij van moord, omdat niet vast is komen te staan dat de schutter een vooropgezet plan had.

Hij was met twee kompanen naar de woning van het slachtoffer gegaan om geld dat het slachtoffer schuldig zou zijn op te eisen. Het slachtoffer verscheen op zijn balkon, waarna er over en weer werd geschreeuwd en gescholden. De verdachte trok in de centrale hal van het appartementencomplex zijn vuurwapen en laadde het door, maar ging weer naar buiten met zijn handlangers.

De drie zagen het slachtoffer even verderop met ontbloot bovenlijf en zwaaiend met een klauwhamer op zich afkomen. De 30-jarige schoot vrijwel onmiddellijk, eerst op de grond en kort daarna ook op het lichaam. Naar eigen zeggen mikte hij op de benen. Het slachtoffer werd echter in zijn zij geraakt.

Omdat dit allemaal heel snel en hectisch verliep, vindt de rechtbank dat de schutter geen gelegenheid had om zich te beraden over de betekenis en de gevolgen van dat schot. Daarom was geen sprake van moord.

De rechters stelden dat de actie met de klauwhamer onverwacht was, en daarom een zekere psychische druk op de verdachte legde en op die manier zijn handelen heeft bepaald. Daarom viel de straf lager uit dan de officier van justitie had geëist.

Deskundigen verschillen van mening over de psychische toestand van de schutter. De rechtbank oordeelde, zoals ook een van de drie experts, dat niet met voldoende zekerheid valt vast te stellen dat hij leed aan een stoornis. Daarom wordt geen tbs opgelegd. De twee andere deskundigen, die wel vonden dat de verdachte een persoonlijkheidsstoornis had, hadden maar beperkt onderzoek gedaan.