Twee overlevenden aardbeving China gered

Redactie

Reddingswerkers hebben vijf dagen na de vernietigende aardbeving in de afgelegen Chinese provincie Qinghai twee overlevenden uit de puinhopen gehaald. Het gaat om een vrouw van 68 en een meisje van 4. De vrouw is er niet best aan toe. Ook het meisje heeft, vooral door de stress, gezondheidsproblemen opgelopen. Dit heeft een Chinees televisiestation maandag gemeld.

Het tweetal had sinds de beving klem gezeten onder een bed in een ingestort huis in een dorp op ongeveer twintig kilometer afstand van Jiegu, de stad die het zwaarst door de aardbeving werd getroffen. Het tweetal was door familieleden in leven gehouden. Deze hadden met bamboestokken water en voedsel door de kieren in het puin naar het tweetal weten te loodsen, meldde CCTV.

Het dodental als gevolg van de aardbeving is maandag opgelopen tot 1944. Verder zijn er 12.128 gewonden en worden nog ruim 250 mensen vermist, meldde het staatspersbureau Xinhua.

President Hu Jintao bracht zondag een bezoek aan het rampgebied. Hij onderbrak daarvoor een officiële reis naar Zuid-Amerika. De Chinese staatstelevisie zond beelden uit van een zorgzame president, die de overwegend Tibetaanse bevolking bezwoer dat de communistische partij en de regering alles doen wat zij kunnen om de slachtoffers van de beving te helpen.

Onder de Tibetanen bestaat veel ongenoegen over de grote toestroom aan Han-Chinezen en de aanvallen van de regering op hun geestelijk leider, de Dalai Lama. Die liet zaterdag vanuit ballingschap weten graag het rampgebied te willen bezoeken om de bevolking troost te bieden.